Tijd van de Grieken en de Romeinen KA 4 t/m 5

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Griekse wetenschap en politiek

KA4: De Griekse wetenschap en politiek

KA5: De klassieke vormentaal

Huiswerk

geen vragen te maken

Nog vragen over 1.1. en 1.2 (s.o.)?

1.3 De Griekse democratie

Directe democratie en indirecte democratie:

directe democratie: Iedereen mag over alles meepraten en meebeslissen

indirecte democratie: Democratie waarin gekozen vertegenwoordigers de beslissingen nemen.

Monarchie, aristocratie, tirannie

- monarchie; 

- aristocratie;

- tiran;

Polis

Zelfstandige stadstaat

Meervoud: poleis

Athene was grootste polis

Lees bladzijde 24 

Maak vraag 4 t/m 6 blz 25

Bespreken antwoorden

Betekenis:

Filosofie komt van het Griekse woord “Philosophia”. 

Philo betekekent “die houdt van”

Sophia betekent: “wijsheid”.

Denken over natuur en de wereld

bladzijde 25

Zoek op :

Wie was Socrates?, 

Wie was Plato? 

Wie was Aristoteles? En waar dachten ze over na? 

Wat is speculatief onderzoek?

bladzijde 25/26

les 2

Socrates

leraar van Plato

Wat is de waarheid?

Plato

Leerling van Socrates en de leraar van Aristoteles

Geen voorstander van democratie--> bestuur over laten aan een groep wijze mannen die onpartijdig zijn

Aristoteles

Leerling van Plato

Voorstander van een mengvorm van democratie, monarchie en aristocratie--> stabiel bestuur

Klassieke vormentaal KA5

klassiek

voortreffelijk voorbeeld

iets dat blijvende waarde heeft

Griekse beeldhouwkunst

driedimensionaal

anatomisch correct

naakt

geperfectioneerd

Klassieke vormentaal

De vormen uit de Griekse en Romeinse tijd worden nu nog steeds gebruikt door kunstenaars en architecten

Kan je antwoord geven op de leerdoelen 1.3? 

bladzijde 41

KA 6 t/m 8

De ROMEINEN

KA 6-7-8

6; Groei Romeinse Rijk

7; Confrontatie Grieks-Romeinse en Germaanse cultuur

8: Jodendom en christendom

KA 6: Groei Romeinse Rijk

Het Romeinse Rijk groeit!

• Wat begon als een kleine stad groeit in een paar eeuwen uit tot een enorm rijk.
• Legeraanvoerders, zoals Julius Caesar, veroveren grote delen van Europa.

• Op deze kaart zie je de veroveringen tussen 500 v. Chr. tot ongeveer 40 v. Chr.
  

Republiek en keizerrijk

Rome was sinds de 5e eeuw een republiek (gekozen door Romeinse burgers)

Ruzie om de macht ---> burgeroorlogen

1e eeuw vChr. 

Van stadstaat naar wereldrijk

Rome: 

1. 1000 v.C. Mensen wonen al in een stad. 
2. 500 v.C. Rome wordt een Republiek. 
3. 264 v.C. Exapansie van Rome buiten italie begint. 

De groei van Rome

Het Romeinse Rijk groeit uit tot een gigantisch rijk in een paar honderd jaar. 

Uitbreiding van het rijk = expansie