H5 consumenten en producenten surplus

surplus
Het meten van welvaart
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

surplus
Het meten van welvaart

Slide 1 - Diapositive

welvaart meten
welvaart = mate van behoeftevoorziening

Kan iedereen in zijn behoeften voorzien?

Slide 2 - Diapositive

Consumentensurplus
Stel er is een reep chocolade te koop. 

Slide 3 - Diapositive

Stel er is een reep chocolade te koop. Hoeveel geld heb jij daarvoor over?

Slide 4 - Question ouverte

Consumentensurplus
Stel de reep is te koop voor €2,00.
Iedereen die bereid was meer te betalen, heeft een consumentensurplus. 

Het verschil tussen je betalingsbereidheid en de verkoopprijs is het consumentensurplus.
Het is dus het voordeel voor de consument.

Slide 5 - Diapositive

Consumentensurplus
De mensen die het product gekocht hebben, hadden ook wel meer geld willen betalen. 
a. zij kopen het product, dus hun behoefte is bevredigd
b. ze kopen het voor minder of gelijk aan hun betalingsbereidheid. 

Het voordeel dat de consument heeft is het surplus

Slide 6 - Diapositive

De vraaglijn (vb)

Consumentensurplus, verschil tussen maximale betalingsbereidheid en prijs. 


Stel de evenwichtsprijs is €3,- bereken het consumentensurplus 

Slide 7 - Diapositive

oppervlakte van een driehoek?
berekening oppervlakte van een driehoek =
1/2 * lengte * hoogte

Slide 8 - Diapositive

De vraaglijn (vb)

Consumentensurplus, verschil tussen maximale betalingsbereidheid en prijs. 


Stel de evenwichtsprijs is €3,- bereken het consumentensurplus 

Slide 9 - Diapositive

De vraaglijn (vb)

Consumentensurplus, verschil tussen maximale betalingsbereidheid en prijs. 


Stel de evenwichtsprijs is €3,- bereken het consumentensurplus 

Consumentensurplus is: 

(€5 - €3) * 20 * 0,5 = 20 de waarde van het consumentensurplus is 20.  

Slide 10 - Diapositive

Producentensurplus =
Alles wat de producent meer voor zijn product krijgt dan dat hij ervoor wil hebben. 

Slide 11 - Diapositive

Producentensurplus 
Sommige producenten willen ook onder de marktprijs produceren. Dit is het producentensurplus. 

Aanbodlijn heeft een stijgend verloop, hogere prijs, meer winst dus meer aanbod. 

Slide 12 - Diapositive

bereken het consumenten- en producentensurplus

Slide 13 - Diapositive

consumentensurplus
en producentensurplus samen = totale welvaart

Slide 14 - Diapositive

consumenten- en producentensurplus
Het consumentensuplus:
(22 - 10) x 2.000 / 2
= € 12.000
Het producentensurplus:
(10 - 3) x 2.000 / 2
= € 7.000

Slide 15 - Diapositive