Zorgplan

• Verzorgende
• MBO
• Studiejaar 3

Methodiek

De cyclische stappen van het zorgleefplan

Cyclische stappen van het zorgleefplan

Functie van zorgdoelen

Het correct formuleren van zorgdoelen helpt je om een zorgplan te maken. 

Doordat je de gewenste situatie concreet en compleet beschrijft, is het onder andere mogelijk om:

• zorgactiviteiten te kiezen die aansluiten bij de zorgdoelen die de zorgvrager wil bereiken
  
• de zorg te evalueren

Smartdoelen

Formuleren van wensen (zorgdoelen)

• Welke behoeften heeft de zorgvrager ? (wat is daadwerkelijk een wens?)
• Wat kan de zorgvrager nu nog zelf?? 
• Vergelijk deze twee en bekijk waar de zelfzorg tekort schiet.
• Wat zijn de mogelijke oorzaken???

Voorbeeld Evaluatie verslag

 Zorgbehoefte/probleem/ wens; Dhr. geeft aan zijn medicatie niet op tijd in te nemen omdat hij dit vergeet. En geeft dit aan vervelend te vinden

Het zorgdoel

Dhr. krijgt binnen 1 week zijn medicatie aangereikt door de verantwoordelijke dienst op de voorgeschreven tijden.

Acties (interventies)

• EVV'er (eerst verantwoordelijke verzorger/verpleegkundige ) neemt contact op met de apotheek en familie
• EVV'er of verpleegkundige  stelt het zorgplan en medicatielijst bij
• Verantwoordelijke dienst geeft de medicatie op tijd

Evaluatie

Evaluatie over 1 week

 Productvraag; Heeft dhr. zijn medicijnen op tijd gehad

Procesvraag; (acties in?) Heeft de EVV'er het zorgplan en medicatielijst aangepast?

Is de apotheek op de hoogte?

Voorbeelden zorgdoelen

Mevrouw B. geeft iedere dag aan of de pijn te verdragen is. ​

Mevrouw B. wast zichzelf als zij loopgips heeft. ​ 

Mevrouw B. gaat binnen twee dagen naar het toilet onder begeleiding

Wat zouden acties kunnen zijn?

Ondersteuningsvraag

Stimuleer mij

Herinner mij

Ondersteun mij

Structureer voor mij

Organiseer voor mij

Begeleidt mij bij

Pas je communicatie aan op mij

Voorbeeld

Begeleid en stimuleer mij bij het innemen van mijn medicatie zodat ik mijn medicatie op tijd kan innemen.

Belangrijk!

De vraag is steeds; wat zijn binnen een levensdomein de onderwerpen die voor deze cliënt belangrijk zijn om zich veilig en prettig te voelen. Wat zijn de mogelijkheden, rekening houdend met zijn beperkingen.

Levensdomein 1 woon- en leefomstandigheden

Woonruimte
en
zich thuis voelen 

Bijv. De woning en
woonomgeving , levenssfeer en privacy, opgeruimd en schoon, 

Veiligheid

 Bijv.: persoonlijk alarmeringssysteem, slot op de deur en kasten, nachtlichtje, toezicht door medewerkers, brandpreventie/alarmering

Dagritme

Hoe laat komt de cliënt uit/op bed. Rust de cliënt tussendoor? ochtend/avondmens?

Bewegingsmogelijkheden,
mobiliteit

Aanpassingen/
speciale hulpmiddelen/ domotica 

Andere disciplines/hulpverleners

Levensdomein 2 participatie

Dagbesteding

Bezigheden overdag, belangrijke gebeurtenissen geloof/verjaardagen etc
.

Sociaal leven

Belangrijke contacten bijv. medebewoners, vrijwilligers etc. 

Contact met de samenleving

Contacten in familieverband, en in uw kennissenkring, buurt,

in de maatschappij?

Levensdomein 3 mentaal welbevinden en autonomie

Ondersteuning van de eigen levens invulling

Zelfstandigheid, hulp krijgen.

Stemming

bijv. Wat is uw stemming meestal?
Leuke dingen om mee te maken.

Respect

bijv. Omgang met anderen.

Eigen identiteit en levensinvulling/levensfase

Bijv. belangrijke dingen in het leven, levensfase.

Levensdomein 4 lichamelijk welbevinden

en gezondheid

Voeding

Bijv. Smakelijke maaltijden, hapjes, drankjes en vocht/voedselinname, dieet,

Schoon en verzorgd lichaam

Bijv. Lichamelijke verzorging, hoe vaak douchen/wassen etc

Lichamelijke functies/mogelijkheden

bijv. Zintuigen, rust en beweging, medicijngebruik, urine en ontlasting,

Gezondheidsbevordering en gezondheidsbescherming

bijv. Gezondheid, fit, moe, energiek.

Bij welk domein hoort het doel:
Mevrouw V gaat 3 maal per week naar de dagbesteding

1. Lichamelijk welbevinden
2. Woon en leefomstandigheid
3. Mentaal welbevinden
4. Participatie

Bij welke domein hoort het doel:
Mevrouw K weet wat de risico's zijn van veel zitten en weinig bewegen.

1. Lichamelijk welbevinden
2. Woon en leefomstandigheid
3. Mentaal welbevinden
4. Particpatie