Geschlecht des Substantivs

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

De woorden DE, HET en EEN zijn:

1. lidwoorden
2. voorzetsels
3. onpersoonlijke voornaamwoorden
4. eigennamen

Welke Duitse lidwoorden ken je?

Het lidwoord ' der ' gebruik je voor
... zelfstandig naamwoorden.

1. vrouwelijk
2. onzijdig
3. meervoud
4. mannelijk

Het lidwoord ' die ' gebruik je voor
... zelfstandig naamwoorden.

1. mannelijk
2. onzijdig
3. vrouwelijk
4. vrouwelijk en meervoud

Het lidwoord ' das ' gebruik je voor
... zelfstandig naamwoorden.

1. mannelijk
2. onzijdig
3. meervoud
4. vrouwelijk

der, die, das?

... Oma

1. der
2. die
3. das

der, die, das?

Zeitung (tijdschrift)

1. der
2. die
3. das

der, die, das?

Buch

1. der
2. die
3. das

der, die, das?

Äpfelchen

1. der
2. die
3. das

der, die, das?

Bruder

1. der
2. die
3. das

der, die, das?

Einsamkeit

1. der
2. die
3. das

der, die das?

Samstag

1. der
2. die
3. das

der, die, das?

Schwester

1. der
2. die
3. das

een woord eindigend op "-e" is...

1. männlich
2. weiblich
3. sächlich

dagen, maanden, jaargetijden & windrichtingen?

1. der
2. die
3. das

een woord met 'het' als lidwoord in het Nederlands is in het Duits:

1. männlich
2. weiblich
3. sächlich

een woord eindigend op "-schaft", zoals Feindschaft (vijandigheid) is...

1. männlich
2. weiblich
3. sächlich

Wat zet je voor Mutter?

1. die
2. das
3. der

Wat zet je voor Kuh?

1. der
2. die
3. das

Wat zet je voor Kinder?

1. der
2. die
3. das

Wat zet je voor Vater?

1. der
2. die
3. das

Hoe ver ben ik?

1. Ik snap alles.
2. Ik snap het een beetje.
3. Ik snap het niet.