Spelling - verleden tijd

Spelling - verleden tijd
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Spelling - verleden tijd

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je over
Piranha's

Slide 2 - Carte mentale

Hoe vinden dieren de weg terug?

Slide 3 - Carte mentale

Welke moeilijke woorden heb je in de tekst gevonden?

Slide 4 - Carte mentale

Wat is goed?
A
Ik lees
B
Jij lees
C
Hij leest
D
Wij lezen

Slide 5 - Quiz

Hoe kun je de verleden tijd ook wel omschrijven?
A
toen
B
nu

Slide 6 - Quiz

Er zijn verschillende soorten werkwoorden in de verleden tijd
A
sterke en zwakke
B
infinitieven en stammen
C
sterke en infinitieven
D
zwakke en stammen

Slide 7 - Quiz

Een zwak werkwoord eindigt op -de(n) of -te(n)
A
fout
B
goed

Slide 8 - Quiz

Een sterk werkwoord verandert van klank. Een voorbeeld van een sterk werkwoord is: schilderen
A
fout
B
goed

Slide 9 - Quiz

Kijken (vt) - hij
A
kijkt
B
keek
C
keekt
D
kijkte

Slide 10 - Quiz

Slapen (vt) - wij
A
slapen
B
slaapten
C
sliepen
D
hebben geslapen

Slide 11 - Quiz

Zwemmen (vt) - ik
A
zwemt
B
zwemde
C
zwont
D
zwom

Slide 12 - Quiz

Kies de twee sterke werkwoorden
A
lachen - slapen
B
eten - bijten
C
eten - lachen
D
lachen - bijten

Slide 13 - Quiz

Kies de twee zwakke werkwoorden
A
kopen - lopen
B
kopen - rekenen
C
rekenen - tekenen
D
tekenen - lopen

Slide 14 - Quiz

Kies de twee sterke werkwoorden
A
bewegen - zoeken
B
zoeken - typen
C
typen - bewegen
D
bewegen - lachen

Slide 15 - Quiz

Kies de twee zwakke werkwoorden
A
werken - slapen
B
koken - werken
C
werken - kijken
D
koken - slapen

Slide 16 - Quiz

Vul het goed gespelde werkwoord in
LACHEN (vt) - ik

Slide 17 - Question ouverte

Vul het goed gespelde werkwoord in
FIETSEN (vt) - wij

Slide 18 - Question ouverte

Vul het goed gespelde werkwoord in
VERVEN (vt) - ik

Slide 19 - Question ouverte

Vul het goed gespelde werkwoord in
AFWASSEN (vt) - ik

Slide 20 - Question ouverte

Ik snap weer hoe de verleden tijd werkt
Ja
Meh
Nee

Slide 21 - Sondage