Herhaling - sterke werkwoorden

Les meervoudsvormen 

Welke woorden schrijf je met een 's? 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 12 min

Éléments de cette leçon

Les meervoudsvormen 

Welke woorden schrijf je met een 's? 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik
Zwakke en sterke werkwoorden 

Meervoudsvormen met een 's

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud van de les
Terugblik naar de vorige les
Voorkennis activeren (startopdracht)
Instructie / uitleg
Leerdoel van deze les
Zelfstandige verwerking
Afsluiten/ evalueren

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden veranderen niet van klank in de verleden tijd maar krijgen te(n) of de(n). Je kan de regel met 't x kofschip gebruiken. 

Sterke werkwoorden veranderen van klank in de verleden tijd. Er is geen regel voor deze woorden. Je moet ze gewoon onthouden! 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sterk werkwoord
Zwak werkwoord
Zingen
Klappen
Lopen
Reizen
Fietsen
Kijken
Lezen
Spelen

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de verleden tijd van schrijven? Denk er aan: het is een sterk werkwoord!
A
Schreven
B
Schrijfden

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is een sterk werkwoord?
A
Dansen
B
Kopen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel van deze les
*Aan het einde van deze les weet je wat een sterk werkwoord is. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sterke werkwoorden verleden tijd.

Bijvoorbeeld:
ik drink - ik dronk
ik vecht - ik vocht

Dit zijn onregelmatige werkwoorden.

Slide 9 - Diapositive

Leg uit.

Sterke werkwoorden verleden tijd.
Bijvoorbeeld:
ik drink - ik dronk
ik vecht - ik vocht
Dit zijn onregelmatige werkwoorden
Welk woord is een sterk werkwoord?
A
Fietsen
B
Lopen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is een sterk werkwoord?
A
Rijden
B
Sprinten

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is een sterk werkwoord?
A
Schrijven
B
Redden

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is een sterk werkwoord?
A
Bakken
B
Zwemmen

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de verleden tijd van lopen? Denk er aan: het is een sterk werkwoord!
A
Loopten
B
Liepen

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de verleden tijd van zwemmen? Denk er aan: het is een sterk werkwoord!
A
Zwommen
B
Zwemden

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig werken
timer
20:00
Zelfstandig werken
Maak je werkbladen in het werkboekje.

Kijk je werk zelf na. 


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik weet nu wat een sterk werkwoord is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions