H5.1 Je omgeving waarnemen

Thema 5: Waarneming, gedrag en regeling
Basisstof 1: je omgeving waarnemen
BB1A
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 5: Waarneming, gedrag en regeling
Basisstof 1: je omgeving waarnemen
BB1A

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
  • Je kunt de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel.

Slide 2 - Diapositive

Hoe neem je jouw omgeving waar?

Slide 3 - Question ouverte

Waarnemen
Om je omgeving waar te nemen gebruik je zintuigen.

Zintuig = orgaan dat reageert op invloeden uit je omgeving.

Invloed = prikkel

Slide 4 - Diapositive

Zintuigen
Hebben speciale zintuigcellen die prikkels opvangen.
prikkel>>impuls
Sturen een impuls (elektrisch signaal) naar de hersenen, via de zenuwen.
In je hersenen word je je bewust van de prikkels.

Slide 5 - Diapositive

Prikkel --> zintuig --> impuls --> hersenen --> actie
Geluid        oor                                                           rennen

Slide 6 - Diapositive

Prikkels
Invloeden vanuit de omgeving.
Opgevangen door zintuigen, waardoor je ze kunt waarnemen.

Licht, geluid, geur, smaak en aanraking.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Zintuigen en prikkels
Elk zintuig vangt andere prikkels op.

Sommige vangen er maar 1 op, andere 4.

Slide 9 - Diapositive

welke prikkels ken je?

Slide 10 - Carte mentale

Prikkel
Impuls

Slide 11 - Diapositive

Zintuigen & prikkels
Geluid
evenwicht
Licht
Warmte
Kou
Druk
Aanraking
Geur
Smaak
Alle zintuigen samen = zintuigenstelsel

Slide 12 - Diapositive

Zintuigen
Alle zintuigen samen = zintuigenstelsel


Slide 13 - Diapositive

B1: Je omgeving waarnemen
Zintuigen

Oren: 
  • Gehoorzintuig
  • Evenwichtszintuig
tabel 1 bladzijde 89

Slide 14 - Diapositive

Pijnpunten
  • pijnpunten nemen pijn waar. 
  • pijnpunten zijn vrije uiteinden van een gevoelszenuw. 
  • pijnpunten komen overal in het lichaam voor, ook in dieper gelegen organen.

Slide 15 - Diapositive

drempelwaarde

Slide 16 - Diapositive

Drempelwaarde
In de zintuigcellen ontstaan alleen impulsen als de prikkel sterk genoeg is.



Slide 17 - Diapositive

Maken opdrachten
Lezen:   Bs 1 op bladzijde 88 en 89
Maken: Opdracht 1, 2, 3  en 5 t/m 8  op bladzijde  90
Extra:    Opdracht 9 en 10  op bladzijde 92 en 93 
                 School TV: Video Zintuigen
Klaar:     Kijk alvast Bs 2: Voelen, ruiken en proeven bladzijde 94

Hierna: Quiz

Slide 18 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
  • Je kunt de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel.

Slide 19 - Diapositive

Welk zintuig gebruik je als je pijn hebt?
A
Tastzintuig
B
Drukzintuig
C
Reukzintuig
D
Warmezintuig

Slide 20 - Quiz

Heeft de neus van een hond een hogere of een lagere drempelwaarde dan jouw neus?
A
Hij is gevoeliger dus een hogere drempelwaarde
B
Hij is minder gevoelig dus een hoger drempelwaarde
C
Hij is gevoeliger dus een lagere drempelwaarde
D
Hij is minder gevoelig dus een lagere drempelwaarde

Slide 21 - Quiz

Hoeveel zintuigen heeft de mens?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 22 - Quiz

Wat zijn de zintuigen?
A
Ogen, oren, neus, tong en aanraking
B
Aanraking, ogen en neus
C
Oren, neus en tong
D
Tong, neus en oren

Slide 23 - Quiz

Een zintuig reageert op impulsen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

De zintuigen zitten in je
A
organen
B
oren, ogen, tong, neus
C
oren, ogen, tong, neus, huid
D
in je hersenen

Slide 25 - Quiz

Wat kun je met de huid waarnemen?
A
Pijn, warmte, kou, druk en geluid
B
Pijn, warmte, kou, druk en licht
C
Pijn, warmte, kou, druk en tast

Slide 26 - Quiz

Wanneer wordt je je bewust van een waarneming?
A
Als er een prikkel in je zintuig komt.
B
Als het impuls in de hersenen is verwerkt.

Slide 27 - Quiz

Planten kunnen waarnemen en reageren
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Hoe kunnen mensen hun omgeving waarnemen?
A
Zintuigen geven prikkels door naar hersenen
B
Door middel van ogen, oren, neus, mond en huid
C
De hersenen verwerken impulsen van zintuigen

Slide 29 - Quiz


Opdracht 1 , 2, 3 en 5 t/m 8
 maken

Basisstof 5.1

Huiswerk

Slide 30 - Diapositive