WI K2 H: 8.4

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

51. Senna is naar Parijs geweest. Ze heeft een klein Eiffeltorentje gekocht als Souvenir. Het souvenir is 16 cm. De echte Eiffeltoren is 2000 keer zo groot.
a. Hoeveel cm is de Eiffeltoren hoog?

Antwoord 51a. 

De echte Eiffeltoren is 2000 x 16 cm = 32.000 cm hoog.

De echte Eiffeltoren is 2000 x 16 cm = 32.000 cm hoog.
51b. Hoeveel meter is dat?

Antwoord 51b. 

Dat is 32.000 : 100 = 320 m.

https:

Antwoord opdracht 52

Model is op schaal 1 : 18. Dat betekent dat het model in het echt 18x zo groot is.

lengte model = 4,18 : 18 = 0,23 m.

Antwoord opdracht 53

Model is op schaal 1 : 24. Dat betekent dat het model in het echt 24x zo groot is.

lengte echte Trabant = 24 x 14,8 cm = 355,2 cm = 3,6 m. 

56. De plattegrond van het wiskundelokaal is getekend op schaal 1 : 90.
Wat kun je op de plattegrond niet zien?

1. lengte
2. breedte
3. hoogte

57a. Hoe lang is het wiskundelokaal van de vorige bladzijde in werkelijkheid?
Schrijf niet alleen het antwoord, ook de berekening!

Antwoord 57a. 

De schaal van het wiskundelokaal is 1 : 90.

Op de plattegrond is de lengte 12 cm. 

Het lokaal is in werkelijkheid 12 x 90 = 1080 cm = 10,80 meter lang.  

57b. Hoe breed is het lokaal in werkelijkheid?
Schrijf niet alleen het antwoord, ook de berekening!

Antwoord 57b. 

De schaal van het wiskundelokaal is 1 : 90.

Op de plattegrond is de breedte 6,5 cm. 

Het lokaal is in werkelijkheid 6,5 x 90 = 585 cm = 5,85 meter breed. 

57c. Hoe lang en breed is een schooltafeltje in werkelijkheid?
Schrijf niet alleen het antwoord, ook de berekening!

Antwoord 57c. 

De schaal van het wiskundelokaal is 1 : 90.

Het schooltafeltje is op de plattegrond 8 mm lang en 5 mm breed.

Het schooltafeltje is in werkelijkheid 8 x 90 = 720 mm = 72 cm lang en 5 x 90 = 450 mm = 45 cm breed. 

70a. Teken het bovenaanzicht van het flatgebouw. Gebruik schaal 1 : 400. Bereken de lengte en breedte op schaal.

Antwoord 70a. 

De schaal is 1 : 400. Dat betekent dat iets in werkelijkheid op schaal 400x zo klein is.

Lengte op schaal = 15 m = 1500 cm : 400 = 3,75 cm.

Breedte op schaal = 12 m = 1200 cm : 400 = 3 cm. 

Je tekent een rechthoek van 3,75 cm bij 3 cm. Maar je zet de werkelijke maat erbij: 

15 m bij 12 m. 

70b. Jeroen tekent het bovenaanzicht op schaal 1 : 250.
Is zijn tekening groter of kleiner dan die van opgave a?

1. groter
2. kleiner

Antwoord 70b. 

De schaal is 1 : 250. Dat betekent dat iets in werkelijkheid op schaal 250x zo klein is.

Lengte op schaal bij schaal 1 : 400 is 

lengte op schaal = 15 m = 1500 cm : 400 = 3,75 cm.

Lengte op schaal bij schaal 1 : 250 is

Lengte op schaal = 15 m = 1500 cm : 250 = 6 cm.

Zijn tekening is groter.

70c. Emine heeft een bovenaanzicht van het flatgebouw getekend van 8 bij 10 cm. Welke schaal heeft zij gebruikt?

Antwoord 70c. 

15 m = 1500 cm : 10 = 150

12 m = 1200 cm : 8 = 150

De schaal is 1 : 150