Klas 2 - Voorbereiden proefwerk H7

Welkom!
Voorbereiden proefwerk H7
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Voorbereiden proefwerk H7

Slide 1 - Diapositive

Voorbereiden proefwerk H7
Probeer de vragen zoveel mogelijk ZONDER boek te maken.
Als het niet lukt, mag je je boek er bij pakken. 

Succes :)

Slide 2 - Diapositive

Voedingsmiddel of voedingsstof?

Sleep de termen naar de juiste categorie
voedingsmiddel
voedingsstof
vitamine C
sinaasappelsap
aardappel
koolhydraat
boterham
eiwit

Slide 3 - Question de remorquage

De 6 voedingsstoffen zijn:
eiwitten - vetten - mineralen - vitaminen - water -koolhydraten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Wat zijn voedingsmiddelen?
A
Gezonde dingen om te eten
B
Middelen om voeding te maken
C
Alles wat we eten
D
Alles wat we eten en drinken

Slide 5 - Quiz

Waar gebruikt je lichaam energierijke stoffen voor?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is een voorbeeld van een voedingsmiddel
A
Vet
B
koolhydraten
C
Boter
D
eiwit

Slide 7 - Quiz

Energierijke stoffen
Bouwstoffen
Beschermende stoffen

Slide 8 - Question de remorquage

Welke voedingsstoffen behoren tot de energierijke stoffen?

Slide 9 - Question ouverte

Voeding met veel vezels is gezond voor je darmen
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Lekker die tussendoortjes. Wat is er zo schadelijk aan ?
A
Je wordt er dik van
B
Door al die suikers krijg je gaatjes in je tanden
C
Er zitten te weinig beschermende stoffen in
D
Je krijgt te weinig bouwstoffen binnen

Slide 11 - Quiz

De hoeveelheid energie die iemand nodig heeft is afhankelijk van?
A
Leeftijd, geslacht, voedselkeuze
B
Leeftijd, geslacht, lichamelijke inspanning

Slide 12 - Quiz

Waarvoor zijn bouwstoffen?
A
De groei
B
Zorgen voor de bestrijding van virussen
C
Als brandstof

Slide 13 - Quiz

Door welke oorzaken kan overgewicht ontstaan?


A
te veel eten
B
te veel vetten en koolhydraten eten
C
te weinig bewegen
D
alle drie

Slide 14 - Quiz

Hardlopen kost veel energie.
  
Het ontbijt van een bepaalde hardloper bestaat uit: 
 1 wortel, 
2 gefrituurde bananen,
2 boterhammen met aardbeien, 
1 portie rijst, 
1 sinaasappelsap. 

Uit welk vak van de Schijf van Vijf ontbreekt er iets bij dit ontbijt?

vak brood, granen en aardappelen
vak dranken
vak groente en fruit
vak vetten en oliën
vak zuivel, vlees en vis

Slide 15 - Question de remorquage

Tandbederf ontstaat door:
A
suikers die je glazuur aantasten
B
bacterien die je glazuur aantasten
C
zuren die je glazuur aantasten
D
mineralen die je glazuur aantasten

Slide 16 - Quiz

Wat zijn koolhydraten?
A
Zouten
B
Mineralen
C
Vitaminen
D
Suikers

Slide 17 - Quiz

Fluoride in je tandpasta
A
doodt de bacteriën
B
doet je gebit glimmen
C
vult gaatjes
D
herstelt het tandglazuur

Slide 18 - Quiz

Wat is een koolhydraat?
A
Bouwstof
B
Beschermende stof
C
Energierijke stof

Slide 19 - Quiz

De taak van energierijke stoffen is:
A
voor de groei
B
om op temperatuur te blijven
C
om warm te blijven en om te kunnen bewegen

Slide 20 - Quiz

Beschermende stoffen zijn:
A
eiwitten, mineralen, water, vetten
B
vitaminen, mineralen
C
Koolhydraten, vetten
D
vitaminen, vetten

Slide 21 - Quiz

Vetten zijn
A
Bouwstof
B
Bouwstof, beschermende stof
C
Bouwstof en energierijke stof

Slide 22 - Quiz

Wat doet een beschermende stof?
A
energie leveren
B
worden opgeslagen in lichaam omdat je ze niet direct nodig hebt
C
nodig voor nieuwe cellen, voor groei, herstel en ontwikkeling
D
zorgen dat je gezond blijft

Slide 23 - Quiz

Koolhydraten zijn:
A
Voedingsmiddelen
B
Voedingsstoffen

Slide 24 - Quiz

Waarvoor zijn bouwstoffen?
A
De groei
B
Zorgen voor de bestrijding van virussen
C
Als brandstof

Slide 25 - Quiz

Welke voedingsstoffen zijn bouwstoffen?
A
Koolhydraten, vetten en eiwitten
B
Koolhydraten en vetten
C
Alle voedingstoffen
D
Mineralen en vitaminen

Slide 26 - Quiz

De taak van energierijke stoffen is:
A
voor de groei
B
om op temperatuur te blijven
C
om warm te blijven en om te kunnen bewegen

Slide 27 - Quiz

Beschermende stoffen zijn:
A
eiwitten, mineralen, water, vetten
B
vitaminen, mineralen
C
Koolhydraten, vetten
D
vitaminen, vetten

Slide 28 - Quiz

Welke voedingsstoffen behoren tot de energierijke stoffen?

