Stoffen in huis

2.1   Stoffen in huis
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

2.1   Stoffen in huis

Slide 1 - Diapositive

Stofeigenschappen
De eigenschappen waaraan je een stof kan herkennen noemen we stofeigenschappen.
Voorbeelden van stofeigenschappen zijn:
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak 
  • Brandbaarheid

Slide 2 - Diapositive

Stofeigenschappen:
  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Fase (bij kamertemp.)
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Oplosbaarheid in water

Geen stofeigenschappen:
  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume

Slide 3 - Diapositive

Ammonia is irriterend dus:
Je kunt (moet) dan:
– de ruimte goed ventileren;
– een ademmasker dragen.

Slide 4 - Diapositive

Pictogrammen

Slide 5 - Diapositive

Stoffen in huis
Stoffen in huis

Sommige stoffen die in het huishouden gebruikt worden kunnen gevaarlijk zijn.
Dat geldt voor:
  • spiritus
  • ammonia
  • bleekwater
  • wasbenzine

Slide 6 - Diapositive


Wat zijn de stofeigenschappen 
van spiritus?
A
brandbaarheid
B
doorzichtigheid
C
gewicht
D
vorm

Slide 7 - Quiz

Wat is een stofeigenschappen van Dreft?
A
De reclame op tv
B
Het logo
C
De herkenbare fles
D
De frisse geur

Slide 8 - Quiz

Stofeigenschappen zijn:
A
geur, kleur, massa
B
fase, geur, kleur
C
kookpunt, smaak, kleur
D
fase, geur, smaak

Slide 9 - Quiz

Stofeigenschappen
A
Fase bij 21 graden
B
Massa
C
Smaak
D
Kookpunt

Slide 10 - Quiz

Wat zijn de stofeigenschappen van koffie?
A
Temperatuur en smaak
B
Smaak en kleur
C
Kleur en temperatuur
D
Kleur en prijs per kilo

Slide 11 - Quiz

Je kunt stoffen herkennen aan de stofeigenschappen.
welke stofeigenschappen zijn er?

Slide 12 - Question ouverte

Metaal - stofeigenschappen

Slide 13 - Question ouverte

Wat zijn stofeigenschappen?
timer
0:30

Slide 14 - Question ouverte

Noem vier stofeigenschappen

Slide 15 - Question ouverte

Wat zijn de stofeigenschappen van suiker?

Slide 16 - Question ouverte