Algemene psychiatrie les 2

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Algemene psychiatrie les 2

Planning OP4

DOELEN

- Herhaling les 1

- Ik weet hoe psychische problemen kunnen ontstaan

- Check huiswerkopdracht

- Ik weet de verschillende indelingen van ziektebeelden binnen de psychiatrie

- Na de uitleg van topprestatie 3 kan ik hiermee aan de slag voor deze periode

wat maakt of je abnormaal of normaal bent

1. je normen en waarden
2. de diagnose van een psychiater
3. je persoonlijke opvatting, omgeving en situatie
4. wat je draagkracht is

Leg in eigen woorden uit de evenwichtsgedachte

verschillende vormen psychische hulpverlening

Onder ambulante hulpverlening verstaan we

1. zorg die in een instelling gegeven wordt
2. 24 uurs zorg
3. zorg die onder dagbesteding valt
4. zorg die thuis of op een praktijk wordt gegeven

Hoe ontstaan psychische problemen

Psychische problemen kunnen door veel verschillende factoren ontstaan.

• psychosociale factoren

• aanlegfactoren

• organische factoren

Opdracht over hoe psychische problemen ontstaan

Er zijn verschillende factoren die er voor kunnen zorgen dat er psychische problemen ontstaan.

Maak een groep van 3 

Iedereen 1 factor. (10 min)

Hierna krijg je 10 min om het aan elkaar uit te leggen (volgende slide)

Leg het nu aan elkaar uit

• psychosociale factoren

- traumatische ervaringen

-  relationele factoren

-  opvoeding en gezinsfactoren

-  cultureel-maatschappelijke factoren

• aanlegfactoren

- erfelijkheid

-  persoonlijkheid, temperament

• organische factoren

-  lichamelijke factoren

 - biochemische en hormonale factoren

Psychosociale: traumatische ervaring zijn zeer ingrijpend, negatieve ervaringen. Verlies van dierbaar iemand of een overval of verkrachting of echtscheiding. Opvoeding kan je denken aan verwaarlozing of mishandeling onder cultureel bv werkeloosheid

Aanleg: depressiviteit, autisme en verwante stoornissen, ADHD en verslaving

Organische: lichamelijke ingrijpende ziekte, maar ook aan lichamelijke beperking, biomechanische is er sprake van afwezigheid of overmatige aanwezigheid van een bepaalde stof in het lichaam. Bv neurotranssmitters kan leiden tot disfunctioneren van hersenen en tot bepaald gedrag bv ADHD.

lever je foto van je huiswerkopdracht in.

indelingen van psychische stoornissen

• neurobiologische ontwikkelingsstoornissen

• schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen

• bipolaire-stemmingsstoornissen

• depressieve-stemmingsstoornissen

• angststoornissen

• obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen

• somatisch-symptoomstoornissen

• voedings- en eetstoornissen

• disruptieve, impulsbeheersing- en andere gedragsstoornissen

• middelgerelateerde en verslavingsstoornissen

• neurocognitieve stoornissen

• persoonlijkheidsstoornissen.

Opdracht indeling psychische stoornissen (10 min max)

De verschillende psychische stoornissen hangen op in het lokaal

de docent leest een uitleg voor en je gaat staan waarbij jij denkt dat de omschrijving bij hoort.

bedenk als je bij een indeling staat welk ziektebeeld hier bij zou kunnen passen

Topprestatie 3

Doelstellingen voor het BA plan.

Maak op basis van de informatie van topprestatie 4B:

 4 SMART-doelstellingen 

Wat leer je:

o Vanuit gegevens conclusies te trekken voor het bewegingsactiviteitenplan.

o Naar aanleiding van een casus analyse hoofddoelen formuleren voor een bewegingsactiviteitenplan.

o Logische opbouw te maken van hoofddoelstelling naar de drie subdoelstellingen.

o Passende bewegingsactiviteiten kernachtig te beschrijven.

o Bewegingsagogische strategie benoemen passend bij je bewegingsactiviteitenplan

Vanuit de hulpvragen (op 2 gebieden) maak je logisch passende doelstellingen.

 Formuleer 1 hoofddoelstelling en 3 subdoelstellingen voor twee van de drie gekozen aspecten (motorische, sociaal affectieve, en cognitieve aspecten).

 Motiveer je keuzes.

Bijvoorbeeld:

Heb je gekozen voor motorische en cognitieve hulpvragen dan maak je voor beide aspecten 1 hoofddoelstelling met 3 subdoelstellingen.

Motorisch hoofddoelstelling:

Subdoelstelling 1, 2, 3

Cognitieve hoofddoelstelling:

Subdoelstelling 1, 2, 3

 Geef bij elke subdoelstelling kort aan welke bewegingsactiviteiten jij passend vindt in relatie tot de doelstelling.

 Selecteer en beschrijf een passende bewegingsagogische-strategie om de persoon te begeleiden.

 Motiveer je keuze.

Let op: gebruik initialen en geen namen (bijvoorbeeld: meneer P)

is deze doelstelling concreet: de kinderen moeten weten hoe ze kunnen samenwerken

ja

nee

is deze doelstelling concreet:
Aan het eind van de les hebben alle deelnemers de verschillende oefeningen (in lvf) uitgevoerd, waarbij ze niet over hun pijngrens zijn gegaan (borgschaal)

ja

nee

je wil met een groep ouderen werken aan het behouden van de ADL. maak een smart doelstelling voor 1 les

• neurobiologische ontwikkelingsstoornissen

• schizofreniespectrum- en andere psychotische 

• bipolaire-stemmingsstoornissen

• depressieve-stemmingsstoornissen

• neurocognitieve stoornissen

persoonlijkheidsstoornissen

• disruptieve, impulsbeheersing- en andere gedragsstoornissen

• angststoornissen

• obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen

• voedings- en eetstoornissen

• somatisch-symptoomstoornissen

• middelgerelateerde en verslavingsstoornissen

Autisme en adhd

Fobie

waanstoornis

OCD

Maagzweer of eczeem

Alzheimer

Bordeline

pyromianie

cannabisgebruik

boulimia nervosa

depressie

manisch depressief

zijn de doelen bereikt?

010

wat vond je van de les

😒🙁😐🙂😃

vooruitblik

volgende week

Herhaling deze week

Per indeling dieper op stoornissen ingaan.

voorbereiden op de toets