Diabetes ontregeld en Triage

Diabetes ontregeld
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Diabetes ontregeld

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
0:25
Wat komt er bij je op als je denkt aan diabetes?

Slide 2 - Carte mentale

Suikerziekte
Insuline = hormoon dat bloedsuikerspiegel regelt, bij DM verstoord
Type I en Type II (en zwangerschapsDM)
Risicofactoren (overgewicht, ongezonde leefstijl, leeftijd, erfelijke aanleg)
Medicijnen oraal of insuline 


timer
0:25
Kun je oorzaken bedenken waardoor het bloedsuikergehalte 'ontregeld' raakt?

Slide 3 - Carte mentale

- Te veel/weinig eten
- Te veel weinig insuline gespoten
- Overgeven/braken
- Te veel weinig beweging
- Infecties
- Medicijnen (bv Prednison)

Hoe zat het ook al weer?
Wanneer het glucosegehalte in het bloed te hoog is noemen we dit een .......
We spreken hiervan vanaf de volgende waarde: .....? 
Welke symptomen horen hier bij? 

Slide 4 - Diapositive

Hyperglykemie
> 10 mmol/L
Dorst, veel plassen, moeheid, jeuk
Ernstig --> zwakte, kortademigheid, sufheid, uitdroging, coma 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zit het ook alweer?
Wanneer het glucosegehalte in het bloed te laag is noemen we dit een ....?
We spreken hiervan vanaf de volgende waarde ....?
Welke symptomen horen hier bij?

Slide 6 - Diapositive

Hypoglykemie
< 3,5 mmol/L
Zweten, beven, nerveus, honger, misselijk, duizelig, hoofdpijn, verstoord zicht, hartkloppingen
Als suiker nog verder zakt: concentratie problemen, verwardheid, aggitatie, moeite met spreken, spierspasmen tot aan epileptische aanval, verlies bewustzijn, beroerte

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Hoe zou je een verhoogd bloedsuiker kunnen verlagen? Wat kun je adviseren? 

Slide 8 - Diapositive

Je wilt het suiker gehalte verlagen!

Veel drinken - water (je plast dan overschot aan suiker uit)
Veel bewegen (door inspanning verbruikt je lichaam glucose)
Bij gebruik insuline: extra insuline spuiten
Hoe zou je een te laag bloedsuiker gehalte omhoog kunnen krijgen? Wat kun je adviseren? 
(patiënt is nog wel bij bewustzijn)

Slide 9 - Diapositive

Korte termijn 'snelle suikers' 
Water met suiker drinken of sterke ranja
Snelle druivensuikers (dextrose 6-8 tabletten) 
Daarna -> koolhydraten - boterham met jam

Blijf bij de patiënt en blijf suiker contoleren (na 15-30 minuten) 

Maar wat nu als de hypo zo ernstig is dat de patiënt al erg suf is of zelfs buiten bewustzijn, wat zou je dan voor actie inzetten om het suikergehalte omhoog te krijgen? 

Slide 10 - Diapositive

112 bellen --> U1 urgentie (ernstige hypo vermoed)

Glucagon injectie toedienen!! (zie volgende dia)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

En wat nu als je het niet weet??
Wat doe je als je niet weet of je met een hypo of een hyper te maken hebt en de patiënt heeft wel allerlei klachten, maar is niet in staat te meten? Wat doe je dan? En waarom? 

Slide 12 - Diapositive

Behandelen als een hypo en dus suiker toedienen...
bleek het een hypo, dan zal de patiënt opknappen.
bleek het toch een hyper, dan zal het extra toegediende suiker niet zo veel uitmaken

Slide 13 - Diapositive

bij een casus over DM is het heel belangrijk dat je vraagt of de waarde gemeten kan worden...meten is weten. Dit geeft jou en de arts heel veel informatie 
Instructie bij ontregeling DM 
- Bloedsuiker meten
- Toezicht houden

- Hypo? --> ieder half uur prikken
- Hyper? --> iedere 2 uur prikken (2-4-6 regel)
In sommige gevallen is het normaal dat de DM wat ontregeld - bijvoorbeeld bij infecties en/of gebruik Prednison


Tekst

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Insuline gebruik:
- Als je niet weer hoeveel er precies is gespoten - niet zomaar bij laten spuiten
Na 2 uur bloedsuiker meten (dan is kortwerkende insuline uitgewerkt) 


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2-4-6 regel bij klachten hyper
(nooit zelfstandig adviseren - altijd in overleg met arts of POH/verpleegkundige) 
- Eerst gemaakte plan opvolgen 

Iedere 2 uur meten
> 15 mmol/L - 4 EH spuiten (kortwerkende insuline)
>20 mmol/L - 6 EH spuiten (kortwerkende insuline)



Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Levensbedreigend U1
Je ziet in je triagewijzer dat een ontregeling van het bloedsuikergehalte levensbedreigend kan zijn.
Zowel bij een ernstige hypo als een ernstige hyper (bijzonder ziektebeeld - keto-acidose) kan de patiënt komen te overlijden. Het is als DA wel zaak dat je hier goed op kunt inspelen

We nemen de triagecriteria onder U1 even door samen 

Slide 18 - Diapositive

Let op! in digitale versie na update nog een criterium onder U1 er bij: 'Apathisch en gluc >15 bij insuline afhankelijke diabeet' 

