14-04-2022 4BB Herhaling Bloed

Herhaling hoofdstuk 11
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Herhaling hoofdstuk 11

Slide 1 - Diapositive

Bloed
  • Bloedplasma = vloeistof
  • Bloedplasma vervoert:
    - Koolstofdioxide (een beetje)
    - Voedingsstoffen
    - Afweerstoffen

     - Hormonen

     - Bloedcellen (rode bloedcellen,                witte bloedcellen, bloedplaatjes)

    


Slide 2 - Diapositive

Wat vervoeren rode bloedcellen?
A
Antistoffen
B
Afvalstoffen
C
Voedingsstoffen
D
Zuurstof

Slide 3 - Quiz

Wat is de taak van bloedplaatjes?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloedstolling
D
Antistoffen maken

Slide 4 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers (bacteriën en virussen) doden
C
Bloed laten stollen
D
Zuurstof en koolstofdioxide vervoeren

Slide 5 - Quiz

Hoe heet onderdeel 3 en wat is de functie van dit onderdeel?
A
Witte bloedcel, zuurstof transport
B
Witte bloedcel, afweer tegen ziekten
C
Bloedplaatje, bloedstolling
D
Rode bloedcel, bloedstolling

Slide 6 - Quiz

Welk onderdeel van het bloed werkt niet goed bij leukemie?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplasma
D
Bloedplaatjes

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

Bekijk goed de onderdelen van het hart

Slide 9 - Diapositive

Door welke kant van het hart stroomt zuurstofrijk bloed?
A
rechterkant
B
linkerkant
C
allebei de kanten
D

Slide 10 - Quiz


Hiernaast zie je een afbeelding van het hart.
Met welk nummer wordt de rechterkamer aangegeven?
A
1
B
3
C
4
D
5

Slide 11 - Quiz

Hoe heten de 2 delen waaruit de rechterkant van het hart is opgebouwd?

Slide 12 - Question ouverte

Bloedvatenstelsel
Al je bloedvaten samen vormen je bloedsomloop of bloedvatenstelsel 

Meestal hebben de slagaders en de aders de naam van het orgaan waarnaar ze toegaan of waar ze vandaan komen.


Slide 13 - Diapositive

3 type bloedvaten
1. Zuurstofrijk bloed stroomt vanuit het hart naar de slagaders.

2. Vanuit de slagaders stroomt het bloed naar de haarvaten. Daar wordt zuurstof afgegeven aan cellen van organen en spieren.

3. Vanuit de haarvaten stroomt het bloed naar de aders. Via de aders stroomt het zuurstofarme bloed terug naar het hart. 

Slide 14 - Diapositive

Hoe stroomt het bloed in je slagaders?
A
Naar je hart toe
B
Van je hart af

Slide 15 - Quiz

Is het bloed in de beenslagader zuurstofarm of zuurstofrijk?
A
Zuurstofrijk
B
Zuurstofarm

Slide 16 - Quiz

Is het bloed in de longslagader zuurstof arm of zuurstofrijk?
A
Zuurstofarm
B
Zuurstofrijk

Slide 17 - Quiz

Is het bloed in de longader zuurstofarm of zuurstofrijk?
A
Zuurstofrijk
B
Zuurstofarm

Slide 18 - Quiz

Is het bloed in de aorta zuurstofarm of zuurstofrijk?
A
Zuurstofrijk
B
Zuurstofarm

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Sommige bloedvaten bevatten kleppen. Twee bloedvaten zijn: nierader en nierslagader.
Bevat de beenader kleppen? En bevat de beenslagader kleppen?
A
Geen van beide bloedvaten bevatten kleppen
B
Alleen de nierader bevat kleppen
C
Alleen de nierslagader bevat kleppen
D
Beide bloedvaten bevatten kleppen

Slide 21 - Quiz

Bloed vervoert stoffen. Welke 2 stoffen geven cellen af aan het bloed na verbranding?
A
koolstofdioxide en water
B
zuurstof en glucose
C
water en glucose
D
glucose en koolstofdioxide

Slide 22 - Quiz

Wat is de bloeddruk?
A
De druk die het bloed uitoefent op het hart
B
De druk die het bloed uitoefent op de bloedvaten

Slide 23 - Quiz

Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes
Zuurstoftransport
Afweer
Bloedstolling

Slide 24 - Question de remorquage

Wat is afweer in het lichaam?
A
Een soort bacterie
B
Een virus
C
Een medicijn
D
Een systeem dat het lichaam beschermt tegen ziektes

Slide 25 - Quiz

Hoe kan je immuun raken?
A
Je hebt de ziekte al een keer gehad
B
Je bent gevaccineerd tegen een virus
C
beide antwoorden zijn goed

Slide 26 - Quiz

Hoe kun je hart- en vaatziekten voorkomen?
WEL doen

NIET doen
roken
ontspannen
lichaamsbeweging
weinig alcohol
veel verzadigd vet
stress

Slide 27 - Question de remorquage

Zet de stappen van de hartslag in de goede volgorde:
1
2
3

Slide 28 - Question de remorquage

Longen
Longslagader

Longader
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer

Slide 29 - Question de remorquage