1.6 Roken

1.6 Roken
Leerdoel: Je moet schadelijke stoffen in sigarettenrook kunnen noemen en de gevolgen van het binnenkrijgen van deze stoffen kunnen beschrijven
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

1.6 Roken
Leerdoel: Je moet schadelijke stoffen in sigarettenrook kunnen noemen en de gevolgen van het binnenkrijgen van deze stoffen kunnen beschrijven

Slide 1 - Diapositive

Open Quayn 
Ga naar de opdracht 1.06 Roken
En wacht

Slide 2 - Diapositive

Waarom roken mensen eigenlijk?
  • Rustgevend gevoel.
  • Gezelligheid.
  • Jongeren voelen zich volwassen.
  • “Stoer" doen.
  • ...

Slide 3 - Diapositive

Roken: slechte gewoonte...
  • Longziektes: longkanker en COPD zijn de belangrijkste ziektes.
  • Hart en vaatziekten.

Slide 4 - Diapositive

Meer dan 4000 giftigestoffen!
Minstens 40 stoffen zijn er kankerverwekkend!

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

3 belangrijkste stoffen in een sigaret
1. Teer


2. Nicotine


3 Koolstofmono-oxide

Slide 7 - Diapositive

1  Teer
  • Zwart, kleverig stofje, blijft plakken aan het slijmvlies van je longen.
  • Kan kanker veroorzaken. 
  • Je longen worden er zwart van.

Slide 8 - Diapositive

2  Nicotine
  • Verslavende stof in een sigaret:
  • Verhoging van de hartslag en bloeddruk.
  • Beschadigd bloedvaten

Slide 9 - Diapositive

3  Koolstofmono-oxide
  • Is een gas.
  • Reukloos en kleurloos.
  • Zorgt ervoor dat je rode bloedcellen niet zoveel zuurstof kunnen vervoeren. Hierdoor krijgen/hebben rokers een slechtere conditie. 

Slide 10 - Diapositive

Actief roken
Passief roken
Je rookt zelf.
Je bent erbij als iemand rookt.
Je krijgt de schadelijke stoffen die iemand uitblaast ook binnen. 

Slide 11 - Diapositive

Ken jij maatregelen van de overheid tegen roken?
Overheidsmaatregelen tegen roken
Overheidsmaatregelen tegen roken = De dingen de overheid doet om roken lastiger te maken.

Slide 12 - Carte mentale

Maak nu opdracht 1 t/m 8
Werk eerst in stilte voor 10 min.
Overleg daarna (fluisterend) met je buurman/vrouw voor 5 min.
Daarna bespreken we het gezamenlijk
timer
1:00

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

strottenhoofd
bronchiën
longblaasjes
keelholte
luchtpijp
neusholte
longen

Slide 15 - Question de remorquage

bronchiën
kraakbeenringen
vertakkingen
bronchiën
longblaasjes

Slide 16 - Question de remorquage

Bij een ademhaling komt er lucht binnen langs verschillende onderdelen van het ademhalingsstelsel.
Wat is de juiste volgorde (1, 2, 3) bij een diepe ademhaling? 

Juiste moet hier!
1 bronchiën
2 luchtpijp
3 longblaasjes 
1 longblaasjes
2 luchtpijp
3 bronchiën 
1 luchtpijp
2 bronchiën
3 longblaasjes 
1 luchtpijp
2 longblaasjes
3 bronchiën 
1 bronchiën
2 longblaasjes
3 luchtpijp
1 longblaasjes 
2 bronchiën
3 luchtpijp 

Slide 17 - Question de remorquage



Welke uitleg (zin) hoort bij welk woord?
1. Zitten aan het uiteinde van de (fijne) buisjes in de longen: ......
2. De luchtpijp splitst zich in twee:  ...... 


A
1. bronchiën 2. vertakkingen
B
1. haarvaten 2. longblaasjes
C
1. slijmvliezen 2. haarvaten
D
1. longblaasjes 2. bronchiën

Slide 18 - Quiz


Wat zijn de risico's en gevolgen van roken?


A
Longkanker
B
Hartinfarct
C
Blaasontsteking
D
AIDS

Slide 19 - Quiz


Wat denk jij?
Hoeveel giftige stoffen zitten er in sigarettenrook?

A
Ongeveer 40.
B
Meer dan 4.000.
C
Ongeveer 400.
D
Ongeveer 40.000.

Slide 20 - Quiz


Wat denk jij?
Hoeveel van de giftige stoffen zijn kankerverwekkend?

A
Ongeveer 4.
B
Minstens 400.
C
Minstens 40.
D
Minstens 400.

Slide 21 - Quiz


Hoe heet de stof die ervoor zorgt dat er minder zuurstof in je bloed kan worden opgenomen?

A
Teer
B
Koolstofmono-oxide
C
Nicotine
D
Rook

Slide 22 - Quiz


Hoe heet de stof in tabaksrook die verslavend werkt?

A
Teer
B
Koolstofmono-oxide
C
Nicotine
D
Rook

Slide 23 - Quiz


Wat veroorzaakt kanker?

A
Nicotine
B
Koolstofmono-oxide
C
Teer
D
Rook

Slide 24 - Quiz


Wat is geen ontwenningsverschijnsel?

A
Rusteloos zijn
B
Stress hebben.
C
Gelukkig zijn.
D
Snel boos worden.

Slide 25 - Quiz


Actief roken

A
Je rookt zelf.
B
Je rookt mee met anderen.

Slide 26 - Quiz


Wat is geen overheidsmaatregel tegen roken?

A
Docenten moeten buiten de school roken.
B
Sigaretten zijn heel duur.
C
Nare foto's en teksten op pakjes sigaretten.
D
Leerlingen van klas 1 en 2 mogen niet van het schoolplein af om te roken.

Slide 27 - Quiz