Complete les Brug bouwen

1 / 44
suivant
Slide 1: Vidéo
ScienceMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Slide 2 - Vidéo

Hoe zou het komen dat de brug kapot ging?

Slide 3 - Question ouverte

Doel vandaag
  • Stofeigenschap: stevigheid van papier
  • planning maken 
  • samenwerken met verdeelde taken
  • ontwerp bedenken
  • proces beschrijven die uitvoering/resultaat goed uitlegt 

Slide 4 - Diapositive

Bouwwerken en krachten
Een brug, maar ook andere bouwwerken, moeten sterk en stevig zijn. Anders kan het instorten. Ze hebben o.a. met druk- en trekkracht te maken.  


Slide 5 - Diapositive

Sterk en stevig
Door na te denken over de vormen en het materiaal die je gebruikt in een constructie, kun je een bouwwerk sterk en stevig maken. 

Een driehoek is bijv. sterker dan een vierkant of rechthoek.

Slide 6 - Diapositive

We gaan een brug bouwen! 

Slide 7 - Diapositive


Je krijgt nu eerst 2 minuten voor de volgende opdracht:

Kun jij een A4 papiertje rechtop op tafel laten staan? 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Welke bruggen zijn er? 

Kijk het filmpje (zet ik zo op) 
 en schrijf op: welke 3 soorten bruggen zijn er? 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Welke constructievormen zijn er?
1: Een driehoek: de driehoeksconstructie is de sterkste constructie. De vorm van een driehoek kan door krachten niet veranderen. De driehoeksconstructie is dus handig bij het bouwen van bruggen en gebouwen.

Slide 12 - Diapositive

Welke constructievormen zijn er?
2: Een vierhoeksconstructie is beweeglijk. De vorm kan veranderen van een vierhoek naar een ruit. De vierhoeksconstructie is goed te gebruiken bij een beweeglijke constructie, zoals een ophaalbrug.

Slide 13 - Diapositive

Welke constructievormen zijn er?

3: Bij een boogconstructie worden de krachten gelijkmatig verdeeld. 
Dit zorgt ervoor dat de boogconstructie erg stevig is. De boogconstructie wordt veel gebruikt bij bijvoorbeeld viaducten.

Slide 14 - Diapositive

0

Slide 15 - Vidéo

Profielen
Een manier om een constructie nog steviger te maken is door profielen te gebruiken. Profielen zijn stroken of balken met een bepaalde vorm die een constructie licht en sterk maken.

Je hebt ronde en vierkante profielen, maar ook hoek- (of L), U-, H- of T-profielen. 


Slide 16 - Diapositive

0

Slide 17 - Vidéo

De constructie van de brug
Je gaat in groepjes van drie zelf een brug bouwen van papier. 
Daarbij moet je zelf ook nadenken over de constructie.
Je bouwmaterialen:
                   Stroken papier van 100 mm x 200 mm
                   Strookjes plakband 47 mm x 10 mm
                   Schaar

Slide 18 - Diapositive

De constructie van de brug
Met de strookjes papier maak je een brug. Deze brug moet zo worden gemaakt dat een zo groot mogelijk gewicht in het midden van de brug kan hangen zonder dat de brug in elkaar zakt. 
Overbrugging: 50 cm.                   Tijd: 4 keer een blokuur
De sterkste brug wint de competitie:
grootste gedragen massa per gram (massa van de) brug

Slide 19 - Diapositive

De constructie van de brug

Zorg voor foto's van het maken van de brug en gebruik deze om het proces van bouwen duidelijk te maken
  


Slide 20 - Diapositive

Waarom zou je in een constructie voor een profiel kiezen in de plaats van een massieve staaf?

Slide 21 - Question ouverte

Constructies
Naast profielen, kan je een bouwwerk nog sterker maken door de soort constructie die je gebruikt. 

Bruggen hebben veel verschillende soorten constructies. 

Slide 22 - Diapositive

De eerste brug
De eerste bruggen zijn ontstaan door de natuur. Dit waren omgevallen bomen of stenen die over/in het water lagen. 

