Anatomie van het bewegingsapparaat

• Burgerschap
• MBO

Het anatomie van het bewegingsapparaat

Week 1:

1. Jij en je lichaam

2. Identiteit 

3. Peergroups

4. Grenzen

5. Grensoverschrijdend gedrag 

Jij en je lichaam....

Week 1

Lichamelijke ontwikkeling

- Het jonge kind (de baby, peuter)

- Basisschool kind (kleuter, jonge en- oudere schoolkind)

- Puberteit en adolescentie 

- volwassenheid en ouderdom (volwassenheid, middelbare leeftijd, vroege ouderdom en ouderdom) 

Adolescentie 

Jou leeftijdsfase 

16 - 21 jaar 

MBO / HBO / Universiteit 

Verschillende andere kenmerken......

Adolescentie: Welke kenmerken zie je bij jezelf? Of wat zijn herkenbare dingen voor jou leeftijdsfase?

Wat word bedoeld met de volgende uitspraak: Er zijn 18-jarige pubers en 25 jarige adolescenten

Motorisch

Maximale lichaamslengte (gemiddelde man 1,82  / vrouw 1,69)

Maximale spierkracht en aerobe uithoudingsvermogen

CLUSK is optimaal trainbaar

Redelijke tevredenheid over uiterlijk en lichaamsbouw 

Cognitief 

Concentratie vermogen neemt toe 

Aandacht neemt toe

Geheugen neemt toe 

Kunnen beter plannen en systematisch werken 

Kritischer denken / onderzoekende houding

Keuzes maken 

Sociaal affectief 

Egocentrisme 

Losmaking van thuissituatie 

Intiemere contacten 

experimenteren en identificeren 

Seksuele volwassenheid / Geaardheid

Experimenteer jij weleens, zo ja waarmee? of waarin?

LGBTI / Seksuele geaardheid

Zelfportret 

Maak een selfie 

Plak deze selfie in het document 

Beschrijf jezelf op:

• Motorisch gebied en uiterlijk (Waar ben je tevreden over?) 
• Cognitief (wat kan je goed en wat minder)
• Sociaal affectief (hoe ziet jou sociale leven eruit?) 

Het anatomie van het bewegingsapparaat

Week 2:

1. Jij en je lichaam

2. Identiteit

3. Peergroups

4. Grenzen

5. Grensoverschrijdend gedrag 

Identiteit 

Week 2

Wat is identiteit?

5 x eigenwijs 

Weet/ken jij je voorkeursstijl?

Identiteit 

Identiteit is dat wat uniek of eigen is aan iets of iemand. Het kan daarbij gaan om zowel personen als organisaties of landen. Het begrip identiteit komt in vele soorten voor. De meest bekende invulling die aan het begrip wordt gegeven is iemands persoonlijke identiteit.

Dragen maskers

• Je inhouden
  
• Jezelf onzichtbaar maken
  
• Jezelf overschreeuwen
  
• Het perfect willen doen
  
• Doen alsof het niet belangrijk is
  
• Doen alsof het je niet raakt
  
• Jezelf afwijzen of veroordelen
  
• Rationaliseren
  
• Je sterker voor doen dan je je voelt

Opdracht

• Teken een ijsberg
• Welk gedrag laat jij zien boven het water? (vraag eventueel aan klasgenoten)
• Welke overtuigingen, normen/ waarden, zelfbeeld is er bij jou onder water? 

Het anatomie van het bewegingsapparaat

Week 3:

1. Jij en je lichaam

2. Identiteit

3. Peergroups

4. Grenzen

5. Grensoverschrijdend gedrag 

Wat is een peergroup?

Peergroup

Een peergroup is een groep mensen uit de samenleving, die een vergelijkbare leeftijd, status, belang of belangstelling hebben. Een `peergroup` wordt ook wel de `vriendengroep` of `vriendenkring` van genoemd.

Peergroup 

Voorbeelden:

Klasgenoten

Sport team

Student 

Puber / adolescent 

Wat is een voordeel van een peergroup?

Wat kan een nadeel zijn van een peergroup?

Het anatomie van het bewegingsapparaat

Week 4:

1. Jij en je lichaam

2. Identiteit

3. Peergroups

4. Grenzen

5. Grensoverschrijdend gedrag 

Verschillende grenzen

Mentale grenzen 

Fysieke grenzen 

Emotionele grenzen 

Materialistische grenzen

Tijd grenzen

Fysieke grenzen?

Mentale grenzen?

Emotionele grenzen?

Tijds grenzen

Materialistische grenzen

Verschillende grenzen

• Mentale grenzen = Je eigen mening, gedachten te vormen
• Fysieke grenzen = lichamelijk. Tot hoeverre mag iemand mij aanraken of uitputting. 
• Emotionele grenzen = waar wordt je blij van? Boos, gefrustreerd etc. 
• Materialistische grenzen = geld en bezittingen 
• Tijds grenzen = hoe ga jij om met je tijd? hoe besteed je deze en aan wie?

Belemmeringen

• Je kent je eigen grenzen niet (goed)
  
• Je weet niet/hebt niet geleerd dat je grenzen mag hebben
  
• Je weet niet hoe je grenzen kunt aangeven
  
• Je vergelijkt jezelf met anderen
  
• Je bent bang dat je egoïstisch of slecht bent
  
• Je vind het moeilijk om nee te zeggen
  
• Je durft het niet te zeggen als je iets niet prettig vind
  
• Je wilt het anderen naar de zin maken
  
• Je bent bang om afgewezen te worden
  
• Je vind het moeilijk om met confrontatie/conflict om te gaan
  
• Je voelt je onzeker / hebt een laag zelfbeeld
  
• Je blijft het liefst op de achtergrond / onzichtbaar
  
• Je praat veel dingen goed
  
• Je duwt je emoties/gevoelens het liefst weg

Opdracht:

Hoe geef jij je grenzen aan? 

Waar heb jij moeite mee bij het aangeven van grenzen? 

Welke belemmeringen zitten jou in de weg om je grenzen aan te geven? 

Het anatomie van het bewegingsapparaat

Week 5:

1. Jij en je lichaam

2. Identiteit

3. Peergroups

4. Grenzen

5. Grensoverschrijdend gedrag 

Opdracht

Maak een groep van 3 a 4 personen. Ga met elkaar in gesprek over het volgende onderwerp:

- Wat is gewenst gedrag? Hoe ziet dit eruit?

- Wat is ongewenst gedrag? Hoe ziet dit eruit?

- Wat is grensoverschrijdend gedrag? 

Na afloop krijg je 1 minuut de tijd om dit als groep te pitchen

Welke vormen van grensoverschrijdend gedrag ken jij?

www.nji.nl