SCC-bouw bloemplant

Wat weet jij van planten?
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wat weet jij van planten?

Slide 1 - Diapositive

Wat weet jij eigenlijk van bomen en planten? Zoek bij elkaar!
Kastanje, staan in deze tijd van het jaar prachtig in bloei!
Paardenbloem, vind je veel op grasvleden. Trekt een grote variatie van bijen aan die nectar zoeken in de bloemen.
Berk, deze boom kun je herkennen aan zijn witte stam
Madeliefje, schattig bloemetje dat je vindt op grasvelden en in de wegberm.
Fluitenkruid, bloeit nu met witte bloemen. Vind je vaak in de berm langs de weg. 

Slide 2 - Question de remorquage

streefdoelen
Aan het eind van deze lessonup weet jij:
  • uit welke organen de plant bestaat
  • wat de functie is van deze organen
  • hoe de organen gebouwd zijn 
  • uit welke delen een cel kan bestaan
  • wat de functie is van deze celonderdelen.
  • wat het verschil is tussen een plantencel en een dierencel
  • wat er bij fotosynthese gebeurt
  • wat homeostase is

Slide 3 - Diapositive

Van prikkel tot reactie

Slide 4 - Diapositive

Bekijk het filmpje op dia 2 van bijhorende pp

 

(zie SMS  - pp - homestase bij planten)

Slide 5 - Diapositive

prikkel
receptor
conductor
effector
reactie
molecule
cellen
uitwendig
auxine
planten groeien
ethyleen
hormonen
bladverlies

Slide 6 - Question de remorquage

Bouw van een bloemplant.

Slide 7 - Diapositive

scheutensysteem
wortelsysteem
bloem
wortel
blad
stengel
vrucht
knop

Slide 8 - Question de remorquage

Fotosynthese

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Opnemen van stoffen

  • Via de huidmondjes in de bladeren komt koolstofdioxide de plant binnen. Wordt gebruikt voor fotosynthese.

Slide 11 - Diapositive

Opnemen van stoffen
  • Via de wortelharen zuigt de plant water en mineralen op. Water wordt gebruikt voor:
    - transport van mineralen
    - fotosynthese
    - het vullen van de vacuolen, belangrijk voor de stevigheid van de cel

Slide 12 - Diapositive

In welk deel van de plant vindt transport plaats?
A
wortel
B
blad
C
bloem
D
stengel

Slide 13 - Quiz

Welk deel van de plant zorgt voor de opname van mineralen?
A
wortel
B
blad
C
bloem
D
stengel

Slide 14 - Quiz

Welk deel van de plant zorgt voor de opname van koolstofdioxide?
A
wortel
B
blad
C
bloem
D
stengel

Slide 15 - Quiz

wortel zonder wortelharen
wortel met wortelharen

Slide 16 - Diapositive

Wat is het voordeel van wortelharen?

Slide 17 - Question ouverte

Welke stoffen neemt de plant op voor fotosynthese?

Slide 18 - Question ouverte

Welke stoffen worden aangemaakt tijdens de FS?

Slide 19 - Question ouverte

Welke van de aangemaakte stoffen blijft in de plant achter?

Slide 20 - Question ouverte

Welke uitspraak is fout?
Assimilaten zijn ...

(Zoek op in je HB p. 177 3.2)
A
stoffen die de plant uit de bodem haalt
B
stoffen die de plant naar al zijn cellen vervoert
C
stoffen die de plant zelf maakt in bladgroenkorrels
D
voedingsstoffen voor de plant

Slide 21 - Quiz

Welke onderdelen zorgen voor het opnemen van water?
A
wortel
B
blad
C
bloem
D
stengel

Slide 22 - Quiz

In welk orgaan maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen?
A
Wortel
B
Blad
C
Stengel
D
Bloem

Slide 23 - Quiz

In welk deel van de plant vindt fotosynthese plaats?
A
wortel
B
blad
C
bloem
D
stengel

Slide 24 - Quiz

In welk deel van de plant vindt voortplanting plaats?
A
wortel
B
blad
C
bloem
D
stengel

Slide 25 - Quiz

Bouw van een plantencel

Slide 26 - Diapositive

Waaruit bestaat een plantencel?
1. Celwand = stevige laag om de cel heen
2. Celmembraan: vlies óm cytoplasma
3. Cytoplasma: stroperige vloeistof.
     Hierin liggen de kern en bladgroenkorrels
4. Celkern: klein bolletje in de cel; regelt alles
     wat in de cel gebeuren moet
5. Vacuole: blaasje in midden van de cel dat
    'volgepompt' is met water -> Stevigheid.
6. Bladgroenkorrels: groene bolletjes
    
in cytoplasma.
    Maken voedingsstoffen voor de plant

Slide 27 - Diapositive

Planten krijgen stevigheid door vocht in de vacuolen. Het vocht drukt tegen de celwand. Vergelijk het met een opgepompte fietsband

Slide 28 - Diapositive

verschil plantencel / dierlijke cel

Zie jij de verschillen tussen de dierlijke cel en de plantaardige cel?

Controleer bij de vraagtekens!
Dit is een dierlijke cel.
Dit zie je omdat deze geen bladgroenkorrels, celwand en vacuole heeft
Dit is een plantaardige cel.
Dit zie je omdat je wel een celwand, vacuole en bladgroenkorrel kunt zien

Slide 29 - Diapositive

bladgroenkorrel
celmembraan
celkern
vacuole
cytoplasma
celwand

Slide 30 - Question de remorquage

Hoe noem je het deel van een plantencel dat zich volzuigt met water
zodat de bloemen in de tuin rechtop staan?
A
Celmembraan
B
Vacuole
C
Celwand
D
Celkern

Slide 31 - Quiz

Waar in een plantencel bevinden zich de bladgroenkorrels?
A
vacuole
B
cytoplasma
C
celwand
D
celkern

Slide 32 - Quiz

Wat heeft een plantencel wel
wat een dierlijke cel niet heeft?
A
celkern
B
cytoplasma
C
celmembraan
D
celwand

Slide 33 - Quiz

Waar in de plantencel vindt fotosynthese plaats?
A
Celkern
B
Celmembraan
C
Bladgroenkorrels
D
Vacuole

Slide 34 - Quiz

De plantencel is stevig door:
A
celmembraan en cytoplasma
B
celkern en celwand
C
vacuole en cytoplasma
D
celwand en vacuole

Slide 35 - Quiz

homeostase

Slide 36 - Diapositive

De opname van water, mineralen, CO2 en stralingsenergie wordt bepaald door
A
het extern milieu
B
het intern milieu

Slide 37 - Quiz

De verwerking van stoffen tijdens FS en celademhaling gebeurt in het
A
extern milieu
B
intern milieu

Slide 38 - Quiz

De afgifte van zuurstofgas en waterdamp gebeurt aan het
A
extern milieu
B
intern milieu

Slide 39 - Quiz

Het constant houden van het intern milieu, ondanks veranderingen in het extern milieu waarin het organisme zich bevindt, noemt men ..

Slide 40 - Question ouverte

Slide 41 - Diapositive

Waarom ontploft een plant niet na 14 dagen regenweer?

Slide 42 - Question ouverte

Hoe heten de structuren in het blad langs waar een blad water verdampt?

Slide 43 - Question ouverte

Langs welke structuren in het blad wordt water vervoerd?

Slide 44 - Question ouverte

Opdracht
Lees in je HB p. 174 - 179
Maak in je WB p. 112 - 115 (opdracht 8 niet)

Slide 45 - Diapositive