Vocabulary games

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Today
- Create your own board- / cardgame
- Check out

Lesson goal: You can create a game using
vocabulary from chapter 5

Slide 2 - Diapositive

Spin the wheel
- In groepjes 2-3-4
- Maak het bordspel
- Gebruik woorden / grammatica van hfst 5

Slide 3 - Diapositive

Games



 Gebruik de woordenlijst op blz 96-97
Bingo
- Kies woorden uit voor de bingo woordenlijst. Ong 50 woorden 
- Maak deze lijst zo, dat je straks de kaartjes erop kunt leggen ter controle
- Vul 10 bingo kaarten in met de Engelse woorden. Gebruik hiervoor de lege bingo kaarten
- Schrijf de Nederlandse woorden op briefjes (met evt de vertaling) die  je vervolgens tijdens het spelen kunt trekken uit een bakje/zakje

Kwartet
- Maak 12 verschillende categorieën met woordjes en grammatica.
- Schrijf per categorie 4 woorden op Nl-Eng 
- Je mag plaatjes gebruiken en die printen / alles via Word maken of alles opschrijven. Tip: Plak 2 A4tjes op elkaar (1 wit en 1 gekleurd) en knip/snijdt alles netjes uit
Memory
- Je mag alle kaartjes typen en printen of alles zelf op de kaartjes schrijven (zorg dan dat het goed leesbaar is) Tip: plak 2 A4-tjes op elkaar en knip ze dan uit zodat de woorden niet doordrukken
- Maak 15 setjes met het Engelse woord en de Nederlandse vertaling
- Zorg dat de memory kaarten niet te klein zijn!
Ganzenbord
- Gebruik de template om je spel te maken
- Vul bij een aantal vakjes 'go back to .. ' 'go ... steps forward' in
- Vul bij de overige vakjes Nederlandse woorden uit de woordenlijst in of plaatjes
- Bedenk zelf of mensen nog een keer mogen gooien na een goed antwoord of dat ze daarvoor punten krijgen (je kan dan ook met dubbele punten werken)
- Schrijf een instructiebrief in het Engels waarbij je uitlegt hoe het spel werkt en wat ze ervoor nodig hebben. Geef ook duidelijk aan hoe je begint en hoe de winnaar bepaald wordt
30 Seconds
- Gebruik de template voor het speelbord
- Maak 12 kaartjes waarop je 4 Engelse woorden schrijft
- Maak een instructie brief waarbij je duidelijk verteld (in het Engels) hoe het spel gaat en wat ze ervoor nodig hebben. Geef ook duidelijk aan hoe je begint en hoe de winnaar bepaald wordt.

Slide 4 - Diapositive

Tips on how to get started
Tuesday: Make a concept. Choose the words you want to use. Divide tasks. Prepare materials; what do you need to make this game? Make sure to check the language before working on the actual game
Thursday: Work on your game. Make it look nice and ask classmates if they understand your concept. 
Friday: Finishing touches. Play each others games

Slide 5 - Diapositive

Ganzenbord
- Gebruik de woordenlijst op blz 96-97
- Gebruik de template om je spel te maken
- Vul bij een aantal vakjes 'go back to .. ' 'go ... steps forward' in
- Vul bij de overige vakjes Nederlandse woorden uit de woordenlijst in
- Bedenk zelf of mensen nog een keer mogen gooien na een goed antwoord of dat ze daarvoor punten krijgen (je kan dan ook met dubbele punten werken)
- Schrijf een instructiebrief in het Engels waarbij je uitlegt hoe het spel werkt en wat ze ervoor nodig hebben. Geef ook duidelijk aan hoe je begint en hoe de winnaar bepaald wordt
- Zorg dat alles er netjes, leesbaar en verzorgd uitziet

Slide 6 - Diapositive

Bingo
- Gebruik de woordenlijst op blz 96-97
- Kies woorden uit voor de bingo woordenlijst. Ong 50 woorden
- Maak deze lijst zo, dat je straks de kaartjes erop kunt leggen ter controle
- Vul 10 bingo kaarten in met de Engelse woorden. Gebruik hiervoor de lege bingo kaarten
- Schrijf de Nederlandse woorden op briefjes (met evt de vertaling) die je vervolgens tijdens het spelen kunt trekken uit een bakje/zakje

Slide 7 - Diapositive

Kwartet
- Gebruik de woordenlijst op blz 96-97
- Maak 12 verschillende categorieën met woordjes en grammatica.
- Schrijf per categorie 4 woorden op Nl-Eng
- Je mag plaatjes gebruiken en die printen / alles via Word maken of alles opschrijven. Tip: Plak 2 A4tjes op elkaar (1 wit en 1 gekleurd) en knip/snijdt alles netjes uit

Slide 8 - Diapositive

Memory
- Gebruik de woordenlijst op blz 96-97
- Je mag alle kaartjes typen en printen of alles zelf op de kaartjes schrijven (zorg dan dat het goed leesbaar is) Tip: plak 2 A4-tjes op elkaar en knip ze dan uit zodat de woorden niet doordrukken
- Maak 15 setjes met het Engelse woord en de Nederlandse vertaling
- Zorg dat de memory kaarten niet te klein zijn!

Slide 9 - Diapositive

30 Seconds
- Gebruik de woordenlijst op blz 96-97
- Gebruik de template voor het speelbord
- Maak 10 kaartjes waarop je 4 Engelse woorden schrijft --> voor en achterkant. Je 2 spelkleuren mag je zelf bepalen
- Maak een instructie brief waarbij je duidelijk verteld (in het Engels) hoe het spel gaat en wat ze ervoor nodig hebben. Geef ook duidelijk aan hoe je begint en hoe de winnaar bepaald wordt.
- Maak eventueel ook een lijst met alle gebruikte woorden + vertaling (Alfabetische volgorde is dan aan te raden)
- Maak een dobbelsteen met 0 - 1 - 2 
- Zorg dat alles er netjes, leesbaar en verzorgd uitziet

Slide 10 - Diapositive

- Check out -
What did you work on today?
What are you going to work on next lesson?

Slide 11 - Question ouverte