Spelling 1mh les 4 herhaling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Spelling

Ga vast in de LessonUp, dan kan je screenshots maken als je dat fijn vindt. 

Welke onderdelen van spelling gaan we behandelen?

• tussen -n in samenstellingen (plantenbak of plantebak?)
• verkleinwoorden (spray'tje of spraytje?)
• bezitsvorm (Miekes fiets of Mieke's fiets?)
• cijfers en getallen (de jaren tachtig of de jaren 80?)
• lettergrepen en woorden afbreken
• afkortingen (aub of a.u.b.)
• dicteewoorden

Samenstellingen

Twee bestaande woorden samenvoegen tot een nieuw woord, bijvoorbeeld:

telefoon + hoesje = telefoonhoesje

kat + bak = kattenbak

Welke samenstelling is juist geschreven?

1. vissekom
2. dorpstraat
3. zonnenbril
4. groentesoep

Verkleinwoorden

Een zelfstandig naamwoord kleiner maken met een achtervoegsel.

vork - vorkje

ui - uitje

Verkleinwoorden

• Meestal spel je het zoals je het uitspreekt (bodem - bodempje)
•  Woorden die eindigen op -ng > -nkje of -etje (poging - poginkje)
• Woorden die eindigen op een lange klinker, krijgen een verdubbeling bij de klinker (oma - omaatje)
• apostrof bij cijfers en letters (wc - wc'tje)
• woorden die eindigen op een -i krijgen een -e (taxi - taxietje)
• woorden die eindigen op y met medeklinker ervoor (lolly - lolly'tje) of een -u (sudoku - sudoku'tje) krijgen een apostrof. 

Wat is het verkleinwoord van 'koning'?

De bezitsvorm

Geeft aan van wie iets is (bezit).

Bijvoorbeeld: De fiets is van Anne > Annes fiets

Bijna altijd komt de 's' eraan vast. Alleen niet als:

- het eindigt op een lange klinker of een y (Andy's huis)

- het eindigt op een sisklank (Mees' tas, Lex' huis)

De jas is van Dennis. Het is .... jas.

Cijfers en getallen

Cijfers en getallen

Er zitten ... leerlingen in de brugklas.

1. 270
2. tweehonderdzeventig
3. tweehonderd-zeventig

Lettergrepen en woorden afbreken 

Lettergrepen en woorden afbreken 

Verdeel het woord 'lettergreep' in lettergrepen. Zet een streepje of puntje tussen de lettergrepen.

Afkortingen

Voor sommige woorden gebruik je meestal een afkorting, omdat ze te lang zijn om helemaal op te schrijven of uit te spreken.

voorbeeld

tv, kB, blz., a.u.b., NS, AOW, z.o.z., PvdA

Afkortingen

Welke afkorting is onjuist?

1. ADHD
2. V.M.B.O.
3. cm
4. s.v.p.

Check of je dit gemaakt hebt!

Dicteewoorden

Blok 4 > Spelling > opdracht 28

Blok 5 > Spelling > opdracht 26

Blok 6 > Spelling > opdracht 20

Check of je dit gemaakt hebt!

Andere opdrachten

Blok 5 > Spelling > opdracht 25 

Blok 6 > Spelling > opdracht 15 en 18

Ben je klaar? Dan mag je verder met je recensie of oefenen met Bijspijkeren (spelling 4/5/6).