BK1 Blok 1: Schrijven


Schrijven 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon


Schrijven 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Na deze paragraaf



- kun je een tekst schrijven met een bepaald tekstdoel;
- kun je een tekst schrijven waar de leestekens goed in staan.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke teksten schrijf jij thuis? Noem twee voorbeelden.

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke teksten schrijf jij op school? Noem twee voorbeelden.

Slide 4 - Question ouverte

Opdracht 46
Tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak nu de schrijfopdracht in de classroom!

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende les:
opdracht 50 + 51, blz. 40

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kies een afbeelding

Slide 8 - Sondage

Opdracht 50
Waar denk jij aan als je de afbeelding ziet?
Schrijf vijf woorden op.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Schrijf een tekst bij de afbeelding die je hebt gekozen.
De tekst moet passen bij deze punten:

Tekstdoel: informeren
Tekstsoort: informerende tekst
Tekstvorm: artikel in de schoolkrant
Lengte: acht regels of meer
Gebruiken: jouw 5 woorden 

- Lever de opdracht in op de classroom


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

TAALVERZORGING

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afspraken en regels: hoofdletters en leestekens
Gebruik hoofdletters en leestekens.
Een tekst waarin hoofdletters en leestekens staan, is makkelijker te lezen. Dit zijn de afspraken:

Elke zin begint met een hoofdletter.
Namen schrijf je met hoofdletters.
Achter een gewone zin komt een punt.
Achter een vragende zin zet je een vraagteken.
Achter een uitroep zet je een uitroepteken.
voorbeeld
Na een paar weken was ik al gewend op mijn nieuwe school.
Morgen gaat Sanne met de familie Vogels naar Amsterdam om Artis te bezoeken.
Wat heb jij in de zomervakantie gedaan?
Die game is echt cool!

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Typ de zin heel precies over, maar met de hoofdletters en leestekens op de goede plaats.

ik ben pieter vanmiddag in rotterdam tegengekomen

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Typ de zin heel precies over, maar met de hoofdletters en leestekens op de goede plaats.

hebben jullie nog wat gehoord van mevrouw stevens

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Typ de zin heel precies over, maar met de hoofdletters en leestekens op de goede plaats.

doe onmiddellijk dat raam dicht, lucinda

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Typ de zin heel precies over, maar met de hoofdletters en leestekens op de goede plaats.

we gaan volgende week met zijn allen naar de efteling

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Typ de zin heel precies over, maar met de hoofdletters en leestekens op de goede plaats.

dat meen je niet

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions