Betoog, les 1

Programma  
1) Herhalen theorie
argumentatie
2) Filmpje Arjan Lubach
3) Opdrachten maken
4) De indeling/structuur
van een betoog
5) Opdracht/huiswerk
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Programma  
1) Herhalen theorie
argumentatie
2) Filmpje Arjan Lubach
3) Opdrachten maken
4) De indeling/structuur
van een betoog
5) Opdracht/huiswerk

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel komende lessen
Je leert hoe je een betoog kan schrijven met een goede structuur en je leert kritisch te kijken naar je eigen werk.
Je leert hoe je een rubric gebruikt en je leert werken met een bouwplan.
Het eindproduct is een betoog waar je een cijfer voor krijgt dat twee keer meetelt.

Slide 2 - Diapositive

Wat komt er kijken bij argumenteren?

Slide 3 - Carte mentale

Waaraan moet een goed standpunt voldoen?

Slide 4 - Question ouverte

Standpunt 
Een standpunt is je mening over een bepaald onderwerp. 

Een standpunt formuleer je altijd als een hele zin en niet als een vraag. 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Wat zijn (deugdelijke) argumenten?

Slide 7 - Question ouverte

Argumenten
Met argumenten ondersteun je je standpunt.

 Feitelijke (objectieve) argumenten kun je controleren op waarheid.

Bij waarderende (subjectieve) argumenten kun je van mening verschillen. Daarom kun je een waarderend argument beter onderbouwen met een feitelijk argument.

Slide 8 - Diapositive

Tegenargumenten en weerleggingen
Een goede schrijver bedenkt wat iemand tegen zijn standpunt en argumenten in kan brengen. 

Met weerleggingen toont hij aan dat de tegenargumenten niet kloppen. 

Slide 9 - Diapositive

We gaan oefenen,
 maar kijken eerst even een filmpje om beter beslagen ten ijs te komen!

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Bedenk een argument vóór de volgende stelling:
Accounts van influencers die fake news verspreiden
moeten tijdelijk gedeactiveerd worden.
timer
1:30

Slide 12 - Question ouverte

Bedenk een argument tégen de volgende stelling:
Accounts van influencers die fake news verspreiden
moeten tijdelijk gedeactiveerd worden.
timer
1:30

Slide 13 - Question ouverte

Bedenk een weerlegging op het volgende tegenargument:
Tegenstanders tegen het deactiveren van accounts van
influencers stellen dat dat een inperking is van onze
vrijheid van meningsuiting en dat dergelijke maatregelen
niet thuishoren in een democratie.
timer
1:30

Slide 14 - Question ouverte

Indeling van een betoog 
Inleiding
alinea 1
aandacht trekken
Inleiding
alinea 2
standpunt verwoorden
Middenstuk
alinea 3
eerste argument voor
Middenstuk
alinea 4
tweede argument voor
Middenstuk
alinea 5
derde argument voor
Middenstuk
alinea 6
tegenargument 1 met weerlegging
Middenstuk
alinea 7
Tegenargument 2 met weerlegging
Slot
alinea 8
(standpunt in andere woorden herhalen) 

Slide 15 - Diapositive

Schrijf een pakkende inleiding bij deze stelling:
Accounts van influencers die fake news
verspreiden moeten (wel/niet) tijdelijk
gedeactiveerd worden.
timer
4:00

Slide 16 - Question ouverte

Indeling van een betoog 
In de bladspiegel zie je de structuur van je betoog terug. Je kunt dat op 2 manieren doen:
1) Je plaatst een witregel na elke alinea OF 
2) Je plaatst een witregel na de inleiding en na het middenstuk. Je hebt dan in totaal 2 witregels. De overige alinea's spring je in.

Slide 17 - Diapositive

Ook door het gebruik van signaalwoorden geef je structuur aan je tekst!
  • Kondig je standpunt aan met: Ik vind... of Ik ben van mening dat... 
  • Introduceer een argument met een signaalwoord voor een opsomming: ten eerste, ten tweede, bovendien, ook, verder enz. 
  • Gebruik bij de onderbouwing signaalwoorden als: omdat, want, namelijk.
  • Kondig je tegenargumenten aan met een structurerende zin, voorbeeld: Tegenstanders voeren twee bezwaren aan. 
  • Verbind je tegenargumenten door een signaalwoord voor een opsomming te gebruiken,
  • Kondig de weerlegging van het tegenargument aan met een signaalwoord voor een tegenstelling: maar, toch, daarentegen, toch enz. 
  • Herhaal in het slot je conclusie met een signaalwoord voor een conclusie: daarom, kortom, dus, al met al, enz. 

Slide 18 - Diapositive

Opdracht/huiswerk
Schrijf de eerste drie alinea's (inleiding van 2 alinea's en eerste argument) bij de volgende stelling: 

Accounts van influencers die fake news verspreiden moeten (wel/niet) tijdelijk gedeactiveerd worden.

Je mag zelf kiezen of je voor of tegen deze stelling bent! Herschrijf zo nodig wat je zojuist al hebt gemaakt. Dit huiswerk MOET volgende les af zijn!

Slide 19 - Diapositive