Elektrische fiets programmeren

• Natuur Ruimte en Techniek
• Secundair onderwijs

De elektrische fiets

(deel 2) 

Herhalingsvragen

(goede voorbereiding voor de grote toets)

Welke componenten komen voor in een eenvoudige stroomkring?

Wat is het verschil tussen statische en dynamische elektriciteit?

Wat is een serieschakeling?

Wat is een parallelschakeling?

Wat is het verschil tussen een elektromotor en een generator (dynamo)?

Welke onderdelen heeft een elektrische fiets meer dan een "gewone" fiets?

ONDERDELEN ELEKTRISCHE FIETS

- De motor

- De accu of batterij

Welke componenten kan je bij de fiets toevoegen om het meer duurzaam te maken?

Extra onderdelen

- Zonnepanelen 

- Batterij met led 

- Een schakelaar 

We weten intussen welke materialen er nodig zijn om de elektrische fiets op te laden. Nu moeten we ervoor zorgen dat al deze materialen met elkaar in contact staan. Dat gaan we doen met behulp van programmeren. 

Maar wat betekent programmeren? 

Programmeren is ....

1. Programma kijken op de computer
2. het geven van instructies aan een computer
3. Een circuit maken op de computer
4. De onderdelen op de juiste plaats zetten

Programmeren is het geven van instructies of opdrachten aan een computer. De computer kan deze instructies vervolgens zelf uitvoeren.

Programmeren met Arduino

Wat is arduino?

Een Arduino is eigenlijk een kleine computer waarmee je allerlei apparaten kan bouwen. 

Wat kan je maken met arduino? 

een robotje, een elektronische dobbelsteen, een looplicht (een elektronische schakeling waardoor een reeks lampen achtereenvolgens gaan branden), een alarmsysteem, enz.

Waarom is arduino gemaakt? 

ontworpen om elektronica te vereenvoudigen voor mensen die daar niet goed mee overweg kunnen.  Dankzij Arduino wordt dat veel eenvoudiger.

Om arduino te gebruiken hebben we het programma tinkercad nodig. Maar dat gaan we niet doen. Je moet wel codetaal begrijpen.

p. 160

Ledlampje 

(op pin 3)

Programeercode

Opdracht: p.160

Een led knippert door de led aan te zetten, even te wachten, de led uit te zetten, even te wachten en opnieuw voorgaande procedure te herhalen.

Programeercode

OPLOSSING

Opdracht: p.160

Een led knippert door de led aan te zetten, even te wachten, de led uit te zetten, even te wachten en opnieuw voorgaande procedure te herhalen.

= Lamp 

= Hoelang ?

= AAN 

= UIT

p. 160

Ledlampje 

(op pin 3)

Lichtsensor (LDR op pin A0)

Programeercode

Opdracht: p.161

We willen graag dat het ledlichtje pas begint te branden wanneer de lichtintensiteit boven de 400 is.

De voorwaarde is: ‘als er lichtintensiteit boven de 400 is, dan moet het ledlichtje branden, anders niet’.

Programeercode

OPLOSSING

Opdracht: p.161

De voorwaarde is: ‘als er lichtintensiteit boven de 400 is, dan moet het ledlichtje branden, anders niet’.

= Lichtsensor

= Lamp 

= AAN 

= UIT

= op pin A0 

= Licht is hoger dan 400

Maak p. 162

Als de zon schijnt, dan is de schakelaar gesloten

Als de zon niet schijnt, dan is de schakelaar open 

Als de schakelaar gesloten is, dan is het lampje aan

Als de schakelaar open is, dan is het lampje uit

Als de schakelaar gesloten is, dan wordt de batterij opgeladen. 

Als de schakelaar open is, dan wordt de batterij niet opgeladen. 

- Het ledlichtje moet branden en de batterij moet opladen wanneer de schakelaar aanstaat EN wanneer er voldoende zonlicht (boven 400) schijnt. 

- Dat wil zeggen dat de schakelaar zowel met een LED als een BATTERIJ als LDR verbonden moet worden maar dat is niet mogelijk met een schakelaar. 

- Daarom gebruiken we een relais in plaats van een schakelaar, daarmee is dat wel mogelijk.

p. 163

Ledlampje 

(op pin 3)

Lichtsensor (LDR op pin A0)

Relais (op pin 3)

Batterij

Programeercode

Opdracht: p.163

Het ledlichtje moet branden en de batterij moet opladen wanneer de schakelaar aanstaat EN wanneer er voldoende zonlicht schijnt. Daarom gebruiken we een relais in plaats van een schakelaar, daarmee is dat wel mogelijk.

Programeercode

OPLOSSING

Opdracht: p.163

Het ledlichtje moet branden en de batterij moet opladen wanneer de schakelaar aanstaat EN wanneer er voldoende zonlicht schijnt. Daarom gebruiken we een relais in plaats van een schakelaar, daarmee is dat wel mogelijk.

= Lichtsensor

= Lamp op pin 3

= AAN 

= UIT

= op pin A0 

= Licht is hoger dan 400

= op pin 3 

= Relais

begrijpen en aanvullen.

Voorbereiding GROTE TOETS:

- Cursus volledig aanvullen a.d.h.v. verbetersleutels op smartschool.

-  Module: "Fiets" volledig nalezen voor eventuele vragen.

- Vragen stellen aan de leerkracht.

- Samenvatting maken a.d.h.v. leerstofoverzichten.

- Extra oefeningen maken.