Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Werkboek H1 Soorten dieren
Slide 1 - Diapositive
Bekijk het inleidende filmpje over biodiversiteit op pagina 3. Beantwoord erna de vragen 1a, 1b, 1c en 1d.
1a. Vertel in eigen woorden wat biodiversiteit betekent.
Slide 2 - Question ouverte
Bekijk het inleidende filmpje over biodiversiteit op pagina 3. Beantwoord erna de vragen 1a, 1b, 1c en 1d.
1a. Vertel in eigen woorden wat biodiversiteit betekent.
Slide 3 - Question ouverte
1b. Noem 2 plaatsen op de wereld waar sprake is van grote biodiversiteit.
Slide 4 - Question ouverte
1b. Noem 2 plaatsen op de wereld waar sprake is van grote biodiversiteit.
Slide 5 - Question ouverte
1c. Bedenk zelf een plaats waar een kleine biodiversiteit is en noteer die.
Slide 6 - Question ouverte
1c. Bedenk zelf een plaats waar een kleine biodiversiteit is en noteer die.
Slide 7 - Question ouverte
1d. Leg uit, waarom daar volgens jou een kleine biodiversiteit is.
Slide 8 - Question ouverte
Op pagina 6 kun je informatie vinden over een in Bant geboren gaap en de een paar jaar later geboren kinderen van die gaap. 2a. Lees de tekst en bekijk de afbeelding van de gaap als jong en volwassen dier. Noteer hieronder 4 kenmerken van de gaap.
Slide 9 - Question ouverte
Op pagina 6 kun je informatie vinden over een in Bant geboren gaap en de een paar jaar later geboren kinderen van die gaap. 2a. Lees de tekst en bekijk de afbeelding van de gaap als jong en volwassen dier. Noteer hieronder 4 kenmerken van de gaap.
Slide 10 - Question ouverte
2b. Welke van die kenmerken zijn kenmerken van een geit en welke van een schaap? (Noem de nummers van de vorige vraag).
Slide 11 - Question ouverte
2c. Wat zou een argument (reden) kunnen zijn om te zeggen, dat geiten en schapen eigenlijk dezelfde soort zijn?
Slide 12 - Question ouverte
2d. Wat zou een argument kunnen zijn om dit toch niet te doen?
Slide 13 - Question ouverte
3a. Teken schematisch een voorbeeld van een dier wat twee zijdig symmetrisch is. Maak een foto van deze tekening en upload hem hier als antwoord. Gebruik andere voorbeelden dan die uit je iBook.
Slide 14 - Question ouverte
3b. Teken schematisch een voorbeeld van een dier wat veelzijdig symmetrisch is. Maak een foto van deze tekening en upload hem hier als antwoord. Gebruik andere voorbeelden dan die uit je iBook.
Slide 15 - Question ouverte
3c. Teken schematisch een voorbeeld van een dier wat niet symmetrisch is. Maak een foto van deze tekening en upload hem hier als antwoord. Gebruik andere voorbeelden dan die uit je iBook.
Slide 16 - Question ouverte
Stevigheid Bekijk het filmpje over de kwal pagina 16. Beantwoord erna de vragen. 4a. Bij welk type skelet, deel je kwallen (en poliepen en zeeanemonen) in?
Slide 17 - Question ouverte
4b. Een kwal kan zich voortbewegen. Hoe doet hij dit?
Slide 18 - Question ouverte
4c. Wat maakt, ondanks je antwoord bij vraag 4a., dat een levende kwal in water tóch een mooie vorm heeft en er vrij stevig uitziet?
Slide 19 - Question ouverte
4d. Hoe neem je waar, dat een dier een inwendig skelet heeft? Leg uit met een voorbeeld
Slide 20 - Question ouverte
4e. Hoe merk je dat een dier een uitwendig skelet heeft? Leg uit met een voorbeeld
Slide 21 - Question ouverte
5. De klassen van de gewervelde dieren Bestudeer de presentatie op pagina 21, neem de tabel over en vul in. Maak een foto als je klaar bent en upload deze.