La Renaissance

La Renaissance
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

La Renaissance

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je van.....
La renaissance?

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Vidéo

la Renaissance
  • mens- en wereldbeeld veranderd  (<<ME alles op aarde is ondergeschikt aan God, het hiernamaals is heilig: memento mori)
  •  Begint in Italië vanaf ongeveer 1300 (eerste tekenen) en spreidt zich over Europa tot ongeveer 1650.
  • Ontstaat in de de zeer welvarende stadsstaten (Genua, Venetië, Napels, Florence). Economie en handel (vooral met Midden-Oosten) spelen een belangrijke rol in de veranderingen. Rijke families maken de dienst uit en gaan geld uitgeven aan kunst en onderzoek. Bijv familie de Medici. 

Slide 4 - Diapositive

Waarom de hernieuwde belangstelling voor de oudheid?
  • In Italië waren natuurlijk al veel overblijfselen van de Romeinen en de Grieken. 
  • De val van Constantinopel in 1453 (komt in handen van de Turken, het Otto romaanse rijk) zorgde ervoor dat veel geleerden vluchtten uit het Byzantijnse rijk naar het westen en ze namen belangrijke geschriften over wetenschap, mensbeeld, de oude filosofen  mee, zaken die lange tijd verdwenen waren , komen ineens terug. Er komt dus een boost van klassieke teksten terug in het westen.
  • Teksten uit de Klassieke oudheid en Middeleeuwen werden verbeterd. Monniken maakten wel eens fouten bij het overschrijven en een groep mensen wilde dat verbeteren.
  • De klassieke waarden van de oudheid werden dus opnieuw geboren: vandaar de naam renaissance. Naître = geboren worden, la naissance de geboorte en re- als voorvoegsel betekent her, opnieuw.

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn die waarden?

  • De mens wordt belangrijk en staat centraal als mens en niet meer als iemand die slaafs doet wat de kerk voorschrijft.
  • De mens moet zichzelf ontwikkelen. Hij heeft de plicht zichzelf beter te maken en te leren,  op zoveel mogelijk gebieden, kennis verwerven (uomo universale) De bekendste homo universalis is Leonardo da Vinci (1452-1519), een man die eigenlijk alles kon, experimenten deed, zich verdiepte, dingen uitvond en zich steeds verder ontwikkelde en dat ook opschreef.
  • Dit denken heet humanisme : de mens is belangrijk en moet zichzelf blijven bestuderen. 
  • Nieuw motto: Het leven op aarde is de moeite waard. Verschuiving van Memento mori (Gedenk te sterven) naar Carpe diem (Pluk de dag)
  • Gezag en dogma's moeten de mens niet beperken.

Slide 6 - Diapositive

Wat was de impact van de uitvinding van de boekdrukkunst in 1450?
  • Boeken worden minder kostbaar en kennis kan zich sneller verspreiden. 
  • Het onderwijs spreidt zich uit en meer mensen kunnen daardoor lezen.
  • Nieuwe kritische ideeën over het geloof kunnen zich snel door Europa verspreiden.
  • Hervormers als Luther en Calvijn vertalen de Bijbel in volkstaal en de gewone mensen krijgen nu toegang tot boeken en kunnen zelf kennis nemen ervan en kritisch nadenken.
  • Johannes Gütenberg was de uitvinder.

Slide 7 - Diapositive

Wat wordt in de Renaissance herontdekt?
A
De Middeleeuwen
B
Latijn
C
Gallië
D
De klassieke oudheid

Slide 8 - Quiz

Leonardo da Vinci wordt ook wel homo universalis genoemd. Wat is dat?

Slide 9 - Question ouverte

La littérature pendant la Renaissance
  • le roman satirique : François Rabelais
  • les essais : Michel de Montaigne
  • les poètes de la Pléiade
  • le sonnet: Pierre de Ronsard | Joachim du Bellay

Slide 10 - Diapositive

François Rabelais (ca 1494-1553)
  • schrijver en arts
  • genre: satire = mix van humor, fantasie en maatschappijkritiek
  • Bekendste werken: Pantagruel (1532) en Gargantua (1534)
  • stijlfiguur: hyperbool (sterke overdrijving)
  • le burlesque = platte humor
  • serie van 5 boeken over reuzenfamilie, waarvan eerste deel onder een pseudoniem dat een anagram is van zijn echte naam: Alcofribas Nasier
  • thema's: onderwijs, spreekkunst,  maatschappelijk leven,  oorlog

Slide 11 - Diapositive

Les situations sont grotesques, les images exagérées, très peu de vraisemblance. Le personnage principal est grossier et maladroit, mais devient un géant plein d'énergie et bienveillant qui devient très instruit grâce à son maître Ponocrates. Rabelais s'adresse dans son prologue aux lecteurs: il ne faut pas s'arrêter aux apparences, il faut chercher un sens plus profond à ces aventures joyeuses.

Slide 12 - Diapositive

De mond als uitdrukkingsorgaan van het zelfstandig denkend individu dat zich heeft ontwikkeld.
De mond als doorgeefluik van gargantueske hoeveelheden voedsel en drank en als uitlaatklep van groteske oprispingen en boeren.
De mond als medium van overdrijving en leugen.
Rabelais en Cervantes zijn de grondleggers van deze 'moderne' roman, een nieuw genre dat zich kenmerkt door grenzeloze vrijheid. Hij is aan de ene kant serieus over het humanistische ideaal, maar relativeert dat door het kluchtige kader waarin hij het verhaal situeert.

