Tijdvak 4 steden en staten

Steden en staten
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Steden en staten

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

leerdoelen
Je kunt de genoemde kenmerkende aspecten van dit tijdvak toelichten aan de hand van belangrijke gebeurtenissen, begrippen en personen. 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

De opkomst van steden

Slide 5 - Diapositive


Verbeteringen in de landbouw
Rond het jaar 1000


  1.  Betere manier van ploegen
  2.  Het bemesten van de grond

Slide 6 - Diapositive

Het resultaat
De landbouw werd beter en de oogst dus ook!
Omdat het zo goed ging, hielden ze vaak zelfs oogst/voedsel over!
Dit konden ze verkopen op een markt

Slide 7 - Diapositive

Marktplaatsen
Waar de markt werd gehouden
Vaak op een plek waar veel mensen voorbijkwamen, bijvoorbeeld een rivier, brug of kasteel

Slide 8 - Diapositive

Ambacht
Er was genoeg voedsel/oogst
Niet iedereen hoefde meer boer te zijn
Zij werden ambachtsman

Slide 9 - Diapositive

Steden ontstaan
  • De marktplaatsen werden steeds groter, want voor veel mensen was het handig om in de buurt van de ambachtslieden en handelaren te wonen.

  • Langzaam ontstaan hieruit steden.
  • Er werd een muur en gracht gebouwd voor bescherming.

Slide 10 - Diapositive

De Hanze
  • Een groep steden in Europa werkte samen om meer handel te krijgen. 
  • Ze noemden hun vereniging de Hanze.
  • Deze steden lagen aan het water en konden dus makkelijk met schepen (koggen) handel drijven.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.

Slide 11 - Diapositive

Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze. 

Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting. 

Slide 12 - Diapositive

De stedelijke burgerij 

Slide 13 - Diapositive

Naar de stad
Waarom:
  • Geld verdienen > dagloners = voor geld klusjes doen
  • Met geld vrijkopen van heer
  • Inwoners van steden waren vrije burgers:
Horigen 1 jaar en 1 dag wonen in stad + goed gedrag = een vrij man + officieel burger van de stad
Burgerij = alle burgers samen

Slide 14 - Diapositive

Gilde
Een vereniging van mensen met hetzelfde ambacht heet een gilde.
Elke ambacht had zijn eigen gilde

Slide 15 - Diapositive

Stad en platteland
Economische veranderingen:
  1. Stadsbewoners kochten voedsel van de boeren
  2. Minder ruilen, meer betalen met geld
  3. Groei handel en ambachten > ontstaan steden

Landbouwsamenleving > Landbouwstedelijke samenleving

Slide 16 - Diapositive

Edelen gaven vele plaatsen stadsrechten. 

Hierna mocht een stad zelf recht spreken, wetten maken, belasting heffen en een stadsmuur bouwen.

Haarlem  krijg in 1245 stadsrechten.


Slide 17 - Diapositive

Edelen en steden
  • 1000: edelen macht
  • Steden groter en machtiger > veel geld in de steden: Konden edelen goed gebruiken:
Huren van ridders + bouw kastelen
  • Edelen kregen geld van steden in ruil voor stadsrechten:
  1. Geen tol betalen
  2. Eigen wetten
  3. Stadsmuur

Slide 18 - Diapositive

Stadsbestuur
  1. Hoofd: burgemeester of schout (ook hoofd van stedelijke politie)
  2. Bestuur samen met schepenen

  • Stadsbestuur had mensen in dienst die ze betaalde met inkomsten van belastingen.

Slide 19 - Diapositive

Machtige koningen
Politieke veranderingen:
Belangrijkste edelman = koning
Na Karel de Grote: macht bij lagere edelen
Na 1300: koningen namen macht terug:
  1. Maakten wetten voor een groot gebied
  2. Belastingen innen

Dus weer terug naar 1 centraal bestuur. Deze overgang heet centralisatie

Slide 20 - Diapositive

Programma
terugkoppelen (bespreken paar examenrvagen)
Start uitleg staatsvorming en centralisatie 
Vragen stellen
Afronden 

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Zijn er nog vragen?

Slide 28 - Question ouverte

Programma
terugkoppelen
start investituurstrijd
vragen stellen
afronden

Slide 29 - Diapositive

begrippen
- Investituurstrijd
- centralisatie
- staatsvorming
- derde stand

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive


Contact tussen christenen en moslims



  • Het contact is meestal vreedzaam: handel
  • Dit verandert als de Seldjoeken, een Turks volk, Jeruzalem veroveren en de Heilige Grafkerk verwoesten 

Slide 38 - Diapositive


Problemen in het Byzantijnse Rijk



  • De keizer van het Byzantijnse Rijk voelt zich bedreigd.
  • Seldjoeken hebben Jeruzalem in hun macht en zijn dichtbij zijn Rijk.
  • De keizer vraagt de paus om hulp.

Slide 39 - Diapositive


Een Heilige Oorlog


  • In 1095 roept paus Urbanus II op tot een heilige oorlog, een kruistocht.
  • Doel 1: Bevrijden van het Heilig Land Palestina van de moslims
  • Doel 2: Terugdringen van de Turkse invallen in het Byzantijnse rijk

Slide 40 - Diapositive


Waarom zou je meevechten?

  • de Heilige stad bevrijden.
  • Hun zonden konden vergeven worden door de kruistocht, dus als straf.
  • Een avontuur waar je rijk van kon worden en grond innemen.
  • Ridders kunnen eigen koninkrijken stichting

Slide 41 - Diapositive


Jeruzalem heroverd
1099



  • Jeruzalem wordt door de kruisridders heroverd op de moslims.
  • In Jeruzalem slachtten de kruisvaarders de moslims af, bijzonder aangezien christenen, joden en moslims daar juist vreedzaam naast elkaar leven.

Slide 42 - Diapositive


Saladin vecht terug

  • De Arabieren, die Jeruzalem ook als een Heilige stad zien, vechten terug.
  • De bekendste strijd is die tussen Richard Leeuwenhart & Saladin.
  • Maar ook bij andere steden en langs de route vindt veel geweld plaats.
  • De eerste Kruistocht was nog enigszins succesvol, de latere (2e t/m de 9e) niet meer.

Slide 43 - Diapositive


Gevolgen

  • Ontstaan van Kruisvaardersstaten (zoals het Koninkrijk Jeruzalem)
  • Toename handel in Europa (Italië) en het Midden-Oosten.
  • Kennis over de Arabische cultuur en wetenschap (cijfers) in Europa neemt toe

Slide 44 - Diapositive

Andere voorbeelden van christelijke expansie (uitbreiding)
1. Scandinavië en Oost-Europa werden christelijk, door boeren die verder trokken op zoek naar landbouwgrond.
2.Duitse edelen veroverden de Baltische Staten en werden christelijk gemaakt. Ook daar grond voor landbouw. 
3. Christelijke expansie van havensteden op de Middellandse zee
4. De reconquista: in 1492 wordt Spanje veroverd op de Moren

Slide 45 - Diapositive