kerst
1 / 14
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
renne
nez
rire
boire
viens
le ciel
le chariot
le père Noël
minuit
rendier
neus
lachen
drinken
kom
de lucht
de slee
de kerstman
middernacht
Slide 4 - Question de remorquage
Slide 5 - Vidéo
la neige
la main
le vent
souffle
l'enfant
l'hiver
le sapin
le temps
les bougies
le feu
de sneeuw
de hand
de wind
blaast
het kind
de winter
de kerstboom
het weer
de kaarsen
het vuur
Slide 6 - Question de remorquage
Slide 7 - Vidéo
je ne demande pas beaucoup pour Noël
A
ik hou niet van kerst
B
ik nodig je uit voor kerst
C
ik vraag niet veel voor kerst
D
ik wil veel cadeaux voor kerst
Slide 8 - Quiz
'que je vois sous le sapin'
le sapin =
le sapin =
A
de etalage
B
het cadeau
C
het rendier
D
de kerstboom
Slide 9 - Quiz
vertaal:
dat ben jij
dat ben jij
Slide 10 - Question ouverte
'attendre sous le gui que tu reviennes'
=
wachten ....... opdat jij terugkomt
=
wachten ....... opdat jij terugkomt
A
bij de deur
B
onder de maretak
C
op mijn stoel
D
in de kou
Slide 11 - Quiz
de kerstman
A
le bonhomme de Noël
B
l'homme de Noël
C
la femme de Noël
D
le père Noël
Slide 12 - Quiz
j'entends les gens chanter
et les cloches sonner
toutes les lumières brillent
les rires des enfants
Slide 13 - Question de remorquage
ce que ...... pour Noël, c'est toi
