Week 3 klas 1+2

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

 Doel van de les

  Lidwoorden

1. Quiz 

2. Lidwoorden

2.  Vandaag  maak je Bron A + C

   Leren woordjes voor SO 

Deberes: 

Welke Spaanstalige beroemdheden ken je?

Sleep de naam naar de juiste foto

Penélope Cruz

Lionel Messi

Máxima

Shakira

Daddy Yankee y Fonzi

Rafa Nadal

Hoe zeg je in het Spaans:
Ik woon in ...

1. Vivo en ...
2. Tengo ...
3. Me llamo ...
4. Tú tienes ...

Hoe zeg je in het Spaans:
Ik ben ... jaar oud.

1. Me llamo ...
2. Vivo en ...
3. Tengo ... años.
4. Te llamas ...

Hoe zeg je in het Spaans:
Ik heet ...

1. Te llamas
2. Yo tengo
3. Tú tienes
4. Me llamo

Hoe zeg je in het Spaans: Kunt u dat herhalen?

1. ¿Tienes las notas?
2. ¿Puedo abrir la ventana
3. ¿Repítalo por favor?
4. No lo sé

Hoe kun je vragen: "Hoe gaat het?"

1. ¿cómo estás?
2. ça va?
3. ¿qué tal?
4. tudo bem?

Hoe kun je iemand in het Spaans begroeten?

1. ¡hola!
2. ¡buenos días!
3. bonjour!
4. ciao!

Het juiste lidwoord voor CHICA is...

1. LA
2. EL
3. LAS
4. LOS

¿Tú hablas español?

No

Un poco

Sí, ¡hablo español!

Ik begrijp de vraag niet