Quiz H3b/H3c

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Nederlands - H3c/H3b 

Vraag 1: Los de rebus op.

Vraag 2: Mag je het onderstreepte deel weglaten? 

Waarom wel of waarom niet?

A. Ik heb veel gespijbeld en ik heb daarom straf gekregen.

B. De inbreker liep een emmer omver en de inbreker liep hierdoor tegen de lamp.

C. De docent is meestal aardig maar de docent is soms heel onredelijk.

Vraag 3:

Maak zoveel mogelijk bestaande woorden met het woord 

S T A N I S L A S

(hussel de letters, je hoeft ze niet allemaal te gebruiken in een woord)

Vraag 4: Welk spreekwoord is dit?

Vraag 5

Vraag 6: Is onderstaande samentrekking goed/fout 

+ waarom?

A. Mevrouw Teeuwen had Kiki op telefoongebruik in de klas betrapt en straf gegeven.

B. De nieuwste Marvel film is heel spannend en moet je gezien hebben.

C. Hij trok ondanks de hitte een shirt met lange mouwen en zich niks van de opmerkingen van anderen aan.

Vraag 7: Welk spreekwoord is dit?

Vraag 8

Vul het spreekwoord aan:

"Gelijke monniken, gelijke ..."

Vraag 9: Los de rebus op.

Vraag 10: Voorwaartse of achterwaartse samentrekking?

A. Spannende boeken en films

B. In de kantine kan je broodjes met kipcorn, kipshoarma of kaas kopen.

C. Ik wil liever een zwarte Vespa dan een donkerblauwe.

D. We houden van elkaar in voor- en tegenspoed.

Vraag 11

Vraag 12: Vul de zinnen aan met het juiste verwijswoord.

A. Vorige week verscheen in de krant een artikel ... veel stof deed opwaaien.

B. De koninklijke familie dankt ... status aan Willem van Oranje, de Vader des Vaderlands.

C. De bibliotheek organiseert vaak leuke activiteiten voor ... leden.

D. Nederland stond vroeger bekend om ... handelsgeest.

 Vraag 13: wat is het woordgeslacht van:

•  fabriek
• voetbalvereniging
• leraar
• discotheek
• ideaal

Vraag 14: Vul de weggelaten delen van de samentrekking in:

1. De gemeente bouwt hier nieuwe huizen en [ ...................] aan een nieuwe toekomst.

2. Deze fatbike is nog nieuw maar  [ .....................] al redelijk vaak kapot geweest.

3. We zoeken het uit en [........................] naar een oplossing.