3 positieve en negatieve getallen optellen en aftrekken Deel 3

Wiskunde!
Optellen en aftrekken van gehele getallen.
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeSecundair onderwijs

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wiskunde!
Optellen en aftrekken van gehele getallen.

Slide 1 - Diapositive

Wat kennen we:
Een positief getal optellen en aftrekken
hoe berekenen we:
 3 - 4 =
3 + 6 =
-7 - 5=
-7 + 3=

Slide 2 - Diapositive

Herhaling 
Optellen is opschuiven naar rechts op de getallenas
Optellen is opschuiven naar rechts op de getallenas

Slide 3 - Diapositive

-3 + 5= 2
-3
|
__________
5 erbij

2
|
______ 
______ 
______ 
______ 
______ 
______ 
______ 
______ 
-3
2
0
-1
1

Slide 4 - Diapositive

Herhaling 
Aftrekken is opschuiven naar links op de getallenas
Optellen is opschuiven naar rechts op de getallenas

Slide 5 - Diapositive

1 - 4 = -3
_______
4 eraf

1
|
-3
|
______ 
______ 
______ 
______ 
______ 
______ 
______ 
______ 
-3
1
0
-1
1

Slide 6 - Diapositive

Sleep de juiste oplossing naar de bewerking!
-5+2=
-8-6=
-2+5=
1-5=
7-9=
-4-6=
-3
-14
3
-4
-2
-10
14
4
2
10

Slide 7 - Question de remorquage

gebruik RM
oefen 8
(-) toestandsteken
- aftrekken
berekening =>GRM
7-3 => 7 - 3
-3 -4 => (-)3-4

Slide 8 - Diapositive

Een negatief getal optellen en aftrekken
hoe berekenen we:
 -7 + (-5)=
7 -(-3) =

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Noteer p204  bovenaan

Tekenregel voor opeenvolgende tekens:
  • -(-)  -->  +                               -(+)  -->  -
  • +(+)  -->  +                             +(-)  -->  -

Slide 11 - Diapositive

Tekenregel voor opeenvolgende tekens:
  • -(-)  =>  +                               -(+)  =>  -
  • +(+)  =>  +                             +(-)  =>  -

Slide 12 - Diapositive

Voorbeeld p204
-12 + (-4)=
stap 1: schrijf zonder haakjes
Noteer ook in je LWB

Slide 13 - Question ouverte

Voorbeeld p204
-12-4=
stap 2: reken uit.
Noteer ook in je LWB

Slide 14 - Question ouverte

Voorbeeld p204
5 + (-6)=
stap 1: schrijf zonder haakjes
Noteer ook in je LWB

Slide 15 - Question ouverte

Voorbeeld p204
5-6=
stap 2: reken uit.
Noteer ook in je LWB

Slide 16 - Question ouverte

Voorbeeld p204
5 - (-6)=
stap 1: schrijf zonder haakjes
Noteer ook in je LWB

Slide 17 - Question ouverte

Voorbeeld p204
5+6=
stap 2: reken uit.
Noteer ook in je LWB

Slide 18 - Question ouverte

Voorbeeld p204
-12-(-4)=
stap 1: schrijf zonder haakjes
Noteer ook in je LWB

Slide 19 - Question ouverte

Voorbeeld p204
-12+4=
stap 2: reken uit.
Noteer ook in je LWB

Slide 20 - Question ouverte

Voorbeeld p204
-5+(-6)=
stap 1: schrijf zonder haakjes
Noteer ook in je LWB

Slide 21 - Question ouverte

Voorbeeld p204
-5-6=
stap 2: reken uit.
Noteer ook in je LWB

Slide 22 - Question ouverte

Voorbeeld p204
-5-(-6)=
stap 1: schrijf zonder haakjes
Noteer ook in je LWB

Slide 23 - Question ouverte

Voorbeeld p204
-5+6=
stap 2: reken uit.
Noteer ook in je LWB

Slide 24 - Question ouverte

VUL JE LEERWERKBOEK AAN!

Slide 25 - Diapositive

onderzoek p 205
werkwijze die je moet toepassen: 
opgave -7+(-2)=
we noteren -7-2=-9
Geen spaties gebruiken

Slide 26 - Diapositive

Schrijf zonder haakjes en reken uit:
8-(-10)=

Slide 27 - Question ouverte

Schrijf zonder haakjes en reken uit:
-8+(-10)=

Slide 28 - Question ouverte

Schrijf zonder haakjes en reken uit:
-8 -(-10) =

Slide 29 - Question ouverte

Schrijf zonder haakjes en reken uit:
-12-(-5) =

Slide 30 - Question ouverte

Schrijf zonder haakjes en reken uit:
-12 +(-5) =

Slide 31 - Question ouverte

Schrijf zonder haakjes en reken uit:
12 +(-5) =

Slide 32 - Question ouverte

Extra: Schrijf zonder haakjes en reken uit: (-3) - (+6) =

Slide 33 - Question ouverte

je score
Afhankelijk van je score op de vorige vragen maak je driehoekjes of de vierkantjes.

Je gaat eerst de volgende challenge maken (kahoot). Je lkr verteldt nadien wie welke oefeningreeks maakt!

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Lien

onderzoek: je score
Afhankelijk van je score op de vorige vragen maak je driehoekjes of de vierkantjes.


Slide 36 - Diapositive

driehoekjes 

oefen 1 tot en met 13
oefen 9 weg

oefen 11 klassikaal
vierkantjes

oefen 6 tot en met 16
oefen 9 weg


oefen 11 klassikaal

Slide 37 - Diapositive