1: Toets H2 & H3: Lezen en woordenschat

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Hallooooo!

Telefoon in telefoontas

Ga rustig zitten

Spullen op tafel

Tas niet :)

Vandaag

• Planning tot de volgende toets doornemen
  
• Nieuwe theorie uit NN
  
• Werken uit het boek / huiswerk

• Volgende toets woensdag 2 december (weging 2x)
  
• Hoofdstuk 2 & 3: lezen en woordenschat
• Drie weken: lezen en woordenschat

Lezen

Wat weten we nog?

Lesdoel

Aan het einde van de les:

• weet je weer wat tekstverbanden en signaalwoorden zijn.
• kun je verschillende tekstverbanden herkennen d.m.v. signaalwoorden

Tekstverbanden

en signaalwoorden

Tekstverbanden en signaalwoorden

Welke kennen we al?

Tekstverbanden en signaalwoorden

1. chronologisch
2. opsommend
3. tegenstellend
4. toelichtend

Herhaling tekstverbanden

chronologisch:

opsommend:

tegenstellend:

toelichtend:

Van welk verband is er sprake?

Ik houd van ongezond eten, zoals friet en pizza.

1. Chronologisch
2. Opsommend
3. Tegenstellend
4. Toelichtend

Maar er zijn er nog meer...

Tekstverbanden en signaalwoorden

1. concluderend
2. redengevend
3. oorzakelijk
4. vergelijkend

Tekstverbanden en signaalwoorden

Concluderend: dus, daarom, concluderend, dat houdt in,kortom

Redengevend: omdat, namelijk, daarom, aangezien, want, dus

Oorzakelijk: doordat, waardoor, als gevolg van, dus, dankzij

Vergelijkend: in vergelijking met, (net) als, evenals, zoals, meer/groter/beter dan, vergeleken met

Ff checken...

Doordat er een pandemie uitbrak, gingen de scholen dicht.

1. oorzakelijk verband
2. redengevend verband
3. tegenstellend verband
4. toelichtend verband

Doordat er een pandemie uitbrak, deed ik minder aan mijn huiswerk.

1. oorzakelijk verband
2. redengevend verband
3. concluderend verband
4. toelichtend verband

Marijke is gek op dieren, daarom wil ze later dierenarts worden.

1. concluderend verband
2. redengevend verband
3. samenvattend verband
4. oorzakelijk verband

Aan de slag!

Nu maken:

Opdracht 1, 2 en 3 (blz 43-45)

Klaar?

Ga door met opdracht 4 en 5 (45-47)

Niet klaar?

Huiswerk volgende les

in tweetallen

Lesdoel behaald?

• weet je weer wat tekstverbanden en signaalwoorden zijn.
  
  
• kun je verschillende tekstverbanden herkennen d.m.v. signaalwoorden.

Dat was het dan! 

Tot morgen! 

Opdracht zelfstandig (5 minuutjes)

- Bedenk bij 5 verschillende signaalwoorden een voorbeeldzin

- Schrijf erbij welk verband het is (onder het schema)

Bijvoorbeeld: het signaalwoord "daarom"

"Gisteren ging ik pas laat naar bed, daarom ben ik nog een beetje moe" > oorzaak-gevolg