Slide 29 - Question ouverte

Wat doet een beschermende stof?
A
energie leveren
B
worden opgeslagen in lichaam omdat je ze niet direct nodig hebt
C
nodig voor nieuwe cellen, voor groei, herstel en ontwikkeling
D
zorgen dat je gezond blijft

Slide 30 - Quiz

Tandbederf ontstaat door:
A
suikers die je glazuur aantasten
B
bacterien die je glazuur aantasten
C
zuren die je glazuur aantasten
D
mineralen die je glazuur aantasten

Slide 31 - Quiz


Hoeveel energie zit er in Optimel?
A
4,1 g
B
137 kJ
C
3,6 g

Slide 32 - Quiz

De hoeveelheid energie die iemand nodig heeft is afhankelijk van?
A
Leeftijd, geslacht, voedselkeuze
B
Leeftijd, geslacht, lichaamsgrootte, lichamelijke inspanning

Slide 33 - Quiz

Waar kan je last van krijgen als je overgewicht hebt?

Slide 34 - Question ouverte

Mineralen zijn:
A
alleen beschermende stoffen
B
alleen bouwstoffen
C
bouwstoffen en beschermende stoffen
D
bouwstoffen, brandstoffen en reservestoffen

Slide 35 - Quiz

verteringssap
alvleessap
darmsap
maagsap
speeksel

Slide 36 - Question de remorquage

Wat is de functie van het verteringsstelsel?
A
Ademhalen en zuurstof binnen krijgen.
B
Zorgen voor beweging.
C
Voedsel verteren
D
Voedingsstoffen uit je voedsel worden opgenomen in het bloed.

Slide 37 - Quiz

Wat is de functie van mineralen?
A
Brandstof en bouwstof
B
Bouwstof en beschermende stof
C
Beschermende stof en reservestof
D
Brandstof en reservestof

Slide 38 - Quiz

Zet de organen van
het verteringsstelsel
in de juiste volgorde. 
Dunne darm
Slokdarm
Endeldarm
Dikke darm
Twaalfvingerige
darm
Maag

Slide 39 - Question de remorquage

1
2
3
4
5
Darmsapklieren
Alvleesklier
Speekselklieren
Lever
Maagsapklieren

Slide 40 - Question de remorquage

Wat zijn cellen?
A
Dat is je lichaam zonder je hoofd en je armen en benen.
B
Dat is het middenrif.
C
Dat zijn delen van het lichaam met een bepaalde taak.
D
De kleinste bouwstenen van je lichaam.

Slide 41 - Quiz

Welke voedingsstoffen zijn bouwstoffen?
A
Koolhydraten, vetten en eiwitten
B
Koolhydraten en vetten
C
Alle voedingstoffen
D
Mineralen en vitaminen

Slide 42 - Quiz

Zet de onderdelen van de darmwand in de juiste volgorde van groot naar klein
1
2
3
4
Darmplooien
Darmvlokken
Darmwand
Microvlokken

Slide 43 - Question de remorquage

speekselklieren
Maag
Alvleesklier
Twaalfvingerige darm
Dunne darm

Slide 44 - Question de remorquage

Welke is de huig?
A
1
B
2

Slide 45 - Quiz

Zet de organen in de juiste volgorde van het verteringstelsel
1
2
3
4
5
6
Mond
Maag
Twaalfvingerige darm
Dunne darm
Dikke darm
Endeldarm

Slide 46 - Question de remorquage

    Welke van de voedingsstoffen moet je verteren?
WEL verteren
NIET verteren
vetten
Koolhydraten
vitamines
eiwitten
mineralen
water

Slide 47 - Question de remorquage

Zet in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
Door peristaltische bewegingen wordt het voedsel door de slokdarm geperst.
Vanuit de galblaas en alvleesklier worden verteringssappen aan het voedsel toegevoegd
De maagportier laat kleine porties voedsel door naar de 12-vingerige darm
Met je gebit kauw je het voedsel. Speeksel bevat enzymen die helpen bij de vertering.
In de maag wordt het voedsel gemengd en gekneed
In de dunne darm wordt het voedsel vermengd met darmsappen.

Slide 48 - Question de remorquage

Hoe heb jij gewerkt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 49 - Sondage

Hoe komt dat?

Slide 50 - Question ouverte

Huiswerk!

Proefwerk  8 november 2023

Proefwerk H7
leren > tekstvakken, begrippen en afbeeldingen

Slide 51 - Diapositive