K3 Duits Kapitel 3 (7)
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
1. Doornemen blz. 116 twintig-miljoen
2. Luisteren opdracht 25, 26, 27 blz.
102
3. dia's klanken
4. Herhalen persoonlijk voornaam-
woord + mit/für
5. luisteren opdracht 28 'Sprachmittel
6. maken opdracht 32 blz. 105
(7. opdracht 35)
Slide 2 - Diapositive
Umlaut
1) Wat is een Umlaut?
2) Hoe spreken we een Umlaut uit?
Slide 3 - Diapositive
A en Ä
A (aa) der Name
die Adresse
Ä (ee/ é ) der Käse
Slide 4 - Diapositive
U en Ü
U (oe) Buch
rund
Ü (uu) Tür
für
Slide 5 - Diapositive
O en Ö
O. (o / oo) kommen
wohnen
Ö (eu/eh) Österreich
können
Slide 6 - Diapositive
Umlaut
Slide 7 - Diapositive
Hoe spreek je deze woorden uit?
1. süß
2. Spaß
3. Stunde
4. spät
5. möchten
6. Körper
7. Mund
Slide 8 - Diapositive
persoonlijk voornaamwoord
ich ik
du jij enkelvoud
er hij
sie zij
==========================
wir wij
ihr jullie meervoud
sie zij
Sie u
Slide 9 - Diapositive
Na het voorzetsel mit verandert het persoonlijk voornaamwoord
In het Nederlands is dit net zo.
Ich bin Karin Ik ben Karin
Met mij kun je leuk winkelen. Mit mir kann man gut shoppen.
Slide 10 - Diapositive
persoonlijk voornaamwoord + mit
ich ik mir mij
du jij dir jou
er hij ihm. hem
sie zij + mit ihr haar
===================================================
wir wij uns ons
ihr jullie euch jullie
sie zij ihnen hen
Sie u Ihnen u
Slide 11 - Diapositive
Na het voorzetsel für verandert het persoonlijk voornaamwoord
In het Nederlands is dit net zo.
Ich mag Blumen Ik hou van bloemen
Sind diese Blumen für mich? Zijn deze bloemen voor mij?
Slide 12 - Diapositive
persoonlijk voornaamwoord + für
ich ik mich mij
du jij dich jou
er hij ihn hem
sie zij + für sie haar
===================================================
wir wij uns ons
ihr jullie euch jullie
sie zij sie hen
Sie u Sie u
Slide 13 - Diapositive
persoonlijk voornaamwoord + mit/ für
+ mit + für
ich ik mir mich mijdu jij dir dich jou
er hij ihm ihn hem
sie zij ihr sie haar
===================================================
wir wij uns uns ons
ihr jullie euch euch jullie
sie zij ihnen sie hen
Sie u Ihnen Sie u
Slide 14 - Diapositive
Vertaal de persoonlijke voornaam-
woorden in het Duits.
1. Ist das Buch für ................. (mij)?
2. ..... (ik) gehe mit ........(hem) ins Kino.
3. ...... (hij) hat Blumen für ...... (haar)
gekauft.
4. Meine Mutter hat eine Cola für ......
hen) bestellt.
5. ..... (wij) werden mit ........ (u) nach
Köln fahren.
+ mit + für
du jij dir dich jou
er hij ihm ihn hem
sie zij ihr sie haar
==================================================
wir wij uns uns ons
ihr jullie euch euch jullie
sie zij ihnen sie hen
Sie u Ihnen Sie u
Slide 15 - Diapositive
Hausaufgaben
Leren blz. 116 helemaal + blz. 99/100 Grammatik
