Samenwerking Europa

Europese eenwording
Van oorlog naar vrede
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Europese eenwording
Van oorlog naar vrede

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  • Even kijken wat je nog weet
  • Uitleg en vragen

Dit ga je allemaal leren vandaag:
  1. Je leert waarom Europese landen gingen samenwerken na de Tweede Wereldoorlog
  2. Je leert wie er gingen samenwerken en waarom (Benelux, EGKS, EEG)
  3. Je leert wat de Europese Unie is, wat zij doen en wie de baas is
  4. Je leert over de 2 ontwikkkelingen rondom de samenwerking (Brexit en einde Koude Oorlog)
  5. Je leert over het verschil tussen open en gesloten grenzen in de Europese Unie

Slide 2 - Diapositive

Weet je nog? Vorige week was het 4 en 5 mei. Wat is er belangrijk aan deze dagen?

Slide 3 - Question ouverte

Weet je nog? Tijdens de Koude Oorlog stonden er 2 blokken tegenover elkaar. Kies het goede antwoord.
A
Westblok (Verenigde Staten) tegen Oostblok (kapitalisme)
B
Oostblok (Sovjet-Unie) tegen Westblok (communisme)
C
Oostblok (Sovjet-Unie) tegen Westblok (kapitalisme)
D
Westblok (Sovjet-Unie) tegen Oostblok (kapitalisme)

Slide 4 - Quiz

Samenwerking na de oorlog
De Tweede Wereldoorlog was voorbij in 1945. Europa lag in puin, er waren miljoenen slachtoffers en de economie stond stil. 

Europese landen gingen samenwerken na deze oorlog.

Slide 5 - Diapositive

Waarom gingen de Europese landen samenwerken na de Tweede Wereldoorlog?
A
Om een nieuwe oorlog te krijgen
B
Om de economie beter te maken
C
Om een Europese Unie op te richten
D
Om een nieuwe oorlog te voorkomen

Slide 6 - Quiz

Hoe ging Europa samenwerken?
Wanneer? 1944
Wie? België, Nederland en Luxemburg = BENELUX
Wat? Economische samenwerking met vrij verkeer van goederen (goederen mogen reizen zonder controles binnen deze landen)

Slide 7 - Diapositive

Hoe ging Europa samenwerken?
Wanneer? 1951
Wie? 3 Benelux landen, Frankrijk, Italië en West-Duitsland
Wat? Productie van steenkool en staal regelen (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal = EGKS)
Waarom? Steenkool en staal waren belangrijk bij de opbouw van Europa na de Tweede Wereldoorlog

Slide 8 - Diapositive

Hoe ging Europa samenwerken?
Wanneer? 1957
Wie? Zie het kaartje
Wat? Economische samenwerking met vrij verkeer van mensen en goederen (Europese Economische Gemeenschap = EEG)
Waarom? Makkelijker om te reizen, handelen en goed voor de economie

Slide 9 - Diapositive

Europese Unie
Wanneer? 1992
Wie? 27 landen
Wat? Samenwerking over verschillende onderwerpen. Bijvoorbeeld klimaat, handel en migratie. Ook maakt de EU wetten voor de EU-landen. In 2002 is er ook de euro ingevoerd.

Slide 10 - Diapositive

Sleep alle blauwe hokjes naar de goede rode hokjes.
Benelux
EGKS
EEG
EU

1992

1957

1944

1951

Regeling productie kolen en staal

Economische samenwerking met vrij verkeer van goederen

Verschillende onderwerpen

Vrij verkeer van goederen en mensen

Slide 11 - Question de remorquage

Slide 12 - Vidéo

Bekijk het filmpje op de vorige slide.
Noem 4 kenmerken van de Europese
Unie.

Slide 13 - Carte mentale

Welk land hoort er niet meer bij de EU?
A
Italië
B
Groot-Brittannië
C
Ierland
D
Polen

Slide 14 - Quiz

Kopieer de volgende link: https://app.nos.nl/op3/brexit/
Klik op level easy en lees het stuk.

Waarom duurde de Brexit zo lang?

Slide 15 - Question ouverte

 Europese samenwerking
27 landen
Op de kaart staan 28 landen. 
Welk land is pas uit de EU gegaan?
Samenwerking in Europa

Slide 16 - Diapositive

Bekijk de kaart op de vorige slide. In het midden zie je een rode lijn. Voor 1990 waren er nog geen Oostblok landen bij de Europese samenwerking. Waarom niet?
Denk terug aan de vorige lessen.

Slide 17 - Question ouverte

Wie is de baas in de EU?
De Europese Commissie bestuurd de Europese Unie. Zij bedenken de wetten voor de EU. 
Het Europees Parlement kijkt of deze wetten goed zijn en of deze worden uitgevoerd in EU-landen. 
EU-burgers mogen het Europees Parlement kiezen.

Slide 18 - Diapositive

Open of gesloten grenzen?
Binnen de EU kunnen mensen, goederen en diensten vrij reizen. Jij mag bijvoorbeeld gaan werken in Frankrijk. Door open binnengrenzen is er meer migratie en samenwerking in Europa. Europeanen hebben hierdoor meer internationale contacten
De buitengrenzen van de EU zijn gesloten. Bezoekers van buiten de EU worden alleen toegelaten met een visum (stempel in je paspoort). Vluchtelingen uit Afrika proberen met een boot naar Europa te komen, omdat ze weg uit de oorlogen willen.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Leg uit wat het verschil is tussen open grenzen en gesloten grenzen.

Slide 21 - Question ouverte

Even kijken of je alles snapt. Lees de antwoorden.
Kies het juiste antwoord.
A
Samenwerking moest een nieuwe oorlog voorkomen. & De EEG was een politieke samenwerking.
B
Vanaf 1990 kwamen er steeds meer Oostblok landen bij de samenwerking. & Je hebt altijd een visum nodig.
C
De EU-landen werken samen op veel onderwerpen. & Binnen de EU zijn er open grenzen.
D
De Benelux was de eerste stap van de samenwerking. & Het Europees Parlement bestuurd de EU.

Slide 22 - Quiz

Volgende keer

Slide 23 - Diapositive