Spelling - herhaling werkwoordspelling

Werkwoordspelling
Herhaling werkwoordspelling
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling
Herhaling werkwoordspelling

Slide 1 - Diapositive

Doel
Aan het einde van de les hebben we de regels herhaald van de werkwoordspelling: pvtt en pvvt

Slide 2 - Diapositive

Raadsel!
Het begint met een ‘t’, het zit vol met ‘t’ in en eindigt met een ‘t’.

Wat is dit?

Slide 3 - Diapositive

Voorkennis: wat weet je nog van de spellingregels van de pvtt en pvvt?

Slide 4 - Question ouverte

Persoonsvorm tegenwoordige tijd







  • Stam = hele ww min -en (belov)
    Ik-vorm = aangepaste vorm (beloof)

  • Het gebeurt nu/nooit/regelmatig/altijd

  • Je krijgt NOOIT +d als er géén -d in het werkwoord zit.


Slide 5 - Diapositive

Welke vorm kies je?
Opdrachtje: Welke vorm kies je?

Slide 6 - Diapositive

Persoonsvorm verleden tijd - zwakke werkwoorden
Onderwerp enkelvoud = ik - vorm + te / de
Onderwerp meervoud = ik-vorm + ten / den 

Te(n) of de(n)?
- verlengproef (langer maken!)
- 't eX KoFSCHiP
   hele werkwoord min -en
   laatste letter in het kofschip? JA = -te(n),  NEE = -de(n)

Slide 7 - Diapositive

Persoonsvorm verleden tijd - sterke werkwoorden

  • Veranderen in de verleden tijd van klank

  • Eigen vorm (uit je hoofd leren! geen regels)

Slide 8 - Diapositive

Wat is de verleden tijd van de meervoudsvorm van: WACHTEN

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de verleden tijd van de meervoudsvorm van: VERHUIZEN

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de verleden tijd van de enkelvoudsvorm van: VERWONDEN

Slide 11 - Question ouverte

Wat is de verleden tijd van de enkelvoudsvorm van: RUIKEN

Slide 12 - Question ouverte

1. Als 'jij' achter de pv staat, schrijf je de ik-vorm.

Persoonsvorm
tegenwoordige
tijd

Persoonsvorm
verleden
tijd

2. Bij deze tijd mag je 'T eX KoFSCHiP gebruiken.
3. Als het onderwerp enkelvoud is, schrijf je ik-vorm + te/de.
4. Je schrijft ik-vorm + t als het onderwerp 'hij' is.

Slide 13 - Question de remorquage

Alles door elkaar - quiz!
Ga naar joinmyquiz.com  en vul de speelcode in (ander scherm)

Beantwoord de vragen over de tegenwoordige tijd en verleden tijd.

Veel plezier!

Slide 14 - Diapositive

Huiswerk
  • Maak de spellingtest via Google Forms als huiswerk
  • Je vindt de link naar Google Forms op SOMtoday

      Dit is huiswerk voor de volgende les: dinsdag 26 januari

Slide 15 - Diapositive