Blok 6 formuleren Tangconstructie en verkeerd aansluitende beknopte bijzin

Blok 6 formuleren 
Tangconstructie, verkeerd aansluitende beknopte bijzin en foutieve samentrekking
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Blok 6 formuleren 
Tangconstructie, verkeerd aansluitende beknopte bijzin en foutieve samentrekking

Slide 1 - Diapositive

tangconstructies 
Als je tussen twee woorden die bij elkaar horen veel andere informatie plaatst, dan noem je dat een tangconstructie. 


Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

tangconstructie
Tips:
  • kijk welke delen bij elkaar horen;
  • Maak meerdere zinnen van een zin met een tangconstructie.





Slide 5 - Diapositive

Tangconstructie
Hoe kunnen we deze tangconstructie oplossen?

In de Brusselse dierentuin wordt de om zijn knuffelbare uiterlijk en vertederende gromgeluiden zo populaire reuzenpanda gewassen.


Slide 6 - Diapositive

Tangconstructie
Door de zin in stukken op te breken kun je de tangconstructie vaak oplossen. 

In de Brusselse dierentuin wordt de panda gewassen. Het dier is zeer populair vanwege zijn knuffelbare uiterlijk en vertederende gromgeluiden.


Slide 7 - Diapositive


  • De hond, die een hele mooie vacht had maar die nu heel vies was omdat hij in de sloot sprong, lag op zijn bot te kauwen.

  • De hond lag op zijn bot te kauwen. Hij heeft een hele mooie vacht, maar die is nu vies omdat hij in de sloot is gesprongen.

Slide 8 - Diapositive

Ik begrijp nu hoe ik een tangconstructie kan herkennen en verbeteren
A
Zeker weten
B
Voldoende
C
Misschien niet allemaal
D
Dit is een drama

Slide 9 - Quiz

beknopte bijzin

Slide 10 - Carte mentale

Verkeerd aansluitende beknopte bijzin
Er zijn drie soorten beknopte bijzinnen:

Met een voltooid deelwoord:
Bij het theater aangekomen was de voorstelling al begonnen.
Met een onvoltooid deelwoord:
Fietsend kwam ik erachter dat ik mijn gymtas was vergeten.
Met te + hele werkwoord:
Na drie uur overlegd te hebben ging de staking uiteindelijk niet door.

Slide 11 - Diapositive

Verkeerd aansluitende beknopte bijzin
  • In een beknopte bijzin staat geen persoonsvorm;
  • In een beknopte bijzin staat geen onderwerp;
  • Er is altijd een 'denkbeeldig' onderwerp;
  • Het denkbeeldige onderwerp van de beknopte bijzin moet hetzelfde zijn als het onderwerp van de hoofdzin.

Lachend kwamen de meisjes de klas binnen.

Slide 12 - Diapositive

Verkeerd aansluitende beknopte bijzin
Bij een verkeerd aansluitende beknopte bijzin is het denkbeeldige onderwerp niet hetzelfde als het onderwerp van de hoofdzin.

Je corrigeert een foutieve beknopte bijzin door deze uit te schrijven naar een volledige bijzin!


Slide 13 - Diapositive

Hoe verbeter je een foutieve beknopte bijzin?
Maak van de beknopte bijzin een gewone bijzin (met onderwerp en persoonsvorm).

Bij het station aangekomen bleek de trein net vertrokken.

Toen (we) bij het station (aankwamen), bleek de trein net vertrokken.

Slide 14 - Diapositive

Welke zin is correct?
A
Wachtend voor de kassa had Ernst genoeg tijd voor een praatje met zijn collega.
B
Wachtend voor de kassa duurt de tijd altijd langer dan normaal.

Slide 15 - Quiz

Welke zin is correct?
A
Nog half slapend maakte de koffie ons weer een beetje wakker.
B
Nog half slapend werden we door de koffie weer een beetje wakker.

Slide 16 - Quiz

Welke zin is correct?
A
Na de kozijnen geverfd te hebben begon het plotseling te regenen.
B
Na de kozijnen geverfd te hebben moest Jonathan ook de dakgoten nog doen.

Slide 17 - Quiz

Ik begrijp nu hoe ik een verkeerd aansluitende beknopte bijzin kan herkennen en verbeteren
A
Zeker weten
B
Voldoende
C
Misschien niet allemaal
D
Dit is een drama

Slide 18 - Quiz

Aan de slag!
  • Blok 6 Formuleren deel 2: opdracht 9  (blz. 393-394)

Extra uitleg?

Slide 19 - Diapositive

Foutieve samentrekking

Slide 20 - Diapositive

Samentrekking

Slide 21 - Carte mentale

samentrekking
als (een deel van) een woord is weggelaten dat je al eerder genoemd hebt:
zomer(kleding)- en winterkleding
Hij kocht een appel en (hij kocht) een ei
Zij studeert in Amsterdam en hij (studeert) in Groningen

Slide 22 - Diapositive

foutieve samentrekking
als het woord dat is weggelaten niet dezelfde
- vorm
- betekenis
- functie
heeft, is de samentrekking fout

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Ik begrijp nu hoe ik een foutieve samentrekking kan herkennen en verbeteren
A
Zeker weten
B
Voldoende
C
Misschien niet allemaal
D
Dit is een drama

Slide 36 - Quiz

Aan de slag!
  • Blok 6 Formuleren deel 2: opdracht 10 (blz. 393-394)

Slide 37 - Diapositive