4.3 kan het sneller en beter?

TERUGKOPPELING: wat zijn 'concurrenten'?
1 / 20
suivant
Slide 1: Question ouverte
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

TERUGKOPPELING: wat zijn 'concurrenten'?

Slide 1 - Question ouverte

Noem 2 bedrijven die elkaars concurrent zijn

Slide 2 - Question ouverte

Mark verkoopt 15 appeltaarten voor €6,50 per stuk. Wat is zijn opbrengst?

Slide 3 - Question ouverte

Mark maakt €120 aan kosten. Maakt hij winst of verlies? Hoeveel?

Slide 4 - Question ouverte

4.3 Kan het sneller en beter?
Je leert in deze paragraaf:

  • Wat technologische ontwikkelingen zijn
  • Het verschil tussen mechanisatie en automatisering
  • Wat arbeidsproductiviteit is
  • Hoe de arbeidsproductiviteit kan toenemen
  • Hoe je de afschrijving van een kapitaalgoed berekent

Slide 5 - Diapositive

4.3 Kan het sneller en beter?
Door technologische ontwikkelingen gaan bedrijven anders produceren. Want het wordt makkelijker.


Er is hierbij een verschil tussen mechanisatie en automatisering:
Mechanisatie: machines nemen het zware werk van mensen over.
Automatisering: computers en computerprogramma’s sturen de productie aan.



Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Hoe zag je automatisering en mechanisatie terug in het filmpje?

Slide 8 - Question ouverte

4.3 2e les

Slide 9 - Diapositive

TERUGBLIK: geef twee voorbeelden van technologische ontwikkelingen

Slide 10 - Question ouverte

Is dit een voorbeeld van automatisering of mechanisatie?
A
automatisering
B
mechanisatie

Slide 11 - Quiz

Een mixer is een voorbeeld van automatisering of
mechanisering?
A
automatisering
B
mechanisering

Slide 12 - Quiz

Vroeger

Productie met de hand.
Kostte vaak veel tijd.
Nu
Door:
Mechanisatie en 
Automatisering kan meer meer producten maken in dezelfde tijd.

De arbeidsproductiviteit is gestegen.

Slide 13 - Diapositive

4.3 Kan het sneller en beter?
De arbeidsproductiviteit is de hoeveelheid producten die een werknemer kan maken in een bepaalde tijd.

Hoe hoger de arbeidsproductiviteit, hoe lager de productiekosten.
Productiekosten (alle kosten die een bedrijf maakt om te kunnen produceren):
  • Grondstoffen
  • Huur
  • Personeel
  • Energie


Slide 14 - Diapositive

4.3 Kan het sneller en beter
De machines die bedrijven kopen slijten en zijn daardoor steeds minder waard.
 

De jaarlijkse waardevermindering van een kapitaalgoed (machine) noem je de afschrijving.

Slide 15 - Diapositive

Afschrijving
afschrijving per jaar = aanschafprijs : aantal gebruiksjaren

Slide 16 - Diapositive

Ik koop een machine van €50.000. Na 4 jaar koop ik een nieuwe. Wat is de afschrijving per jaar?

Slide 17 - Question ouverte

Bereken de afschrijving: Tim koopt voor €30.000,- een machine. Deze machine gaat 10 jaar mee.

Slide 18 - Question ouverte

Wat is voor een bedrijf een gevolg van mechanisatie en automatisering? Kies 2 antwoorden.
A
Er zijn minder werknemers nodig om te produceren.
B
Met evenveel werknemers kun je meer produceren.
C
Met evenveel werknemers kun je minder produceren.
D
Er zijn meer werknemers nodig om evenveel re produceren.

Slide 19 - Quiz

Een mixer is een voorbeeld van automatisering of
mechanisering?
A
automatisering
B
mechanisering

Slide 20 - Quiz