begrijpend lezen

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 4

begrijpend lezen

begrijpend lezen

Korte teksten lezen en vragen beantwoorden

De Ballon

Een ballon kun je opblazen. Ze kunnen vele kleuren hebben. Rood, blauw, geel of groen. Op feestjes zien we ze vaak. Ze maken het extra vrolijk. Kinderen houden ervan ze vast te houden. Of ze aan een touwtje te hebben. Maar als je ze loslaat, vliegen ze weg. Hoog, tot je ze niet meer ziet. Laat ze niet los in de natuur! Want dieren kunnen ze opeten en ziek worden. Het is dus belangrijk om goed op je ballon te passen.

maak duidelijk dat als de leerling de verschillende manieren van lezen kan toepassen hij of zij de vragen sneller kan beantwoorden. 

Er zijn nog meerdere manieren die komen ook in de volgende video aan bod.

Waarom moet je een ballon niet loslaten in de natuur?

1. dieren kunnen er mee spelen
2. Ze vliegen weg tot je ze niet meer ziet
3. dieren kunnen ze opeten en ziek worden

Morgen heeft Roos een feest. Ze wil er op haar best uitzien. Daarom gaat ze naar de (1) om zich voor te bereiden.
welk woord past het beste op (1)?

1. bakker
2. dierentuin
3. kapper
4. dokter

Lotte hoort een hard geluid buiten. Het is donker en ze ligt in bed. Ze trekt de dekens over haar hoofd en haar hart begint sneller te kloppen. Ze durft niet naar het raam te kijken. Haar vader komt binnen en zegt dat alles goed is. Maar Lotte voelt zich nog steeds niet veilig.

maak duidelijk dat als de leerling de verschillende manieren van lezen kan toepassen hij of zij de vragen sneller kan beantwoorden. 

Er zijn nog meerdere manieren die komen ook in de volgende video aan bod.

Hoe voelt Lotte zich?

1. blij
2. bang
3. boos
4. trots

Sara stond voor de klas. Het was haar beurt om een spreekbeurt te houden. Ze keek naar haar klasgenoten en voelde haar handen trillen. Ze begon te praten, maar haar stem was zacht. Sara haalde diep adem en probeerde het opnieuw. Ze voelde zich nog steeds gespannen, maar langzaam ging het beter.

maak duidelijk dat als de leerling de verschillende manieren van lezen kan toepassen hij of zij de vragen sneller kan beantwoorden. 

Er zijn nog meerdere manieren die komen ook in de volgende video aan bod.

Hoe voelde Sara zich toen ze haar spreekbeurt begon?

1. blij
2. trots
3. verdrietig
4. onzeker

In de klas

In de klas zijn er regels die ervoor zorgen dat iedereen rustig kan werken en leren. Maar welke regels zijn er in de klas?

Wat moet je doen?

- Je hand opsteken als je iets wilt zeggen.

- Luisteren naar de juf of meester.

- …

maak duidelijk dat als de leerling de verschillende manieren van lezen kan toepassen hij of zij de vragen sneller kan beantwoorden. 

Er zijn nog meerdere manieren die komen ook in de volgende video aan bod.

Deze tekst is niet af. Waar zal de rest van de tekst over gaan?

1. over waarom regels belangrijk zijn
2. over wat je moet doen als je de regels breekt
3. over welke regels er gelden in de klas
4. over welke beloning je krijgt

In de keuken

Sam loopt naar de keuken. Daar ligt een brood op tafel. Hij pakt een mes en snijdt een paar dikke plakken. Daarna smeert hij er boter op. Sam zet het bord op tafel. Hij gaat zitten en begint te eten.

Lees het dikgedrukte woord. Wie of wat wordt bedoeld met daar?

maak duidelijk dat als de leerling de verschillende manieren van lezen kan toepassen hij of zij de vragen sneller kan beantwoorden. 

Er zijn nog meerdere manieren die komen ook in de volgende video aan bod.

Wie of wat wordt bedoeld met daar?

1. In de keuken
2. op de tafel
3. in de broodtrommel
4. in de woonkamer

De toren van Pisa

De toren van Pisa staat in Italië. Het is een hoge, witte toren. De toren is heel beroemd omdat hij scheef staat. Dat gebeurde tijdens het bouwen. De grond onder de toren was niet stevig genoeg. Mensen dachten dat de toren zou omvallen. Maar dat is niet gebeurd. Nu zorgen bouwvakkers ervoor dat hij niet verder scheef zakt. Veel toeristen komen kijken. Ze maken grappige foto’s. Het lijkt dan alsof ze de toren rechtduwen. De toren van Pisa is al heel oud. Heb jij er ooit een foto van gezien?

Lees het dikgedrukte woord. Wie of wat wordt bedoeld met dat?

maak duidelijk dat als de leerling de verschillende manieren van lezen kan toepassen hij of zij de vragen sneller kan beantwoorden. 

Er zijn nog meerdere manieren die komen ook in de volgende video aan bod.

Wie of wat wordt bedoeld met dat?

1. het bouwen van de toren
2. het scheef staan van de toren
3. de witte kleur van de toren
4. Het maken van de foto's

Vlinders hebben mooie kleuren. Ze vliegen van bloem naar bloem. Zo halen ze nectar uit de bloemen. Vlinders komen uit een cocon. Eerst is er een rups, die eet blaadjes. Daarna wordt het een cocon en later een vlinder.

Lees het dikgedrukte woord. Wie of wat wordt bedoeld met ze?

1. de bloemen
2. de rupsen
3. de vlinders
4. de blaadjes

Tom liet per ongeluk zijn glas vallen.
Het viel kapot op de grond.
Tom zei: ‘Wat stom van mij!’

Wat betekent per ongeluk?

1. expres gedaan
2. zonder het te willen
3. heel snel gedaan
4. heel goed gedaan

Bomen zijn belangrijk voor onze planeet. Ze geven ons zuurstof om te ademen. Bomen bieden ook een thuis aan veel dieren. Zonder bomen zou de aarde er heel anders uitzien. Bomen geven schaduw op warme dagen en hun bladeren veranderen van kleur in de herfst. Mensen gebruiken hout van bomen om huizen en meubels te maken.

Waar gaat het in deze tekst vooral over?

1. dieren
2. de planeet
3. bomen
4. zuurstof