Les 60 (19-05)

Les 60

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Les 60

Slide 1 - Diapositive

Programme
  • Presentie
  • info toets!
  • futur simple
  • Au travail!
  • Afsluiting 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Na de les...
...weet je welke vorm er gebruikt wordt om over verre toekomstplannen te praten. 

...kun je uitleggen hoe de futur simple gemaakt wordt. 


Slide 3 - Diapositive

Combinatie toets Frans 
4 juni
Leertoets over een deel van H2 en een deel van H3: (1x)
Chap. 2: Grammaire bron G (venir)en  I (p.c) + Voca A B E

Chap. 3: Grammaire C (futur simple) en G (kennen) + Voca. A B E

Leestoets: (2x)
- met woordenboek 
- leesteksten die niet in de methode voorkomen
(dus geen leerwerk!)

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Hoe maak je de futur simple
- Hele werkwoord + volgende uitgangen:

  je choisirai
  tu choisiras
  il/elle/on choisira
  nous choisirons
  vous choisirez
  ils/elles choisiront
Let op!
bij de werkwoorden op -re (vendre, prendre), vervalt de 
-e. 
je vendrai, on prendra

Slide 6 - Diapositive

Let op!
In de vorm 'je parlerai', 'tu parleras', etc. zit het woordje 'zullen' al in de uitgang verwerkt. 

'zullen' hoef je dus nooit apart te vertalen!

Nous parlerons > wij zullen praten. 

Slide 7 - Diapositive

De futur simple gebruik je om te praten over verre toekomst plannen.
Klopt!
Nee hoor.
Eh....

Slide 8 - Sondage

De futur simple wordt aangeduid met woorden als:
cet été, l'année prochaine, dans 5 ans
Jazeker!
Nee zeker niet!
geen idee

Slide 9 - Sondage

'choisiront' is de vorm die hoort bij 'ils/elles'
Oui oui!
Non.
Je ne sais pas?

Slide 10 - Sondage

Er zijn ook onregelmatige vormen. 
Zie blz. 38 in je tekstboek hiervoor. 

Slide 11 - Diapositive

Voorbeelden van onregelmatige werkwoorden zijn:

Slide 12 - Question ouverte

Au travail!
ga naar www.verbuga.eu. klik op de volgende opties:

Temps > futur
Verbes irréguliers > avoir, aller, être, faire, pouvoir, voir 
Verbes réguliers > donner
Confirmer.


Slide 13 - Diapositive

Devoirs
Apprendre futur simple

Apprendre voca A, B en E, H2.

Slide 14 - Diapositive