Geef hier korte uitleg over keto-acidose
- Insuline afhankelijke diabeet
Wat gebeurt er? te weinig insuline in bloed aanwezig - hierdoor kan het glucose niet meer worden opgenomen in de cellen als brandstof - het glucose blijft dus in het bloed (hyper glykemie)
De cellen hebben echter wel brandstof nodig .... zij gaan hier nu een andere bron voor aanspreken --> vetverbranding
Hierbij komen ketonen vrij (aceton adem) en verzuurt je bloed - je kunt hierdoor in coma raken
Symptomen: misselijkheid en braken - kortademigheid (Kussmaul) - adem ruikt naar aceton 
Vragen vragen vragen!!!
Bij dit onderwerp is het heel erg van belang dat je een goed toestandsbeeld krijgt: vragen vragen vragen dus!
Welke vragen zijn sowieso van groot belang om altijd te stellen bij DM? 

Slide 19 - Diapositive

Waarde!!! METEN IS WETEN!! (vraag ook door, wanneer is dit gemeten? nog niet gemeten? waarom niet? kan dat nu alsnog?)

Tabletten of insuline?? Vraag DOOR:
Is dit al ingenomen, wanneer? hoeveel? dit is voor de arts/POH erg belangrijke informatie 
Paniek!!
Heb je in de praktijk wel eens te maken gehad met paniek?
Hoe was dit voor jou/hoe reageerde je?
Hoe kun je nu het beste omgaan met paniek?


Slide 20 - Diapositive

Blijf rustig!!
Heb wel aandacht voor de paniek van de beller/patiënt, benoem dit ook en geef aan dat je gaat helpen
Neem de regie, spreek duidelijk en soms zelfs streng
Stel gerichte, relevante, korte vragen om snel de situatie in te kunnen schatten en te handelen 
Hulpvraag
Wat is de hulpvraag?
Hoe kom je hier achter? 
Waar/wanneer in je gesprek doe je dit?
Herhaal je de hulpvraag? Wanneer?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
We gaan oefenen met casussen.
Eerst klassikaal
Wie is DA? 

Slide 22 - Diapositive

Casus uitspelen en uitgebreid evalueren 
Aan de slag
Ga in tweetallen casussen oefenen over dit onderwerp 
Denk aan je SOEP formulier 
Denk aan je leerdoel
Geef duidelijke feedback aan elkaar 
Oefen met een emotie (paniek...?) 
timer
30:00

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meneer Jefferson belt over zijn vrouw. Zij is bekend met DM en is voortdurend aan het overgeven sinds gisteravond; ze is echt beroerd. De suiker is nu 10.0 mmol/L. Wat doe je?
timer
0:15
A
Je stuurt direct een ambulance
B
Je geeft een afspraak met urgentie U3
C
Je geeft adviezen over braken met een duidelijk vangnet
D
Je geeft een afspraak met urgentie U2

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Femke belt, ze weet sinds kort dat ze DM heeft. Ze heeft haar suiker gemeten en deze is 16.1 mmol/L. Ze is wat moe en heeft een droge mond. Wat doe je?
timer
0:15
A
Ze moet direct naar de praktijk komen. In de tussentijd niets eten en drinken
B
Je adviseert haar om even wat zoets te eten/drinken (dextrose en/of ranja) daarna moet ze opnieuw meten
C
Je plant een afspraak binnen 3 uur en adviseert om veel water te drinken en te bewegen
D
Je plant een afspraak binnen 3 uur en adviseert om nu eerst even iets zoets te eten/drinken

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De moeder van Dennis belt. Hij heeft DM en ze krijgt hem vanmorgen niet wakker...ze heeft al geroepen en aan hem geschud, maar hij reageert niet. Hij ademt nog wel...Jij als DA:
timer
0:15
A
Adviseert om zijn suiker te meten en dan even terug te bellen
B
Stuurt de HA binnen een uur naar Bram toe
C
Regelt direct een ambulance
D
Plant een afspraak op het spreekuur

Slide 26 - Quiz

De ABCD is niet stabiel --> U1 dus 
Hanneke heeft DM. Ze is vanmorgen vroeg gaan joggen. Ze had nog niet ontbeten. Ze voelt zich na het joggen helemaal niet lekker (trillerig/zweterig). Ze heeft haar suiker thuis direct gemeten en deze was 4.0 mmol/L ze is hier erg van geschrokken en belt jou direct. Jij als DA:
timer
0:15
A
Plant een afspraak binnen een uur op het spreekuur
B
Stuurt de huisarts op spoedvisite
C
Adviseert haar om veel water te drinken en te blijven bewegen. Ze moet het suiker na een half uur opnieuw controleren
D
Adviseert haar om wat zoets te eten/drinken. Ranja, boterham met jam etc. Ze moet na een half uur het suiker opnieuw controleren

Slide 27 - Quiz

Ook een duidelijk vangnet meegeven!!
+ uitleg over DM en sporten
Welke urgentie past bij de volgende casus?
Vrouw bekend met DM type 2. Ze heeft alleen tabletten. Verward gedrag. Nog goed alert, niet suf, niet aan het braken, niet kortademig. Suiker = 3.0 mmol/L
timer
0:15
A
U1
B
U2
C
U3
D
U5

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem kort wat je van deze les vond. Wat heb je geleerd?

Slide 29 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions