H3,3(nova) kloppend maken (zelf)

§ 3.3 Reactievergelijkingen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

§ 3.3 Reactievergelijkingen

Slide 1 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een reactieschema en reactievergelijking?
A
Reactieschema = symbolen Reactievergelijking = woorden
B
Reactieschema = niet kloppend Reactievergelijking = wel kloppend gemaakt
C
Reactieschema = woorden Reactievergelijking = symbolen
D
Er is geen verschil tussen een reactieschema en vergelijkingen

Slide 2 - Quiz

Maak de reactievergelijking kloppend

... AgCl --> ... Ag + ... Cl2
A
2 . 1. 1.
B
4 . 4. 2.
C
2 . 2 . 1.
D
1 . 1 . 1.

Slide 3 - Quiz

Op de volgende slide zie je een filmpje

Dit filmpje is ter ondersteuning. 
Mocht je vergeten zijn hoe je een reactie kloppend moet maken kun je dit terug kijken. 
Het zijn allemaal voorbeelden die steeds moeilijker worden. 
Gaat het goed? Dan ga je door. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Maak de reactievergelijking kloppend

C5H12 + .... O2 --> 5 CO2 + 6 H20
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 6 - Quiz

Welke coefficienten moet je invullen om de reactie kloppend te maken?

....P(s)+....Cl2....PCl5
A
1 . 2. 5.
B
2 . 5 . 2.
C
2 . 2 . 5.
D
1 . 5 . 2.

Slide 7 - Quiz

Maak de reactievergelijking kloppend
...Mg(s)+...HCl(aq)...MgCl2(aq)+...H2(g)
A
2 . 4 . 2 . 2
B
2 . 1 . 1 . 2
C
1 . 2 . 1 . 2
D
1 . 2 . 1 . 1

Slide 8 - Quiz

Maak de onderstaande reactievergelijking kloppend:
...H2S(g)+...O2(g)>...H2O(l)+...SO2(g)
A
1 -1-1-1
B
1-2-1-1
C
1-2-2-1
D
2-3-2-2

Slide 9 - Quiz

Maak de volgende reactievergelijking kloppend:
....KMnO4(s)
..K2O(s)+...MnO(s)+...O2
A
4. 1. 2. 2.
B
4. 2. 4. 5.
C
4. 2. 4. 6.
D
1. 1. 2. 1.

Slide 10 - Quiz

Wat is het symbool van...
Jullie krijgen 5 namen te zien en moeten binnen 10 seconden het juiste symbool aangeven

Slide 11 - Diapositive

Koper
A
C
B
Cu
C
K
D
CU

Slide 12 - Quiz

waterstofperoxide
A
H
B
H2
C
H2O
D
H2O2

Slide 13 - Quiz

methaan
A
CH4
B
NH3
C
Am
D
HNO3

Slide 14 - Quiz

Stikstof
A
S
B
Ni
C
N
D
Si

Slide 15 - Quiz

Waterstof
A
H
B
W
C
He
D
O

Slide 16 - Quiz

Wat is de naam van...
Jullie krijgen 5 symbolen te zien en moeten binnen 10 seconden de juiste naam aangeven

Slide 17 - Diapositive

K
A
Koolstof
B
Calcium
C
Koper
D
Kalium

Slide 18 - Quiz


NH3
A
stikstofhydride
B
Water
C
Salpeterzuur
D
ammoniak

Slide 19 - Quiz

O
A
Zuurstof
B
Argon
C
Stikstof
D
Chloor

Slide 20 - Quiz

F
A
IJzer
B
Fluor
C
Fosfor
D
Zwavel

Slide 21 - Quiz

Ga verder met de boekopdrachten

Slide 22 - Diapositive