Woche 3

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

H2 Duits, Woche 3

T02

- Woordjes: 

Kapitel 4: alle woordjes, beide kanten op (NL-DU en DU-NL). Zie blz. 140-141.

- Grammatica: 

Kapitel 3: Grammatik C en E (blz. 110) 

Kapitel 4: Grammatik C en E (blz. 143-144)

- Lezen

Beginopdracht

Schrijf de goede antwoorden

in je schrift:

 

1. Ich habe eine neue Hose für dich (jou) gekauft.

2. Ohne ihn (hem) fahren wir nicht in die Schule! 

3. Sie (zij mv) spielen gerne Fußball gegen euch (jullie).

4. Der Schüler läuft um sie (haar).

.

Diese Woche (H2d):

Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht

Check Hausaufgaben

Lesen: Aufgabe 14

Hausaufgaben

Freitag (40 Min.)

Beginopdracht

Toets-voorbereiding

Montag (80 Min.)

Beginopdracht

Woordjes B

Lesen: Aufgabe 4 + 5

Grammatik E

Hausaufgaben

Diese Woche (H2c):

Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht

Check Hausaufgaben

Toetsvoorbereiding

Freitag (80 Min.)

TOETS 

T02

Montag (40 Min.)

Beginopdracht

Woordjes B

Lesen: Aufgabe 4 + 5

Hausaufgaben

Wörterliste B

blz. 38

Lesen

Aufgabe 4: Vul de vertalingen van de Nederlandse woorden in en beantwoord de vragen bij B op blz. 15. 

Aufgabe 5: Haal woorden uit de slang die iets met school te maken hebben en schrijf ze op (evt. met lidwoord).

Klaar? = woordjes van woordenlijst B leren (blz. 38)

Grammatik E

Wanneer gebruik je de 4e naamval? 

1. Bij voorzetsels uit het rijtje DOFEGUB (herhaling Grammatik C)

2. Lijdend voorwerp (functie van het zinsdeel) 

Wanneer weet je of iets onderwerp of lijdend voorwerp is? 

Ow = Wie/wat + pv? -------- Lv = wie/wat + pv + ow? 

1e naamval	4e naamval
ich	mich
du	dich
er	ihn
sie	sie
es	es
wir	uns
ihr	euch
sie	sie
Sie	Sie

An die Arbeit

Aufgabe 15 (blz. 22): 

Omcirkel de woorden in de eerste naamval. 

Onderstreep de woorden in de vierde naamval. 

Gebruik de theorie uit het blauwe kader als je er niet uit komt. 

Hausaufgaben für Donnerstag

- Maken:

H2c: meenemen werkboek A (toetsvoorbereiding)

H2d: Aufgabe 15 (blz. 22) 

- Leren: 

Woordjes B, tweede helft, "die Stunde" t/m "Viertel vor" (blz. 38)

Beginopdracht

Lees de tekst op blz. 20. 

Heb je die al gelezen, dan lees die je op blz. 21. 

3 minuten in stilte. 

Diese Woche (H2d):

Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht

Check Hausaufgaben

Lesen: Aufgabe 14

Leren voor de toets (Quizlet)

Hausaufgaben

Freitag (40 Min.)

Beginopdracht

Toets-voorbereiding

Montag (80 Min.)

Beginopdracht

Woordjes B

Lesen: Aufgabe 4 + 5

Grammatik E

Hausaufgaben

Diese Woche (H2c):

Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht

Toetsvoorbereiding:

herhaling grammatica/

woordjes leren

Freitag (80 Min.)

TOETS 

T02

Montag (40 Min.)

Beginopdracht

Woordjes B

Lesen: Aufgabe 4 + 5

Hausaufgaben

Lesen:

Aufgabe 14 (blz. 20): 

- Schrijf op wat de 3 groepen hebben moeten doen. 

- Welke groep heeft de toets het best gemaakt? 

- Leg uit (= erkläre) waarom deze groep het beste was. 

Aufgabe 15 (blz. 21): 

Fächer = vakken, Musikstil = muziekstijl, Sänger/Lieder = zangers/liedjes

Hausaufgaben für Freitag

H2c: 

Leren voor T02 (morgen is de toets)

H2d:

- Meenemen werkboek A (toetsvoorbereiding)

Beginopdracht

Leer 5 minuten de woordjes van Kapitel 3 in stilte. 

Diese Woche (H2d):

Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht

Check Hausaufgaben

Lesen: Aufgabe 14

Leren voor de toets (Quizlet)

Hausaufgaben

Freitag (40 Min.)

Beginopdracht

Toets-voorbereiding: Herhaling grammatica/

woordjes leren

Montag (80 Min.)

Beginopdracht

Woordjes B

Lesen: Aufgabe 4 + 5

Grammatik E

Hausaufgaben

Diese Woche (H2c):

Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht

Toetsvoorbereiding:

herhaling grammatica/

woordjes leren

Freitag (80 Min.)

TOETS 

T02

Montag (40 Min.)

Beginopdracht

Woordjes B

Lesen: Aufgabe 4 + 5

Hausaufgaben

Herhaling Grammatica

Kapitel 3, Grammatik C: 

Werkwoorden met een stam op -s, -ss, -z of -ß.

Wat verandert er aan ESTTENTEN? 

Herhaling Grammatica

Kapitel 3, Grammatik E: 

ein/eine en kein/keine.

	mnl.	vrl.	onz.	mv.
een
geen

Herhaling Grammatica

Kapitel 4, Grammatik C: 

De bezittelijke voornaamwoorden.

Deze krijgen dezelfde uitgang als...?

mijn
jouw
zijn
haar
onze
jullie
hun/Uw

Herhaling Grammatica

Kapitel 4, Grammatik E: 

Werkwoorden met een stam op -d of -t.

Wat verandert er aan ESTTENTEN? 

Hausaufgaben für Montag

H2d: 

Leren voor T02 (maandag is de toets) 

H2c:

- Maken: Aufgabe 14 (blz. 20-21) 

- Leren: Woordjes B, tweede helft, "die Stunde" t/m "Viertel vor" (blz. 38)