Les 10: Vervolg 2.3 DE AARDE BEEFT Plein M werkboek 1A

• Mens & Maatschappij
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Bij MMY!

Terugblik 

Pak je werkboek op blz. 62 t/m 64. 

Probeer de vragen zonder je boek te maken.
Weet je een antwoord echt niet,

zoek het dan op in je boek. 

Als je kijkt naar het nieuws en het gaat over een aardbeving.
Wat valt je dan op?

Aardkern

Aardkorst

Aardmantel

A

B

C

Aardkorst

Aardkern

Aardmantel

Dit is de laag waarop wij leven.

Het is hier 

5000 graden.

Stroperig gesteente, dat langzaam beweegt. Magma. 

Een laag van dun hard gesteente. 

Dit is het 

middelpunt 

van de aarde.

Bewegende aardkorst

• De aardkorst drijft op de mantel

• Er zitten breuken in de aardkorst  --> aardkorstplaten                        --> aardplaten                                  --> platen

• De aardkorstplaten bewegen over de mantel 

Welke beweging maken de
Zuid-Amerikaanse plaat en Afrikaanse plaat?
Tip: blz. 64 bron 23

Welke beweging maken
de Zuid-Amerikaanse plaat
en Nazca plaat?
Tip: blz. 64 bron 23

Bergen

Bergen ontstaan wanneer twee aardkorstplaten met elkaar botsen. Bij zo’n botsing verkreukelt de aardkorst. Vergelijk

 het maar met twee Marsrepen die je in elkaar

 schuift. 

De aardkorst raakt langzaam verbogen,

wordt in elkaar geperst en omhooggeduwd. Zo ontstaan hoge gebergte, zoals het Himalayagebergte in Azië. Daarin liggen bergen die hoger zijn dan acht kilometer.

De Alpen zijn de grootste en hoogste bergen van Europa. Het ligt tussen Frankrijk en Italië. 

De Alpen strekken zich uit over 8 landen: Frankrijk, Monaco, Italië, Zwitserland, Liechtenstein, Duitsland, Oostenrijk en Slovenië.

De Pyreneeën liggen op de grens van Spanje en Frankrijk.  

De bergketen is ruim 400 kilometer lang en loopt van de Golf van Biskaje tot aan de Middellandse zee.

De Pyreneeën zijn een gebergte op
de grens van Spanje en Frankrijk.
Hoe zijn deze ontstaan denk je?

Hoe aardbevingen ontstaan.

Bij botsende aardkorstplaten ontstaan gebergte, maar ook aardbevingen. De spanning tussen twee platen wordt langzaam opgebouwd. En dan: Bam! 

De platen schuiven met een schok naar hun nieuwe plek. Dit veroorzaakt trillingen in de aardkorst: een aardbeving. Meestal is dat kilometers diep in de aardkorst.

Niet overal komen aardbevingen voor. Wanneer je midden op een grote plaat woont, is de kans klein dat je een aardbeving meemaakt. Langs de randen van de platen komen aardbevingen vaak voor. Dat is precies de plek waar platen elkaar raken.

De schaal van Richter

Elke dag zijn er duizenden aardbevingen. Dit 

wordt met speciale apparaten in de gaten gehouden. 

Vaak merken we er niks van, zijn de aardbevingen 

heel licht. Maar soms schudt de aardkorst zo hard 

heen en weer dat delen van huizen erdoor instorten 

(bron 25).

Hoe zwaar (heftig, erg, sterk) een aardbeving is, 

wordt gemeten op de schaal van Richter.

Hoe zwaarder de aardbeving, hoe hoger de score. 

De scores lopen van 0,1 tot en met 12 (bron 26).

De zwaarste aardbeving die ooit gemeten is, was 9,6 

op de schaal van Richter. Dan is alles helemaal verwoest.

Schaal van Richter

Kracht van aardbeving wordt

aangegeven met de

schaal van Richter 

                           

                                  Filmpje (1:30 min)

Verwerking.

Werkboek blz. 65 t/m 66.

Opdracht 4 t/m 6.

Werkboek blz. 67.

Opdracht 1 t/m 2

Huiswerk.

- TOETS hoofdstuk 2, paragraaf 3. 

LEREN:

- Werkboek, blz. 63: Opbouw van de aarde & opd. 2.

- Werkboek blz. 64: Bewegende aardkorstplaten & opd. 3.

- Werkboek blz. 65: Bergen. 

- Werkboek blz. 65: Hoe aardbevingen ontstaan & opd. 5.

- Werkboek blz. 66: Gevolgen van aardbevingen & opd. 6. 

- Werkboek blz. 76: Begrippen  2:3 De aarde beeft.

- Samenvatting