5.2 Van atoomwedloop tot val van de Muur

5.2: Van atoomwedloop tot val van de Muur 
Deze les ga je zelfstandig aan de slag.

1. Lees paragraaf 5.2. Dit doe je in je eentje en in alle rust.

2. Er volgen fragmenten en vragen. Die ga je steeds maken. Soms moet je een bron bekijken of lezen. 
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

5.2: Van atoomwedloop tot val van de Muur 
Deze les ga je zelfstandig aan de slag.

1. Lees paragraaf 5.2. Dit doe je in je eentje en in alle rust.

2. Er volgen fragmenten en vragen. Die ga je steeds maken. Soms moet je een bron bekijken of lezen. 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Afschrikking
  • Vanaf 1949 had ook de SU een atoombom ontwikkeld
  • De angst dat steeds meer landen communistisch zouden worden was groot
  • De VS en de SU bouwden steeds meer kernwapens om elkaar af te schrikken
  • Stalin (SU) stierf in 1953 en werd opgevolgd door Chroesjtsjov
  • Oost-Europese landen die door de SU communistisch waren gemaakt hadden geen vrijheid ==> Hongaarse opstand 1956

Slide 3 - Diapositive

Lees de tekst. Welke twee gebeurtenissen leidden tot angst voor een Russische aanval op Europa?

Slide 4 - Question ouverte

Waar was de maker van de bron bang voor?

Slide 5 - Question ouverte

Bekijk de bron. Voor welke vraag is de bron bruikbaar (geeft de bron dus antwoord op)
A
Hoe werd in de VS over het communisme gedacht?
B
Hoe serieus was het plan van de SU om de VS aan te vallen?
C
Hoe is het te verklaren dat de VS en de SU een wapenwedloop hielden?
D
Hoe reageerden Amerikaanse communisten op dit soort propaganda?

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Lees de tekst over de Hongaarse opstand op de vorige dia. Welke rol speelde de dood van Stalin in het ontstaan van de opstand?

Slide 9 - Question ouverte

a. Lees nogmaals de tekst over de opstand. Welke 3 beloften deed de Hongaarse leider Nagy?
b. Hoe eindigde de opstand?

Slide 10 - Question ouverte

Welk militair bondgenootschap ontstond in 1949 in het westen (VS en bondgenoten)?
A
Warschau pact
B
NAVO (NATO)
C
VN
D
Volkenbond

Slide 11 - Quiz

Welk militair bondgenootschap ontstond in 1955 in Oost-Europa (SU en bondgenoten)
A
NAVO
B
Stalin-pact
C
Verenigde Naties
D
Warschau-Pact

Slide 12 - Quiz

Stelling: de absurde wapenwedloop in kernraketten zorgde juist voor vrede. Beargumenteer of je het hiermee eens bent

Slide 13 - Question ouverte

De Cubacrisis 1962: hoogtepunt Koude Oorlog
  • De Cubaanse communist Fidel Castro was bevriend met de SU
  • In 1962 ontdekte de Amerikanen Russische kerninstallaties op Cuba (dicht bij de VS)
  • Kennedy eiste afbraak van de installaties en het omkeren van Russische schepen met kernwapens op weg naar Cuba
  • Dagenlang leek een kernoorlog dichtbij. Uiteindelijk liet Chroesjtsjov de schepen omkeren.
  • Kennedy beloofde Cuba met rust te laten
Na de Cuba Crisis werd de relatie tussen de VS en SU iets beter. Men wilde geen risico meer lopen op miscommunicatie en er werd een directe telefoonverbinding aangelegd tussen Moskou en Washington 

Slide 14 - Diapositive

Wat betekent het begrip 'Koude Oorlog' en waarom kun je de Cuba crisis zien als hoogtepunt van die Koude Oorlog?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Vidéo

Praagse Lente (1968)
  • Dubcek, nieuwe communistische leider, wilde hervormingen: 'communisme met een menselijker gezicht' (meer vrijheid)
  • Brezjnev (leider SU 1964 -1982) komt met 'Brezjnevdoctrine'  (Het Warschau-pact grijpt in als een Oostblokland afglijdt richting kapitalisme) 
  • Augustus: Warschaupactlanden vallen Praag (Tsjecho-Slowakije ) binnen
  • Dubcek afgezet en hervormingen teruggedraaid.

Slide 17 - Diapositive

Michail Gorbatsjov 1985

  • Perestrojka: economische hervormingen
  1. Staat gaat zich minder bemoeien met economie, meer initiatief van burgers toegestaan.
  2. Ontwapening (meer geld voor economie)
  3. Glasnost = openheid.
  4. Democratischer bestuur, meer partijen toegestaan.

Slide 18 - Diapositive

a. Waarom besloot Gorbatsjov tot openheid en hervormingen? b. Noem 2 veranderingen in de buitenlandse politiek

Slide 19 - Question ouverte

Waarom kun je zeggen dat Gorbatsjov het tegendeel bereikte van wat hij wilde bereiken?

Slide 20 - Question ouverte

Wat laat Gorbatsjov aan de DDR (O-Duitsland) weten? Waren ze hier blij mee? Welk gevolg had dit uiteindelijk?

Slide 21 - Question ouverte

In welk jaar is deze spotprent gemaakt? Leg uit met een beeldelement.

Slide 22 - Question ouverte

Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste tijdvolgorde:
1. bouw Berlijnse muur 2. Hongaarse opstand 3. Cubacrisis
4. dood Stalin 5. Praagse lente 6. Val van de muur

Slide 23 - Question ouverte