week 40 Havo 3 - Gerundio

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bienvenidos

¿Qué vamos a hacer?

• So 
• El gerundio
• Practicar
• los deberes

Semana 40

Gerundio

Om te vertellen wat je op dit moment aan het doen bent of 

wat er aan de gang is gebruik je de gerundio. 

 + gerundio vorm. 

ESTAR

estoy estás está estamos estáis están

Leerdoel: gerundio

estoy

estás

está

estamos

estáis

están

hablar   --> hablando

comer   --> comiendo

escribir  --> escribiendo

Ik ben aan het luisteren.

Hij is aan het voetballen.

Zij zijn aan het praten. 

Estoy escuchando.

Está jugando al fútbol.

Están hablando.

Leerdoel: gerundio

Uitzonderingen

Een aantal werkwoorden heeft een onregelmatige gerundio-vorm

Leerdoel: gerundio

Plaats van persoonlijk vnw.

Bij wederkerende werkwoorden zoals "ducharse" komt het persoonlijk voornaamwoord (vorm van 'se'):

• Voor de persoonsvorm (vorm van estar)

                    Me estoy duchando.

• Achter de gerundiovorm vast geschreven.

                    Estoy duchándome.

Leerdoel: gerundio

Hoe vorm je de gerundio?

Hoe vervoeg je estar?

Wat is de gerundio-vorm van hablar?

Wat is de gerundiovorm van comer?

Wat is de gerundiovorm van escribir?

Waar komt het persoonlijk voornaamwoord te staan?

00:17

Van welk werkwoord komt "perdiendo"?

01:01

Van welk werkwoord komt "viendo"?

01:11

Van welk werkwoord komt "pensando"?

01:49

Van welk werkwoord komt "viviendo"?

01:52

Van welk werkwoord komt "jugando"?

01:59

Van welk werkwoord komt "rogando"?

02:02

Van welk werkwoord komt "ahogándome"?

02:06

Van welk werkwoord komt "invitando"?

02:13

Van welk werkwoord komt "extrañando"?

Vamos a escuchar

Módulo página 23 ejercicio A

1

2

3

4

5

6

7

8

Leerdoel: gerundio

Escribe

Ahora haz el ejercicio B. 

ej: En el cuarto derecha están bailando. 

1e = primero           

2e = segundo         

3e = tercero        

4e = cuarto

Leerdoel: gerundio

¿Qué están haciendo?

Deberes - apunta en la agenda

Week 41 :

Lezen module pág. 20, 21, 22

Maken: module pág. 24 ej. c

Maak: LE ej. 5.6, 5.7, 5.8

                     

Vertalen en Leren woordjes 2.4