Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
Éléments de cette leçon
6.3 klimaat en bescherming van de kust
Slide 1 - Diapositive
Lesplanning
1. Herhaling vorige les
2. Zelfstandig lezen 6.3
3. Uitleg 6.3 (deel 1)
4. Zelfstandig werken
Slide 2 - Diapositive
Herhaling vorige les
Slide 3 - Diapositive
Wat is relatieve zeespiegelstijging?
A
De absolute zeespiegelstijging ten opzicht van NAP
B
De zeespiegelstijging ten opzichte van de dijkhoogte
C
De absolute zeespiegelstijging én de bodemdaling
D
De bodemdaling gecompenseerd door temperatuurverhoging
Slide 4 - Quiz
In Nederland is de relatieve zeespiegelstijging groter dan de absolute zeespiegelstijging
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Wat is een polder?
timer
0:20
A
Een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt
B
Een polder is een lager gelegen gebied in hoog Nederland
C
Een polder is een stuk 'wad' in zee die soms droog komt te liggen bij eb
D
Een polder is een hoger gelegen land dan de omgeving
Slide 6 - Quiz
De absolute zeespiegelstijging is 30 meter, de bodemdaling bedraagt 2 meter. bereken de relatieve zeespiegelstijging
timer
0:30
A
15 meter
B
28 meter
C
32 meter
D
60 meter
Slide 7 - Quiz
Relatieve zeespiegelstijging
Slide 8 - Diapositive
Waar blijft het water in een koude tijd?
timer
0:30
Slide 9 - Question ouverte
Koude tijd: lage zeespiegel
Warme tijd: hoge zeespiegel
Slide 10 - Diapositive
Leerdoelen deze les
- Je weet waardoor de bodem in Nederland daalt.
- Je weet hoe de kust wordt versterkt (klimaataanpassing).
Slide 11 - Diapositive
Uitleg + samenvatten
Daling van de bodem
Slide 12 - Diapositive
Is de zeespiegelstijging de enige reden dat we natte voeten krijgen?
Door bodemdaling in grote delen van Nederland wordt de situatie potentieel gevaarlijker.
De combinatie van bodemdaling en zeespiegelstijging noemen we de relatieve zeespiegelstijging
Slide 13 - Diapositive
Hoe komt het dat de bodem daalt?
1. In de laatste ijstijd -> dikke laag ijs drukte de aardkorst in -> ijs verdween en Scandinavië wipte op ->Noord-Nederland daalde
2. Door wegpompen grondwater in polders van Laag-Nederland-> inzakken bodem-> sterkst bij veen
3. Door winning delfstoffen -> aardgas in Groningen
Slide 14 - Diapositive
Bodemdaling door lage waterstand?
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
11. In Nederland wordt zandsuppletie toegepast. Waarom?
A
Om daar waar de bodem in Nederland daalt, de bodem op te hogen.
B
Om dijken langs de rivieren te versterken.
C
Om de stukken land tussen de winterdijken en de rivieren op te hogen.
D
Om stranden en duinen langs de kust te versterken.
Slide 19 - Quiz
Zelfstandig aan de slag
- bekijk op Magister de opdracht waarmee je een extra punt kan krijgen voor je toets
- Werk aan je huiswerk van deze week (opdracht. 1 t/m 9)
Hoeft niet: 3 en 6
- a.s. maandag de vorige 2 paragrafen af, anders huiswerk niet af
Slide 20 - Diapositive
Vanaf hier: extra materiaal
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Slide 23 - Vidéo
Slide 24 - Vidéo
De zee bouwt op
De Nederlandse kust is een aanslibbingskust. Er ontstaan strandwallen.
Als deze droog staan neemt de wind dit zand mee.
Hierdoor ontstaan kustduinen.
Slide 25 - Diapositive
Aan de kust
Duinen
Op het stand waait het regelmatig flink. Het zand wordt meegenomen door de wind. Wanneer het zand, achter een stukje hout, gras of aangespoelde rommel, blijft hangen ontstaat daar langzaam aan een duin.
Strand
De zee spoelt het strand op. In het zeewater zit zand.
Elke keer, wanneer het zeewater het strand op spoelt, laat zee de weer een laagje zand achter --> aanslibben.
Zandbanken
De stroming van de zee neemt af waardoor zand sedimenteerd, hierdoor onstaan zandbanken.
aanslibbingskust
Een aanslibbingskust, is een kust die elke keer, wanneer de zee zand neerlegt (sedimentatie), een stukje groter wordt. Nederland heeft een aanslibbingskust, dit kun je zien aan de brede stranden