plattegronden, routes en schaal en schaallijn 2.4 t/m 2.6

                Plattegronden
                Routes
                Schaal en schaallijn
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

                Plattegronden
                Routes
                Schaal en schaallijn

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen plattegrond en schaal 
Leerdoelen:
  • je leert/herhaalt plattegronden lezen
  • je weet wat een kompasroos is 
  • je kan rekenen met schaal en een schaallijn op een kaart


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Belangrijke begrippen
- Plattegrond: bovenaanzicht op  schaal
- Kompasroos/ windroos
- Vakken
- Coördinaten
- Legenda
- Schaal
- Schaallijn


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plattegronden en kaartlezen
Op een plattegrond of kaart staan symbolen die informatie bevatten.
In een legenda staat de betekenis van symbolen, kleuren en tekens.


De kaart geeft informatie over het aantal dagen dat er sneeuw werd waargenomen.

In het noordoosten werd de meeste dagen sneeuw waargenomen.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plattegronden lezen
Op een plattegrond staat vaak een kompasroos/ windroos.

Daarnaast zijn plattegronden verdeeld in vakken of coördinaten.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vakken en coördinaten
Vakken en coördinaten worden gebruikt om een plaats nauwkeuriger aan te geven.
Vb: Vak A1, A2, A3, B1, B2, B3, C1, C2, C3.


In welk vak ligt Den Helder?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kaarten lezen
Om afbeeldingen en kleuren op kaarten te kunnen lezen, worden er legenda's gebruikt. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schaal en schaallijn
Waarom worden er op plattegronden gebruik gemaakt van schaal en schaallijnen?

Wat betekent schaal 1 : 50 ?

Waar moet je op letten wanneer je rekent met schaal?


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Routes

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Route
In een routebeschrijving wordt beschreven hoe je op een bepaalde plaats kunt komen. 
Een route beschrijf je met de richtingen linksaf, rechtsaf en rechtdoor. 

(vb: ga rechtdoor en neem de 1e straat rechts en daarna neem je de 2e links)

Hoe zou je de route beschrijven om van het station Alkmaar naar het Horizon College te komen?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Route
Ook de windrichtingen worden vaak gebruikt. Er worden soms windrichtingen gebruikt in een routebeschrijving. Je kunt de windrichtingen aflezen op een windroos. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Routebeschrijvingen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Route

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sem loopt de Kaapse Bossen route.
Hij loopt 5 km per uur.
Hoelang loopt Sem over de route?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sem loopt de Kaapse Bossen route.
Hij loopt 5 km per uur.
Hoelang loopt Sem over de route?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ludo rijdt van Groningen naar Leeuwarden over de snelweg.
Hij rijdt er 72 minuten op en rijdt gemiddeld 54 km/ per uur.
Hoe groot is de afstand van Groningen naar Leeuwarden?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ludo rijdt van Groningen naar Leeuwarden over de snelweg.
Hij rijdt er 72 minuten op en rijdt gemiddeld 54 km/ per uur.
Hoe groot is de afstand van Groningen naar Leeuwarden?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3 formules
* snelheid = afstand : tijd

* afstand = snelheid x tijd

* tijd = afstand : snelheid

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Routebeschrijving
In een routebeschrijving wordt beschreven hoe je op een bepaalde plaats kunt komen. Er worden soms windrichtingen gebruikt in een routebeschrijving. Je kunt windrichtingen aflezen op een windroos.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

S
Siem komt uit op de 
Dojonweg
 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schaal:
Kaarten en plattegronden zijn op schaal gemaakt. De schaal is de verhouding tussen de afmeting op de kaart en de werkelijke afmeting.
De schaal van een kaart wordt soms aangegeven met een schaalstok. Aan de schaalstok zie je hoe groot een afstand op de kaart in werkelijkheid is.

Schaal:
Kaarten en plattegronden zijn op schaal gemaakt. 
De schaal is de verhouding tussen de afmeting op de kaart en de werkelijke afmeting.

De schaal van een kaart wordt soms aangegeven met een schaalstok. Aan de schaalstok zie je hoe groot een afstand op de kaart in werkelijkheid is.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar kom je een schaal tegen?




Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schaal
Met een schaal kun je bepalen hoe groot een afstand of lengte in werkelijkheid is.

Een schaal wordt altijd weergegeven in een verhouding. bijv. 1 : 200.000

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schaal in een verhoudingstabel 
model
in cm
10
1
1
echt
in cm
400
?
40

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een schaalstok?

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 31 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een scooter rijdt 3 uur lang met een gemiddelde snelheid van 35 km/u. Hoeveel km heeft de scooter afgelegd?
A
100 km/u
B
11,7 km/u
C
105 km/u
D
95 km/u

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De auto rijdt in anderhalf uur 135 km. Wat is de snelheid in km/u?
A
90 km/u
B
50 km/u
C
120 km/u
D
60 km/u

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een auto rijdt met gemiddelde snelheid van 90 km/uur. Hoe ver komt hij in 20 minuten
A
30
B
45
C
20
D
65

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een lift gaat 40 meter omhoog in 15 seconde. Wat is de snelheid van de lift in km per uur?
A
6 km/h
B
8 km/h
C
9 km/h
D
9,6 km/h

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tom maakt een wandeltocht van 24 km. Na twee uur
kijkt hij op zijn wandelapp en dan heeft hij 8 km
afgelegd. Hoe lang doet Tom over de route als hij
in hetzelfde tempo blijf wandelen?

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 50.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =
A
50 km
B
0,5 km
C
5 km
D
5000 m

Slide 38 - Quiz

50.000 : 100.000 = 0,5
schaal: 1:25000
2 cm op de kaart
hoeveel km in het echt?
A
0,5
B
5
C
50
D
500

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel centimeter meet je op papier als de afstand in werkelijkheid 4 meter is. De schaal is 1:40
A
1 cm
B
4 cm
C
10 cm
D
40 cm

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

de schaal is 1:18
het model is 37 cm lang.
Wat is de werkelijke lengte in meters?
A
666 m
B
666 cm
C
6,66 m
D
2 m

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar sta je op dit moment met het rekenen met snelheid en schaal?
A
B
C

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schaallijn

Bij het rekenen met schaal moet je altijd met dezelfde eenheden rekenen.

1 : 100 betekent: 
1 cm op de tekening is 100 cm in werkelijkheid MAAR OOK
 1 mm is 100 mm in werkelijkheid

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

10.2 Schaal en schaallijn
.
Dit kaartje is getekend op schaal 1 : 12 000. 
De afstand tussen A en B op het kaartje is 6 cm.
Wat is de afstand tussen A en B in werkelijkheid? Hoe reken je?

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet dat
zwart/witte ding?
A
een lijn
B
een schaal
C
een lineaal
D
een schaallijn

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke schaal hoort er bij deze schaallijn?
De schaallijn staat in cm.
A
1:200
B
1:1200
C
1:20000
D
200:1200

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De schaallijn is 2 cm lang.
Op welke schaal is de
kaart getekend?
A
1 : 75
B
1 : 150
C
1 : 750 000
D
1 : 1 500 000

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluitende opdrachten

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De schaallijn is op de
kaart 2 cm. Op welke
schaal is de kaart
getekend?
A
1 : 150
B
1 : 15000000
C
1 : 300
D
1 : 30000000

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke schaal hoort bij deze schaallijn?
Het lijntje is 5 cm.

A
1 : 1000
B
1 : 10.000
C
1 : 100.000
D
1 : 1.000.000

Slide 50 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions