1hv H7: 2021 bijvoeglijknaamwoord + kloktijden herh

Welkom
  • Bijvoeglijknaam woord
  • Kloktijden herhaling
  • Vragen?
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom
  • Bijvoeglijknaam woord
  • Kloktijden herhaling
  • Vragen?

Slide 1 - Diapositive

Het bijvoeglijknaamwoord

Slide 2 - Diapositive

une jolie fille
A
Goed
B
Fout

Slide 3 - Quiz

les grand garçons
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quiz

le pantalon bleu
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quiz

la maison vert
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quiz

les jupes préférées
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quiz

Stappenplan
  1. Wat is het bijvoeglijk naamwoord
  2. Waar zegt het wat van? 
  3. Schema: 

Slide 8 - Diapositive

Nieuwe stap... 
une jolie fille
les grands garçons
le pantalon bleu
la maison verte
le jupes préférées

Wat valt op? 

Slide 9 - Diapositive

Plaats!
De ene keer staat het bijvoeglijk naamwoord 

voor het zelfstandig naamwoord...

en de andere keer erachter

Slide 10 - Diapositive

Plaats (regel)
Het bijvoeglijk naam woord staat altijd achter het zelfstandig naamwoord, behalve als het in het rijtje van 12 staat!

Rij van 12



Slide 11 - Diapositive

jeune
A
Voor
B
Achter

Slide 12 - Quiz

gris
A
Voor
B
Achter

Slide 13 - Quiz

vieux
A
Voor
B
Achter

Slide 14 - Quiz

préféré
A
Voor
B
Achter

Slide 15 - Quiz

nouveau
A
Voor
B
Achter

Slide 16 - Quiz

Stappenplan bijvoeglijk naamwoord

Plaats:
Rij van 12? 
  •  ja : VOOR het ZNW
  • nee: ACHTER het ZNW


Vorm: 
  1. Wat is het bijvoeglijk naamwoord
  2. Waar zegt het wat van?
  3. Schema: 




Slide 17 - Diapositive

Schrijf het bijvoeglijk naam woord op de goede plek én in de goede vorm:
(grand) une ... jupe ...

Slide 18 - Question ouverte

Schrijf het bijvoeglijk naam woord op de goede plek én in de goede vorm:
(petit) le ... pantalon...

Slide 19 - Question ouverte

Schrijf het bijvoeglijk naam woord op de goede plek én in de goede vorm:
(vert) la ... maison ...

Slide 20 - Question ouverte

Quelle heure est-il? 

Slide 21 - Diapositive

Kloktijden
Wat weet je nog?

Slide 22 - Carte mentale

Vertaal: Het is 3 uur.

Slide 23 - Question ouverte

Wat is de goede vertaling van:
Het is kwart voor 2.
A
Il est deux heures et quart.
B
Il est une heure moins le quart.
C
Il est deux heures moins le quart.
D
Il est trois heures.

Slide 24 - Quiz

Wat is de goede vertaling van:
Het is kwart over 4.
A
Il est quatre heures et quart.
B
Il est quatre heures.
C
Il est quatre heures moins le quart.
D
Il est quatre heures et demie.

Slide 25 - Quiz

Vertaal: Het is half 6.

Slide 26 - Question ouverte

Tip
  • Herhaal de stof goed
  • Bestudeer ook nog een keer de opdrachten uit de eerdere hoofdstukken

Slide 27 - Diapositive