Mavo2 24.05.2022 1e les

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

  • Wiederholung (5min)
  • selbstständig Arbeiten (10min)
  • Spiel (10min)
  • zusammen Arbeiten (10min) 
  • Planen (5min)
  • Feedback (5min)




Slide 2 - Diapositive

  • Je kunt het bezittelijk voornaamwoord gebruiken.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Leerdoel
Je kunt het bezittelijk voornaamwoord gebruiken.

Slide 5 - Diapositive

Grammatik
  • Het onbepaalde lidwoord ein- en het woord kein- (= geen) krijgen alleen bij vrouwelijke woorden en in het meervoud een -e. Dat geldt ook voor de bezittelijke voornaamwoorden.
  • Let op de verschillende betekenissen van ihr(e)/Ihr(e) en de schrijfwijze van euer/eure:

Slide 6 - Diapositive

Janine hat ein Geschenk für ... gekauft.
A
du
B
ihn
C
ihr

Slide 7 - Quiz

… wollen gerne in Urlaub fahren.
A
euch
B
ihr
C
wir

Slide 8 - Quiz

Wir haben … halb elf ein Fußballspiel.
A
für
B
ohne
C
um

Slide 9 - Quiz

Sind diese Blumen ... mich?
A
für
B
gegen
C
ohne

Slide 10 - Quiz

Bart und Jochen sind … das Einkaufszentrum geschlendert.
A
durch
B
für
C
gegen

Slide 11 - Quiz

Wir machen uns Sorgen … .
A
für euch
B
ohne euch
C
um sie

Slide 12 - Quiz

Darf ich … bestellen?
A
um sie
B
für euch
C
gegen euch

Slide 13 - Quiz

Wer hat … gespielt?
A
für euch
B
gegen euch
C
ohne euch

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
1e naamval:
  • ik          jij         hij        zij        het            wij      jullie      zij                  u
  • ich       du       er         sie        es            wir      ihr          sie                Sie 

4e naamval:
  • mij       jou      hem    haar    het          ons     jullie     hun/hen     u  
  • mich   dich   ihn       sie       es            uns     euch     sie                Sie


Slide 16 - Diapositive

timer
10:00
Wat kan ik doen? 
  • hoofdstuk 9 afronden
  • woorden leren van hoofdstuk 7, 8, 9, 10
  • grammatica herhalen van hoofdstuk 7, 8, 9, 10
  • stempels

Slide 17 - Diapositive

Spiel
Spielverlauf
  • Schrijf op de voorkant van de post-it in het Nederlands een bezittelijk voornaamwoord en een zelfstandig naamwoord, bijvoorbeeld: mijn keuken. Schrijf op de achterkant van de post-it de juiste vertaling in het Duits.
  • Plak de post-it op je voorhoofd.
  • De klas is in twee groepen verdeeld: groep A heeft geen post-it op, groep B heeft een post-it. Groep A en B gaan in een rij tegenover elkaar staan.
  • De voorste personen uit de rij (x en x) spelen tegen elkaar. Groep A kan alle personen van groep B wegspelen. De voorste uit de rij noemt de vertaling van de Nederlandse woorden. Is het antwoord dat groep A noemt goed, dan is de voorste uit de rij B af. Is het antwoord fout, dan is de voorste uit groep A af. De groep die het langst in het spel blijft heeft gewonnen.
  • Wissel daarna voor de tweede ronde, nu heeft groep A een post-it en groep B niet. Groep B kan nu iedereen wegspelen.

Slide 18 - Diapositive

timer
10:00
Wat kan ik doen?
  • hoofdstuk 9 afronden
  • woorden leren van hoofdstuk 7, 8, 9, 10
  • grammatica herhalen van hoofdstuk 7, 8, 9, 10
  • stempels

ZUSAMMEN 
ARBEITEN

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

 
  • Je kunt het bezittelijk voornaamwoord gebruiken.

Slide 21 - Diapositive

Planen

Slide 22 - Diapositive

Reflektieren
              schrijf het op een blaadje                                 en lever het in!
  • Wat heb je gedaan vandaag? 
  • Wat is het beste gelukt?
  • Wat had je beter kunnen doen?
  • Noem twee positieve dingen over hoe je hebt gewerkt?



timer
1:00

Slide 23 - Diapositive

Wat heb je gedaan vandaag?
Wat is het beste gelukt?
Wat had je beter kunnen doen?
Noem twee positieve dingen over hoe je hebt gewerkt?

Slide 24 - Question ouverte

Geef aan hoe goed je de grammatica al beheerst. (1- totaal niet, 2- beetje, 3- beetje goed, 4- helemaal goed)
1
2
3
4

Slide 25 - Sondage

Slide 26 - Diapositive

Wat wil je de volgende Duits les gaan doen?

Slide 27 - Carte mentale

Wat lukte goed vandaag?

Slide 28 - Carte mentale

Slide 29 - Diapositive