Je kan dit de eerste liggerbrug noemen. 

Slide 23 - Diapositive

Waarom kan een liggerbrug niet overal?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Vidéo

Liggerbrug
  • Wordt ook wel plaat- of balkbrug genoemd. 
  • Een lange liggerbrug kan worden ondersteund met pijlers/pilaren.

Slide 26 - Diapositive

Boogbrug
  • Het gewicht van/op de brug wordt opgevangen door de boogconstructie. 
  • Het gewicht (kracht/last) wordt via de boog naar de ondergrond gebracht.  

Slide 27 - Diapositive

Hangbrug
  • Het wegdek is met dunne kabels opgehangen aan een dikke kabel. 
  • De dikke kabel is tussen twee pilaren (pylonen) opgehangen.   

Slide 28 - Diapositive

Vakwerkbrug
  • Sterk door driehoeken

Slide 29 - Diapositive

Tuibrug
  • De kabels (tuien) zijn vanaf de pilaar (pyloon) rechtstreeks aan het wegdek bevestigd.

Slide 30 - Diapositive

Test je kennis in de quiz

Slide 31 - Diapositive

Juist of onjuist?

'Een liggerbrug kun je vergelijken met een boomstam over een sloot.'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Wat voor soort brug is dit?
A
Boogbrug
B
Tuibrug
C
Hangbrug
D
Ligger-/plaatbrug

Slide 33 - Quiz

Wat voor soort brug is dit?
A
Boogbrug
B
Tuibrug
C
Hangbrug
D
Ligger-/plaatbrug

Slide 34 - Quiz

Wat voor soort brug is dit?
A
Boogbrug
B
Tuibrug
C
Hangbrug
D
Ligger-/plaatbrug

Slide 35 - Quiz

Maak de zin af:

Een boogbrug is sterk door..

Slide 36 - Question ouverte

Wat is waar?
A
Er is geen verschil tussen een tuibrug en een hangbrug.
B
Bij een tuibrug hangt het wegdek met kabels rechtstreeks aan de pilaren.
C
Bij een hangbrug hangt het wegdek rechtstreeks aan de pilaren.
D
Bij een hangbrug hangt het wegdek met dunne kabels aan een dikke kabel. Deze kabel is tussen 2 pilaren gespannen.

Slide 37 - Quiz

Welke vorm is sterker?
A
Vierkant
B
Driehoek

Slide 38 - Quiz

Wat zijn profielen?

Slide 39 - Question ouverte

Wat is een hoekprofiel?
A
B
C
D

Slide 40 - Quiz

Maak een zo sterk, stevig en licht mogelijke brug. 


Slide 41 - Diapositive

De eisen: 
  • Maak de brug van: A4 papier
  • Gebruik voor de verbindingen: plakband en/of touw. Gebruik zo weinig mogelijk hiervan. 
  • De brug mag max. 300 gram wegen. (hoe minder, hoe beter!)
  • De brug moet min. 40 cm overbruggen.
  • De brug moet min. 200 gram kunnen houden. 
  • Er moet een voertuig/auto overheen kunnen rijden.

Slide 42 - Diapositive

  1. Bedenk wat voor brug je gaat maken en welke constructie je hiervoor gebruikt.
  2. Maak een schets van de brug.
  3. Maak de brug. (maak foto's)
  4. Maak een logboek van de bouw.
  5. Beantwoord de vragen over de construcie
  6. Testen :D:D

Slide 43 - Diapositive

En nu?
  1. Ga op internet kijken naar allerlei verschillende bruggen.
  2. Denk na over de gebruikte constructies voor elk van deze bruggen
  3. Maak uiteindelijk je keus. Welk type brug ga jij maken? 
  4. Zoek op internet naar voorbeelden van dit type brug.
  5. Kijk goed naar de gebruikte constructies van dit type brug.
  6. Maak een globale schets van je brug.
  7. Dan is nu tijd om een echte bouwtekening te maken met alle maten (mm / cm).
  8. Maak ook een lijst van benodigdheden......
  9. Bouwers, bouwen maar!!!!

Slide 44 - Diapositive