Komedie waarin lichamelijke acties de hoofdrol spelen
Grappige situaties zijn snel opvolgend
Charlie Chaplin, Tom & Jerry, Home Alone, Mr. Bean
(Panto)Mime
Visueel theater, geen tekst
Acteurs beelden verhaal uit met gebaren, mimiek lichaamstaal
Fysiek theater
Bewegingstheater
Tekst wordt wel gebruikt maar het fysieke staat voorop
Slide 4 - Diapositive
(Panto)Mime
Geen tekst.
Acteurs gebruiken alleen lichaamstaal, gebaren en mimiek om een verhaal uit te beelden.
Vertelpantomime: een verhaal wordt verteld en daarnaast uitgebeeld.
Slide 5 - Diapositive
Geef nu zo veel mogelijk stijlen.
Slide 6 - Question ouverte
Slapstick
Fysieke komedie waarin lichamelijke acties de hoofdrol spelen.
Kenmerken: veel gooi- en smijtwerk, ongelukken, gevechten en achtervolgingen.
Charlie Chaplin, Tom & Jerry, Home Alone, Mr. Bean
Slide 7 - Diapositive
Komedie & Tragedie
Beide oorsprong uit Griekenland
Komedie
doel: publiek amuseren en aan het lachen krijgen
situatie/acties/personages overdrijven
herkenbaarheid + timing
Verschillende vormen: toneel, film, cabaret, klucht, etc.
Tragedie
Personages van hoge afkomst worden getroffen door het (ernstige) lot - slechte afloop
3 eenheden (handelingen, tijd, plaats) + koor
Eindigt slecht (de dood)
Slide 8 - Diapositive
Absurdisme
Ook wel anti-theater
Onlogische en irrationele aspecten van het leven worden benadrukt
Zinloosheid van het bestaan
Wachten op Godot
Improvisatietheater
Verhaal, personages, dialogen worden ter plekke verzonnen
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Slide 11 - Vidéo
Slide 12 - Vidéo
Slide 13 - Vidéo
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Maar er zijn er nog...
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Maskerspel
= spelen vanuit of met maskers.
Het accent ligt op houding en beweging.
Slide 19 - Diapositive
Masker
Masker = iemands persoonlijkheid, identiteit
Met een masker blijft de identiteit verborgen, het masker geeft een nieuwe identiteit
Masker om te vermommen, zichzelf feestelijk aan te kleden, te beschermen of voor een bepaald ritueel
Slide 20 - Diapositive
Welke theatervorm zie je in het volgende filmpje?
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Schimmenspel
Een voorstelling waarbij een verhaal in beelden via schimmen wordt geprojecteerd op een doek. De schimmen worden gemaakt met behulp van (veelal) tweedimensionale) poppen en voorwerpen (klein schimmenspel) of met spelers en kostuums/masker (groot schimmenspel). Een lichtbron achter de spelers zorgt voor schaduwwerking.
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Vidéo
Welke theatervorm zag je hier?
A
Kleinkunst
B
Musical
C
Teksttoneel
D
Cabaret
Slide 25 - Quiz
Cabaret
Humor
Cabaretvoorstellingen: komedie/zang/dans/theater door elkaar
Korte fragmenten (sketches)
Alledaagse onderwerpen
Maatschappij-kritisch (duidelijke moraal)
Vaak zelfspot (imago)
Slide 26 - Diapositive
Welke theatervorm zie je in het volgende filmpje?
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Vidéo
Welke theatervorm was dit?
Slide 29 - Question ouverte
Theatervorm:
Poppenspel
Poppen hebben een rol in de voorstelling
Handpoppen, marionetten, stokpoppen, enz.
Slide 30 - Diapositive
Je krijgt een filmpje te zien van een poppenspel. Herken je eigenschappen van de voorwerpen?
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Vidéo
Wat was het conflict in het filmpje?
A
Peter Pan wil naar de afwasmachine
B
Dollie Doekie wil niet dansen
C
Dollie Doekie wil Peter Pan niet poetsen
D
Peter Pan is te traag
Slide 33 - Quiz
Lost dit conflict zich op?
A
nee
B
uiteindelijk wel
C
misschien
D
dat is mijn conflict
Slide 34 - Quiz
Welke eigenschappen herkende je bij Dollie Doekie?
A
sloom, chagrijnig, lage stem
B
bescheiden, lief, zachtjes
C
deftig, jaloers, vals
D
snel, zwierig, streng, soepel, hoge stem
Slide 35 - Quiz
Welke speelstijl bevalt jou het meest? Waarom ?
Slide 36 - Question ouverte
Opdracht voor vandaag!
Kies één van de speelstijlen uit en maak een performance binnen die speelstijl binnen het thema
'Zwembad'
Zoek of vraag eerst nog wat extra info over je speelstijl!