Les 11 (§ 1.4) (1B)
1 / 20
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Nederland ligt op de......
A
Noord Amerikaanse plaat
B
Euraziatische plaat
C
Indisch-Australische plaat
D
Afrikaanse plaat
Slide 3 - Quiz
De aardkorstplaat waar Nederland op ligt.....
A
ligt stil
B
beweegt
Slide 4 - Quiz
Plaattektoniek is........voor het feit dat de aardkorst waar NL op ligt beweegt.
A
de oorzaak
B
het gevolg
Slide 5 - Quiz
Globaal gezien is Nederland in de loop van vele jaren verschoven van .......
A
het noorden naar het zuiden
B
het zuiden naar het noorden
C
het westen naar het oosten
D
het oosten naar het westen
Slide 6 - Quiz
Geologen zijn mensen die zich bezig houden met......
A
de wereldeconomie
B
het heelal
C
het ontstaan en de ontwikkeling van de aarde
Slide 7 - Quiz
De geologische tijdschaal verdeelt de geschiedenis van de aarde in......
A
twee tijdvakken
B
meerdere tijdvakken
Slide 8 - Quiz
Tijdvakken zijn bepaalde perioden waarin .......
A
dezelfde dieren en planten leefden
B
verschillende dieren en planten leefden
Slide 9 - Quiz
Tijdvakken zijn bepaalde perioden waarin .......
A
hetzelfde klimaat heerste
B
verschillende klimaten heersten
Slide 10 - Quiz
Volgens de evoluatie-theorie is het leven op aarde.....
A
altijd al hetzelfde geweest
B
ontwikkeld van complex naar eenvoudig leven
C
ontwikkeld van eenvoudig naar complex leven
Slide 11 - Quiz
De steenkoollagen in de Nederlandse bodem zijn ontstaan toen Nederland.......
A
in de buurt van het huidige Antarctica lag.
B
in de buurt van de evenaar lag.
C
in de buurt van de huidige Sahara lag
Slide 12 - Quiz
De lagen zoutsteen in de Nederlandse bodem zijn ontstaan in de periode dat Nederland ......
A
in de buurt van het huidige Antarctica lag.
B
in de buurt van de evenaar lag.
C
in de buurt van de huidige Sahara lag
Slide 13 - Quiz
Nederland als één grote ijsvlakte troffen we aan toen Nederland.....
A
in de buurt van het huidige Antarctica lag.
B
in de buurt van de evenaar lag.
C
in de buurt van de huidige Sahara lag
Slide 14 - Quiz
Fossielen zijn resten van .......in de bodem.
A
planten
B
dieren
C
planten en dieren
Slide 15 - Quiz
Fossielen vertellen .......over de natuurlijke omstandigheden van vroeger.
A
wel iets
B
niets
Slide 16 - Quiz
Hoe dieper de bodemlagen, des te
A
jonger de bodemlagen
B
ouder de bodemlagen
