Hoe gebruiken mensen het milieu? Geef zes voorbeelden.
1 / 49
suivant
Slide 1: Question ouverte
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Hoe gebruiken mensen het milieu? Geef zes voorbeelden.
Slide 1 - Question ouverte
Hoeveel liter water gebruikt een mens gemiddeld per dag?
A
12
B
45
C
200
D
120
Slide 2 - Quiz
Welk milieuprobleem ontstaat er als de mens stoffen toevoegt aan het milieu?
Slide 3 - Question ouverte
Welk milieuprobleem ontstaat er als de mens stoffen aan het milieu onttrekt?
Slide 4 - Question ouverte
Wat gebeurt er met het milieu door vervuiling en uitputting?
Slide 5 - Question ouverte
Waardoor is de belasting van het milieu door de mens de laatste 100 jaar flink toegenomen? Geef 2 oorzaken.
Slide 6 - Question ouverte
Hoe noemen we een hoeveelheid aan soorten organismen die samen leven in een gebied?
Slide 7 - Question ouverte
Wat zijn fossiele brandstofen?
Slide 8 - Question ouverte
Noem een nadeel van het gebruik van fossiele brandstoffen.
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Welke verandering begon met de industriële revolutie ook in de woningen van de mensen?
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Vidéo
Leg uit dat het produceren van smartphones voor uitputting kan zorgen.
Slide 13 - Question ouverte
Wat is gif?
Slide 14 - Question ouverte
Welke energiebronnen kunnen uitgeput raken?
A
water
B
olie
C
zon
D
wind
Slide 15 - Quiz
Noem nog twee fossiele brandstoffen naast olie.
Slide 16 - Question ouverte
Welke activiteiten van de mens bedreigen de biodiversiteit?
Slide 17 - Question ouverte
Fossiele brandstoffen zijn ontstaan uit
A
fossielen
B
dode organische resten
C
resten van dode planten
D
resten van dode dieren
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Diapositive
waardoor draagt vooral de verbranding van fossiele brandstoffen meer toe aan de opwarming van de aarde?
Slide 20 - Question ouverte
De mens is afhankelijk van het milieu. 1 Het milieu levert voedsel. 2 Het milieu levert water. 3 Het milieu levert zuurstof. Bij welke van deze manieren speelt fotosynthese een directe rol?
A
alleen bij 1 en 2
B
alleen bij 1 en 3
C
alleen bij 2 en 3
D
bij 1, 2 en 3
Slide 21 - Quiz
Wat is "uitputting"van het milieu?
A
dat het milieu moe van ons wordt
B
dat we te veel uit het milieu halen
C
dat we het milieu vervuilen
Slide 22 - Quiz
Horen uitlaatgassen tot vervuiling of uitputting?
A
vervuiling
B
uitputting
Slide 23 - Quiz
Te veel stoffen uit het milieu halen noemen we...
A
Aantasting
B
Uitputting
C
Vervuiling
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Diapositive
Welke voordelen hebben algen? Meerdere antwoorden kunnen goed zijn.
A
Er is een klein oppervlakte voor nodig.
B
Het vervuilt minder.
C
Een auto rijdt zuinig op algen.
D
De algen nemen CO2 op.
Slide 26 - Quiz
Welk voordeel heeft het gebruik van fossiele brandstoffen?
Slide 27 - Question ouverte
Zorgen koeien ook voor broeikasgassen?
A
ja
B
nee
Slide 28 - Quiz
Hoe warm/koud zou het gemiddeld zijn als er geen broeikasgassen waren?
A
12 graden
B
4 graden
C
-4 graden
D
-18 graden
Slide 29 - Quiz
Wat zijn de belangrijkste broeikasgassen?
A
waterdamp en koolstofdioxide
B
waterdamp en koolstof monoxide
C
lachgas en waterdamp
D
koolstofdioxide en butaan
Slide 30 - Quiz
Welk effect hebben broeikasgassen in de atmosfeer?
A
Broeikasgassen houden een deel van de warmte-uitstraling van de aarde tegen.
B
Broeikasgassen tasten de ozonlaag aan.
C
Door de broeikasgassen bereikt een groter deel van de zonnestraling de aarde.
Slide 31 - Quiz
Wat weet je van klimaatverandering?
timer
2:00
timer
5:00
Slide 32 - Question ouverte
Wat is een oorzaak van klimaatverandering?
Slide 33 - Question ouverte
Waardoor ontstaat smog?
A
door veel fijnstof in lucht
B
door veel koolstofdioxide in lucht
C
door te weinig vocht in lucht
D
door te weinig zuurstof in lucht
Slide 34 - Quiz
Welke negatieve gevolgen heeft smog?
A
Smog beschadigt de wortelharen van bomen.
B
Smog kan leiden tot hoofdpijn en benauwdheid.
C
Smog versterkt het broeikaseffect.
D
Smog zorgt voor zure neerslag.
Slide 35 - Quiz
Smog is luchtvervuiling die vooral bestaat uit bacteriën en virussen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 36 - Quiz
Verzuring ontstaat door de verbranding van fossiele brandstoffen
A
juist
B
onjuist
Slide 37 - Quiz
Verzuring tast bomen en planten aan
A
juist
B
onjuist
Slide 38 - Quiz
Huishoudelijke afval
Iets meer dan 500 kilo per persoon per jaar
Slide 39 - Diapositive
-Je moet manieren van gescheiden afvalinzameling en van afvalverwerking kunnen noemen.
Huishoudelijk afval:
Composteren
Recycling
Hergebruik
Verbranden
Storten
Grof vuil
Klein chemisch afval
Slide 40 - Diapositive
Waarom is het goed dat onderdelen van elektrische apparaten worden gedemonteerd?
Slide 41 - Question ouverte
Wat is composteren?
Slide 42 - Question ouverte
GFT afval kan zorgen voor een vruchtbare bodem. Hoe?
Slide 43 - Question ouverte
Wat valt onder klein chemisch afval?
Slide 44 - Question ouverte
Welke drie soorten landbouw ken je?
Slide 45 - Question ouverte
Noteer de nadelen van bio-industrie
LANDBOUW
Slide 46 - Carte mentale
Wat is bio-industrie?
Slide 47 - Question ouverte
Welke nadelen heeft de bio-industrie?
Slide 48 - Question ouverte
Noem zoveel mogelijk kenmerken van biologische landbouw.