Slide 13 - Diapositive

Michel de Montaigne (1533-1592)
essay
schrijver als individu
zelfonderzoek
motto: Que sais-je?:
filosoof en politicus

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

La vie personnelle
Montaigne wordt in 1533 geboren als Michel Eyquem op het kasteel van Montaigne, vlakbij Bordeaux. Zijn familie was rijk geworden door de vishandel en de wijnbouw. Zijn vader werd burgemeester van Bordeaux en Michel ging rechten studeren. Tijdens zijn studie verdiepte hij zich in teksten uit de klassieke oudheid en in geschiedenis.
Montaigne leefde in de tijd van de Renaissance en liet zich, net als vele andere filosofen uit zijn tijd, inspireren door de cultuur van de klassieke oudheid. Zo geeft hij aan dat hij zich in zijn werk onder andere baseert op Plutarchus en Seneca. Aanvankelijk ziet hij veel heil in de Stoïcijnse standvastige leefwijze, maar vindt dit later onmenselijk. Hij meet zich steeds meer een houding van een scepticus aan, en stelt dat het beter is om vragen te stellen dan om vaste antwoorden te prediken.


Slide 16 - Diapositive

Michel de Montaigne als politicus
Montaigne was niet alleen een filosoof, maar bekleedde ook belangrijke functies in Bordeaux. Zo was hij van 1557 tot 1570 magistraat bij het gerechtshof van de stad en van 1582 tot en met 1585 burgemeester, in de voetsporen van zijn vader. In de tussenliggende periode leidde hij echter een teruggetrokken bestaan, waarin hij zijn hoofdwerk schreef.

Slide 17 - Diapositive

Les Essais 


Les Essais is kenmerkend voor de Renaissance omdat het een persoonlijk werk is van de schrijver en omdat er veel gerefereerd wordt aan stukken uit de Oudheid.
In elk 'Essai' doet Montaigne een zelfonderzoek gebaseerd op maatschappelijke of filosofische kwestie.
Losse vorm van schrijven: het is net of iemand die je goed kent tegen je praat. 

Slide 18 - Diapositive

Les Essais
- Lees de aanhef en eerste zin. 
- Lees vervolgens de onderstreepte zinnen. 
- Wat valt je op? Wat zegt Montaigne hier? 

Slide 19 - Diapositive

  • Les poètes de la Pléiade 

  • Zevengesternte -> groep van zeven dichters
  • Doel? Franse taal en literatuur met behulp van klassieke en buitenlandse voorbeelden op hoger plan brengen
  • Nadruk? Gedichten op het aardse leven en liefde tussen man en vrouw
  • Pierre de Ronsard

  • Leider van de groep
  • Sonnet 
  • Vooral liefdesgedichten 
  • 'Cueillez dès aujourd'hui les roses de la vie'  

Joachim du Bellay
  • Les Regrets 
  • Dichtbundel geschreven 
      vanuit Italië waarin hij zijn 
      geboortestreek vergelijkt.
  • Nostalgie is een belangrijk onderwerp

Slide 20 - Diapositive

la Pléiade expliquée
In het volgende filmpje worden de letters van la Pléiade gebruikt om uit te leggen wat de dichters wilden bereiken met hun groep.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Testez vos connaissances sur la Renaissance: 

Slide 23 - Diapositive

Noem de achternamen van 3 schrijvers uit de Renaissance.

Slide 24 - Carte mentale

Wie is geen schrijver uit de Renaissance?
A
Villon
B
Montaigne
C
Rabelais
D
du Bellay

Slide 25 - Quiz

Van welke scrhijver is dit boek?
A
Pierre de Ronsard
B
François Rabelais
C
Michel de Montaigne
D
Marie de France

Slide 26 - Quiz

Voorbeeldvraag

Slide 27 - Diapositive

Rabelais
Montaigne
Ronsard
du Bellay
Les Essais
Cueillez dès aujourd'hui les roses de la vie.
Les Regrets
Pantagruel et Gargantua

Slide 28 - Question de remorquage

Wat is geen vormkenmerk van het sonnet?
A
14 regels
B
2 kwatrijnen
C
2 terzetten
D
envoi

Slide 29 - Quiz

Hoe heet de beroemde dichtersgroep in de Renaissance?

Slide 30 - Question ouverte

Waarom was de boekdrukkunst zo belangrijk in de Renaissance?

Slide 31 - Question ouverte

Wat is geen kenmerk van de Renaissance?
A
humanisme
B
Klassieke Oudheid
C
hoofse liefde
D
kritisch denkvermogen

Slide 32 - Quiz

Wat is een alexandrijn?

Slide 33 - Question ouverte

Wat is een essay?

Slide 34 - Question ouverte

Wat is een homo universalis?

Slide 35 - Question ouverte

Wie hoort hier niet thuis?
A
Leonardo da Vinci
B
Chrétien de Troyes
C
Michel de Montaigne
D
Joachim du Bellay

Slide 36 - Quiz

Wat was het onderwerp van de tekst van Michel de Montaigne die we lazen?

Slide 37 - Question ouverte

Welke gebeurtenis is niet uit de Renaissance?
A
boekdrukkunst
B
ontdekking Amerika
C
Edict van Nantes
D
100-jarige oorlog

Slide 38 - Quiz

Wie leefde niet in de Renaissance?
A
François Rabelais
B
Joachim du Bellay
C
Marie de France
D
Pierre de Ronsard

Slide 39 - Quiz

Wat zijn de kenmerken van een klassiek Frans sonnet?

Slide 40 - Question ouverte

Chenonceau
Chambord
In het volgende filmpje leer je iets meer over de bekendste kastelen in de Loirestreek die dateren uit de Renaissancetijd.

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Vidéo