Schrijven 1

Schrijven MFA MSR

formeel versus informeel
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Schrijven MFA MSR

formeel versus informeel

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn examen Lezen Luisteren is goed gegaan.
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Wat ging er goed?
Wat ging er minder goed?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen


- Aan het einde van de les weet je het verschil tussen een formele tekst en een informele tekst
- Aan het einde van de les weet je het verschil tussen informeel en formeel taalgebruik

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan bij
een formele tekst?

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan bij een
informele tekst?

Slide 7 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voorbeeld van formeel taalgebruik.

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voorbeeld van informeel taalgebruik.

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Formele teksten
- zakelijke brief
- klachtenbrief, sollicitatiebrief
- passende aanhef
- passend taalgebruik
- passende woordkeuzes
(jongeren - adolescenten)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Informele teksten
- geen zakelijke teksten
- geboortekaartje, trouwkaartje, uitnodiging
- informeel taalgebruik
- makkelijke woorden
(adolescenten - jongeren)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer formeel of informeel?
- doelgroep > leeftijd, status, relatie
- doel van de tekst > reclame, informatief
- afzender > grootte van organisatie  
- 'de koffieautomaatcheck'

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een voorbeeld van een informele tekst is een?
A
sollicitatiebrief
B
uitnodiging
C
klachtenbrief
D
berichtje van jouw broer

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke aanhef gebruik je bij een informele tekst?
A
Geachte
B
Beste
C
Hai
D
Hoi

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf de volgende aanhef formeel:
Hoi Jan Dijk,

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

'Adolescenten' is een?
A
Informeel woord
B
Formeel woord

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf de volgende slotgroet formeel: Groetjes,
Jan

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een formele tekst gebruik je?
A
je
B
u
C
geachte
D
hoi

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke teksten vind je het moeilijkst om te schrijven?
Informeel
Formeel

Slide 19 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ga naar GPS
1.  Boek bladzijde 257 en 258 
2. Instaptoets Schrijven maken 
3.  2f mini magazine memo's 
en formulieren 
3. 3f voor Azra

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen


- Aan het einde van de les weet je het verschil tussen een formele tekst en een informele tekst
- Aan het einde van de les weet je het verschil tussen informeel en formeel taalgebruik

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions